Atlas van de Nederlandse klankontwikkeling (ANKO). Aflevering 2
(1977)–Jo Daan, M.J. Francken– Auteursrechtelijk beschermdUit aant.De gegevens voor kaart 12 voor Nederland en het Nederlandssprekende gebied van België zijn ontleend aan:
| ||||||||||
[pagina 78]
| ||||||||||
Deze zijn aangevuld: voor het Limburgse gebied dat wordt bestreken door Rnd 8, met niet gepubliceerd materiaal, dat in hs. berust in het Seminarie voor Nederlandse taalkunde en Vlaamse dialektologie te Gent; voor het Gelders-Overijselse gebied dat bestreken wordt door Rnd 12 en voor het Drents- en Overijsels gebied dat bestreken wordt door Rnd 14 met gegevens uit D 12 (1943): (enige keren hebben ze mij zelfs) uit(gelachen); voor Oost- en West-Vlaanderen met gegevens van studenten, verzameld met Dn 6 (1970). Het materiaal voor Duitsland is ontleend aan: Ten Doornkaat Koolman (1879-1884), Schönhoff (1908), 185, Rakers (1947) de ongepubliceerde kaart 121, Woeste (1930) en het Rheinisches Wörterbuch (1928-1971).
Het woord uit werd gekozen omdat het in de Rnd voorkwam en daarin het enige woord was dat in alle atlassen gevraagd is, en omdat het zonder twijfel een wgm. û heeft en geen leenwoord is. Alle andere woorden met een ui in het Nederlands moesten om een van de genoemde redenen afvallen.
Een uitvoerige taalkundige toelichting en bibliografie van de kaart is gepubliceerd door H.Ryckeboer in TT XXV (1973) 48-82. We volstaan hier met enkele toevoegingen. De ontrondingsverschijnselen zijn niet besproken; daarvoor te raadplegen literatuur vooral: Taeldeman 1968; Verstegen 1941. Bij de vergelijking van de kaart van Ryckeboer in TT en van kaart 12 zal blijken dat er enkele verschillen zijn. Soms werd een afwijkende opgave pas gecontroleerd nadat Ryckeboer zijn kaart maakte. Dat is b.v. het geval geweest met de ue-opgaven in het uu-gebied in de omgeving van de IJsel. In andere gevallen werden gebruikte spellingen anders geīnterpreteerd. Een gemedialiseerde oe kan gespeld zijn als een palatale klinker. Deze veranderingen zijn heel gering in aantal en doen aan het totaalbeeld van de kaart geen afbreuk. In de gebruikte tekens is er enig verschil: de schuine lijntekens hebben een andere richting, wat slechts een technische kwestie is, de driehoekjes gebruikt voor de oe-klank zijn vervangen door halve maantjes. In het oorspronkelijke plan zou kaart 11 de palatalisering, 12 de diftongering vooral in beeld brengen. Door de visie van Ryckeboer kwam het accent meer te liggen op de tegenstellingen van het eerste element van de tweeklank of de enige vocaal: velair of palataal/mediaal. De oudste variant oe speelde daarin ternauwernood een rol. Door het gebruik van de gevulde halve-maan hebben we deze oe een teken gegeven dat zowel meer opvalt als duidelijker een eigen karakter heeft, omdat het van cirkel en lijnteken verschilt.
Ruim dertig gegevens werden niet ingetekend omdat de | ||||||||||
[pagina 79]
| ||||||||||
kaart al te vol was. Ze worden hier niet genoemd omdat ze geheel in het geografisch beeld passen. Vier maal werd een spelling met een teken voor een mediaal/palatale klank niet gehonoreerd, omdat ernaast een velaire vocaal was opgegeven. Het zijn de plaatsen: Humbeek (P 2), Weerde (P 7), Eppegem (P 8), Gingelom (P 175). |
|