| |
| |
| |
10.1 Annexatie van gemeenten: de grote stad als slokop
| |
| |
| |
10 Een land opgedeeld in 458 gemeenten
Je vertelde ons over provincies, zegt Emilie. Maar papa zei dat we naar de gemeente moesten schrijven over dat hockeyveld. En een gemeente is toch niet hetzelfde als een provincie?
Wij hebben eerder gezien dat de ministers en het rijk niet alles regelen, zegt Opa Politiek. En dat kan de provincie natuurlijk ook niet! Alle provincies zijn dan ook op hun beurt weer verdeeld in gemeenten. Dat zijn er heel wat meer dan twaalf! Vroeger was bijna elk dorp een aparte gemeente, en waren er meer dan 1200. Dat is later op twee manieren sterk veranderd. In de eerste plaats werden sommige steden steeds groter. Daarom wilden zij dat kleinere gemeenten in hun buurt bij hen werden gevoegd. Dat wordt ‘annexatie’ genoemd, wat een mooi en moeilijk woord is voor het opslokken van kleinere gemeenten door grote steden. In de tweede plaats vonden het rijk en de provincies dat veel gemeenten te klein waren om alles te doen wat nodig was. Daarom besloten zij dat die beter konden samengaan met andere, misschien ook wel grotere dorpen in één gemeente. Dat vindt lang niet iedereen altijd prettig. Want een eigen dorp is wel wat anders dan een aantal dorpen samen! Vroeger had elk dorp ook een eigen gemeentehuis en een eigen burgemeester. Nu moeten zij soms veel ver- | |
| |
der gaan naar een ander dorp of een kleine stad die nu ook hun gemeente is geworden, al vinden de inwoners dat niet leuk. Maar het is wel waar dat zo'n grotere gemeente meer dingen goed kan regelen dan een klein dorp dat daarvoor geen geld en geen mensen heeft. Aan het begin van dit jaar waren er in Nederland nog 458 gemeenten. Dat zijn er toch nog heel wat!
Maar Opa Politiek, houdt David vol, wat zijn dan gemeenten? Wie zijn die mensen die alles voor hun stad of voor hun dorpen moeten regelen?
Elke gemeente heeft een ‘burgemeester’, zegt Opa Politiek. En er is ook voor elke gemeente een ‘gemeenteraad’. Die gemeenteraad is voor de gemeente wat de Provinciale Staten zijn voor de provincie: een parlementje in het klein. Die worden, net als in de provincies, elke vier jaar door iedereen boven de achttien jaar in die gemeente gekozen. Elke nieuwe gemeenteraad kiest een aantal mensen die samen met de burgemeester de gemeente moeten besturen. Die mensen noemen wij met een oud woord ‘wethouders’, dat zijn een soort ministers van de gemeente.
Maar wat doet die burgemeester dan? vraagt Nathalie, en kunnen wij die ook kiezen?
