Reynaertspel Sint-Niklaas 1985
ning van het Nederlands als eigen taal ten opzichte van het
overheersende Frans. Reeds in de middeleeuwen bloeide de Vlaamse literatuur in
het (Middel-)Nederlands. Een van de voormannen van de Vlaamse Beweging, Jan
Frans Willems, hertaalde de
Reynaert en gaf een wat hybride
Reynaerttekst uit (een combinatie van
Reynaert I en
II). Willems' voorbeeld kreeg veel navolging. Langzamerhand
werd de vos een Vlaams symbool. Ook zijn karakter veranderde. De middeleeuwse
vos was ongemeen ‘fel’. De rode was een doortrapte schurk,
een leugenaar en een hypocriet. Tegenwoordig is de moderne
‘felle’, een schelm en een rebel, een Tijl Uilenspiegel,
een Robin Hood, een Casanova. Reynaert werd voor diverse doeleinden gebruikt,
soms misbruikt en hij kaderde in diverse ideologieën.
In de 20ste eeuw ging deze evolutie door. Het verhaal werd tientallen malen
herschreven en voor toneel bewerkt, door onder meer Stijn Streuvels en Paul de
Mont. Een mooi voorbeeld van de omkering van het vossekarakter zagen de
Wazenaars in een Reynaertmassaspel dat in 1973 te Sint-Niklaas werd opgevoerd en
waarin de vos (na mei 1968) als een vrijheidsheld en een anarchist verscheen.
Sindsdien werd het vosseverhaal nog vele malen herverteld, in bewerkingen voor
volwassenen van Ernst van Altena, Bert Decorte, Karel Jonckheere, Arjaan van
Nimwegen en Clement Vermaere - om er maar enkele te noemen -, maar ook in
kindervertellingen en strips. De tekst werd bewerkt voor poppenspel en
marionettentheater, voor toneelspelen en ommegangen. Een opvallende bewerking
van de Reynaertverhalen maakten D. Stuer en D. Ditmar in hun musicalbewerking
Dear Fox (1990). De figuur van de vos blijft voor
creativiteit zorgen en getuigt van aanpassingsvermogen. Momenteel is hij een
vrouwenversierder in Dear Fox, een listige grappenmaker voor
sommige vosse-