Van deze dorpen waren Kruibeke en Zwijndrecht de zogenoemde
vazaldorpen, die meegenoten van alle rechten en plichten maar die onder een
aparte jurisdictie vielen.
In die groep waren ook begrepen de drie polderdorpen Kallo, Kieldrecht en
Verrebroek, die Vrijpolders genoemd werden omdat ze niet moesten bijdragen in de
rechtstreekse belasting van de keur. Tenslotte waren er de vier eerder genoemde
dorpen Temse, Rupelmonde, Burcht en Eksaarde, die men apanagedorpen noemde omdat
ze sinds mensenheugenis gegeven werden als bron van inkomsten aan de bastaarden
of gunstelingen van de graven.
In de loop van de geschiedenis zijn die verschillende gradaties verdwenen en
maken deze dorpen, inclusief al wat viel onder de naam Land van Beveren, deel
uit van het zoete Waasland in zijn volle betekenis.
Een anekdotische toevoeging is de volgende: sinds het begin van de Tachtigjarige
Oorlog tot in de 19de eeuw leest men vaak dat verordeningen (militaire en
financiële) golden voor het Waasland en voor
‘Winkel’ en ‘Wabeke’.
Sint-Kruis-Winkel noch Wachtebeke zijn echter deel gaan uitmaken van het
Waasland.
In de keur van 1241 werd bepaald dat vanaf dan Sint-Niklaas zou fungeren als
plaats waar het leenhof zetelde, waar dus het hoofdcollege gevestigd was.
Hierdoor werd Sint-Niklaas de hoofdparochie van het Waasland.