De burgemeester is de belangrijkste bestuurder van de gemeente. En hij is ook verantwoordelijk voor de politie en de brandweer en andere zaken die de gemeente veilig moeten maken. In Nederland is het al heel lang zo, sinds wij één staat onder een koning met zijn ministers hebben, dat die burgemeesters benoemd worden door de koningin en de minister van Binnenlandse Zaken, al moeten voor grotere gemeenten ook de andere ministers in de ministerraad die benoeming goedkeuren. Mensen die graag burgemeester willen worden, schrijven een deftige brief aan de koningin, waarin zij zeggen dat zij ‘gaarne in aanmerking’ zouden willen komen voor de
| |
| |
10.2 458 gemeenten en dus 458 burgemeesters
post van burgemeester in die en die plaats. Dan zoekt eerst de Commissaris van de Koningin onder hen die zo'n brief hebben geschreven de beste mensen uit. Die werden vroeger eerst door hem, en daarna door de minister van Binnenlandse Zaken ontvangen. Wie zij de meest geschikte vinden, wordt door de koning en de minister tot burgemeester benoemd. Dat vinden de ministers ook wel goed, want dan weten zij dat die burgemeester er ook voor kan zorgen dat die gemeenteraden en die wethouders geen dingen zullen doen die de koning en de ministers niet willen. Maar tegenwoordig zijn er ook veel gemeenten die dat niet meer willen. Want zeker de grotere steden, maar ook veel kleinere gemeenten, denken dat zij zelf veel beter weten wat nodig is voor hun gemeente dan die Haagse ministers of de Commissaris van de Koningin. Gemeenteraden willen daarom meer te zeggen hebben over wie hun burgemeester wordt en wie niet. Het is nu al zo, dat mensen die kans hebben om burgemeester te worden, komen spreken met een aantal leden van de gemeenteraad die dan samen een ‘Vertrouwenscommissie’ vormen. Die beslissen dan wie zij de beste vinden, en laten dat weten aan de Commissaris van de
| |
| |
Koningin en de minister van Binnenlandse Zaken. Meestal benoemt die minister dan samen met de koningin degene die zo'n Vertrouwenscommissie het liefst benoemd wilde zien.
Ik vind dat maar ingewikkeld, Opa Politiek, zegt Elsemieke. Waarom kunnen alle mensen in hun gemeente niet hun eigen burgemeester kiezen?
Daar wordt tegenwoordig vaak over gesproken, zegt Opa Politiek. En er zijn ook partijen die dat zo willen regelen. Maar dat is niet zo gemakkelijk. Want in de grondwet staat dat de burgemeester bij Koninklijk Besluit, dat wil zeggen door de koningin en de minister van Binnenlandse Zaken, wordt benoemd. En zoals jullie weten, is de grondwet heel moeilijk te veranderen, omdat elke wijziging twee keer door de Tweede en de Eerste Kamer moet worden behandeld. En de tweede keer, zo heb ik jullie eerder verteld, moet zo'n verandering door tweederde worden goedgekeurd, en kan dus éénderde van de leden van beide Kamers plus een die verandering tegenhouden. Dat is niet zo lang geleden ook gebeurd. Daarom geldt nog altijd de oude grondwet die zegt dat de burgemeester, net als trouwens de Commissaris van de Koningin, alleen door de koningin en de minister van Binnenlandse Zaken, kan worden benoemd.
Maar waarom willen mensen zo'n verandering van de grondwet dan tegenhouden? vraagt Elsemieke. Dat is toch vreemd?
Tja, zegt Opa Politiek een beetje peinzend. Maar weet je, zij die willen dat de burgemeester voortaan door alle kiezers in een gemeente gekozen wordt, die willen vaak nog meer. Zij vinden dat die burgemeester voortaan ook maar de wethouders moet aanwijzen. Maar hoe gaat het dan als er ruzie ontstaat tussen de burgemeester, die zou zeggen: jullie moeten doen wat ik zeg, want ik ben gekozen door alle mensen in de gemeente, en de gemeenteraad die zegt: wat een onzin, want
| |
| |
wij zijn evengoed gekozen door de kiezers in onze gemeente! Veel mensen vinden het daarom beter, dat niet de kiezers de burgemeester aanwijzen, maar dat de gemeenteraad dat zou doen. Maar dan is het verschil al minder groot met zoals het nu is. Want ook nu al spreken leden van de gemeenteraad, via hun Vertrouwenscommissie, met mensen die burgemeester willen worden. En daarna laten zij aan de minister weten wie zij het liefst benoemd willen hebben.
Ingewikkeld allemaal, vinden David en Emilie. Net zei je dat de gemeenteraad, die gekozen wordt door alle mensen in de gemeente, de wethouders kiezen. Maar hoe zit dat nu precies, en wie is er nu de baas in de gemeente: de burgemeester, of de raad, of zijn dat misschien die wethouders?
Laten wij beginnen te kijken hoe er wethouders komen, zegt Opa Politiek. Als er na de gemeenteraadsverkiezingen een nieuwe gemeenteraad is, praten de leden met elkaar om te zien welke partijen in die gemeente willen gaan samenwerken en samen wethouders willen kiezen. Vroeger waren die wethouders altijd leden van de gemeenteraad. Die waren meestal ook in de gemeente bekend omdat zij vaak al langer in de gemeenteraad hadden gezeten en misschien al eerder wethouder waren. In ieder geval hadden zij ook op de lijst gestaan bij de verkiezingen van de gemeenteraad. Een tijdje geleden is besloten dat voortaan ook mensen tot wethouder benoemd kunnen worden die niet zelf in de raad zijn gekozen. Ze hoeven niet eens in de gemeente zelf te wonen! Dat zouden dan mensen kunnen zijn die veel verstand hebben van politiek en bestuur. Maar dan is er wel het probleem dat het mensen zijn die het dorp of de stad misschien niet zo goed kennen.
Hoe het ook zij, zegt Opa Politiek, terwijl er aan de ene kant de gemeenteraad is, vormen burgemeester en wethouders samen het College van Burgemeester en Wethouders. Die noe- | |
| |
men wij in het kort b en w. Zij besturen de gemeente. Net zoals ministers het parlement nodig hebben, zo hebben burgemeester en wethouders de gemeenteraad nodig voor nieuwe wetten (die worden ‘gemeentelijke verordeningen’ genoemd) en voor het geld dat nodig is. En het gebeurt ook nogal eens dat de gemeenteraad bepaalde wethouders, die de raad eerder zelf heeft gekozen, niet langer wil houden en wegstuurt. En ook komt het voor dat de raad, of de wethouders problemen hebben met de burgemeester. Als dat heel erg wordt, verklaren zij dat zij het onmogelijk vinden nog langer met die burgemeester samen te werken en dat die maar beter weg kan gaan. Al kan alleen de minister daartoe besluiten, die die burgemeester samen met de koningin eerder had benoemd.
Maar Opa Politiek, zegt Nathalie. Dan vind ik een ding vreemd. Zo'n burgemeester wordt niet door de kiezers, en ook niet door de raad benoemd, terwijl de leden van de gemeenteraad wel door de kiezers gekozen worden en de wethouders weer door de gemeenteraad. En toch weet vaak iedereen wel wie de burgemeester is van een stad of dorp, terwijl de wethouders en de leden van de gemeenteraad veel minder bekend zijn. Hoe kan dat nou?
Je moet wel bedenken, antwoordt Opa Politiek, dat de burgemeester een erg belangrijke man in de gemeente is. Want hij is de voorzitter van het College van b en w, en ook de voorzitter van de gemeenteraad, en hij heeft ook nog eigen taken, zoals zorgen voor rust en orde in de gemeente. Al doen de wethouders dat soms ook wel, toch houdt vooral de burgemeester contact met ministers of hoge ambtenaren in Den Haag over kwesties die van groot belang zijn voor de gemeente. En bij alles wat er in de gemeente gebeurt, is hij vaak aanwezig. Dan spreekt hij ook met de mensen. Daarom wordt hij algauw heel bekend, al was hij dat eerst nog niet, en woonde hij eerder misschien wel heel ergens anders.
| |
| |
Eén ding, Opa Politiek, zegt Nathalie. Als je zoals net over de burgemeester spreekt, dan zeg je altijd ‘hij’, maar dat kan toch ook best een vrouw zijn? Waarom zeg je dan niet zij?
Je hebt natuurlijk gelijk, zegt Opa Politiek. Dan zou ik elke keer weer moeten zeggen ‘hij of zij’, en ‘hem of haar’, en dat wordt zo vermoeiend. Maar nogmaals, je hebt gelijk! Er worden de laatste tijd wel steeds meer vrouwen benoemd, en niet meer zoals een tijd geleden alleen, of bijna alleen, maar mannen. En ik kan nog verder gaan: er zitten tegenwoordig meer vrouwen dan mannen in de gemeenteraden. Misschien moeten wij voor de verandering maar eens gaan spreken over ‘zij’ in plaats van ‘hij’ als we het hebben over burgemeesters of wethouders of leden van de gemeenteraad.
10.3 Burgemeester en Wethouders
| |
| |
Nu moet je toch nog een ding aan ons uitleggen, vindt Nathalie. Je hebt eerder gezegd dat alle Nederlanders boven de achttien jaar samen de leden van de Tweede Kamer kiezen, en dat zij ook de leden van het parlement van de provincie mogen kiezen...
Je zegt parlement, zegt Elsemieke, maar zo heet dat toch niet, dat lichaam heet toch Provinciale Staten!
Nou ja, zegt Nathalie, dat bedoelde ik ook, maar daar had ik het niet over. Wat ik wilde zeggen is dat alle volwassen mensen in de gemeente hun gemeenteraad mogen kiezen. Maar doen zij dat dan allemaal op dezelfde dag dat zij ook voor de Provinciale Staten en voor de Tweede Kamer kiezen?
Nee hoor, zegt Opa Politiek. Want weet je nog dat als er ruzie komt tussen de Tweede Kamer en de ministers, dat dan die Kamer ontbonden kan worden, en dat er dan nieuwe verkiezingen gehouden moeten worden? Dan zit zo'n Kamer geen vier jaar, en de ministers blijven dan ook niet meer, en daarom weet je nooit zeker of die verkiezingen voor de Tweede Kamer wel altijd precies om de vier jaar zullen worden gehouden, of misschien eerder, zoals nu ook gebeurt.
Maar dan zou men toch ook wel kunnen zeggen, Opa Politiek, dat er dan tegelijk ook maar verkiezingen gehouden moeten worden voor de provincie en een nieuwe gemeenteraad? vraagt David.
Waarom zou je dat doen? zegt Opa Politiek. Misschien gaat het in die provincies of in die gemeente nu juist allemaal goed. Bovendien: de mensen vinden toch al vaak de verkiezingen voor de Tweede Kamer veel belangrijker dan de verkiezingen voor de provinciale staten en voor de gemeenteraad. En dan heb je kans dat die kiezers helemaal niet meer nadenken over wat er nu wel of niet in hun provincie of in hun gemeente moet gebeuren, en wie dat daar het beste zou kunnen doen.
Is dat nu ook al niet zo? vraagt Elsemieke. Wij hebben net gemeenteraadsverkiezingen gehad. En wie zag je toen telkens weer op de televisie, of
| |
| |
in grote vergaderingen? Dat waren toch juist die bekende mensen uit de Tweede Kamer en de nationale politiek, en heus niet alleen de leden van de gemeenteraad, of de wethouders, of misschien de burgemeester. En als dat nu al gebeurt, zou het dan heel veel anders worden, als wij voortaan altijd gewoon tegelijk én de leden van de Tweede Kamer én de leden van de Provinciate Staten én de gemeenteraadsleden op dezelfde dag zouden kiezen?
Ja, zegt Opa Politiek. En er zijn ook mensen die dat wel willen. Die zeggen: moet je nu eens kijken naar die verschillende verkiezingen! Mensen vinden die verkiezingen voor de Tweede Kamer veel belangrijker dan die andere verkiezingen. Want dan gaan er veel meer mensen naar de stembus dan bij verkiezingen voor de Provinciale Staten of de gemeenteraden.
Maar Opa Politiek, zegt Nathalie dan weer, dan kun je toch ook zeggen dat het beter zou zijn als al die verkiezingen wél op dezelfde dag gehouden worden. Je zegt zelf dat er dan veel meer mensen ook voor de Provinciale Staten en de gemeenteraden zouden stemmen, omdat zij toch al zouden komen voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer.
Dat is wel een goed argument, zegt Opa Politiek, maar dan moet je wel bedenken dat mensen lang niet altijd op dezelfde partij zouden willen stemmen voor de Kamer, de Provinciale Staten en de gemeenteraad, en dat er in veel gemeenten misschien niet alle landelijke partijen mee zullen doen, maar soms wel andere mensen die alleen willen denken en werken voor hun gemeente. Dat kan juist betekenen dat veel meer rekening wordt gehouden met wat voor zo'n gemeente nu belangrijk is. En dan zou het misschien wel jammer zijn als daardoor die plaatselijke groeperingen veel minder kansen zouden hebben. En bovendien: helemaal waar is het niet dat mensen altijd meer stemmen voor de Tweede Kamer dan voor de gemeenteraad. Want in kleinere gemeenten stemmen men- | |
| |
sen vaak juist wel voor hun eigen raad, veel meer dan dat de kiezers in grote steden doen.
Dan heb ik toch nog een vraag, zegt Elsemieke. Want ik weet dat de leden van de Eerste Kamer niet door alle kiezers gekozen worden, maar door de leden van de Provinciale Staten. Dat betekent dan toch ook dat het voor de ministers en voor de partijen verschrikkelijk belangrijk kan zijn wie er in die Provinciale Staten terecht zullen komen? Want die bepalen toch wie er in de Eerste Kamer komen? Je zei dat die Eerste Kamer nee kan zeggen tegen alle wetten, en daarom zullen de partijen het toch wel heel belangrijk vinden ervoor te zorgen dat zij het goed doen in die verkiezingen voor de Provinciale Staten!
Zeker, zegt Opa Politiek, maar toch zijn er heel veel kiezers, en zeker ook mensen die niet gaan stemmen, die daar niet aan denken. En daarom, zo heb ik jullie al gezegd, komen er toch minder mensen stemmen voor de Provinciale Staten dan voor de Tweede Kamer. En dan kan het ook wel zijn dat daarom de samenstelling van de Eerste Kamer er anders uit komt te zien dan hoe de Tweede Kamer is samengesteld. Dan zeggen de leden van de Tweede Kamer soms: wij zijn direct door alle Nederlanders gekozen, en daarom zijn wij belangrijker. Maar dan zeggen veel leden van de Eerste Kamer: wij zijn op een andere manier, en misschien zelfs wel later dan jullie, gekozen. En wij hebben ook veel minder rekening te houden met al dat gedoe van die nationale verkiezingen, waarin de partijen met elkaar strijden, en daarom zijn wij veel vrijer om zelf te oordelen. Daar kun je ook weer over twisten, zegt Opa Politiek. Want ook de leden van de Eerste Kamer worden gekozen op lijsten die de partijen hebben opgesteld. Het is wel waar dat de Eerste-Kamerleden vaak wat ouder en ervarener zijn. Zij vinden dat zij zelf zorgvuldig moeten beslissen, en niet alleen omdat hun partijen alles al van tevoren hebben bedisseld. En daarom
| |
| |
vinden de leden van de Eerste Kamer het ook wel goed, dat men de Provinciale Staten laat kiezen op een ander tijdstip, in plaats van dat zij er precies zo uit zouden komen te zien als de Tweede Kamer!
Over wat de gemeente doet kun je veel vinden op de site van het jeugdjournaal: http://www.nos.nl/jeugdjournaal/uitleg/Gemeenteraad/Uitslag.html. Ook op http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse gemeenten wordt veel over gemeenten uitgelegd. En zoals over veel onderwerpen, is er ook over de gemeenten informatie te vinden op de website www.overheid.nl, Klik daar op ‘overheidsorganisaties’, of typ direct www.overheid.nl/organisaties/decentraal/ in, dan vind je allerlei informatie over provincies, gemeenten en waterschappen. Je kunt ook doorklikken naar elke gemeente. Iedere gemeente heeft zijn eigen website. Probeer er maar eens een paar, dan zul je zien hoe verschillend die sites zijn. Helaas houden lang niet alle gemeenten rekening met wat kinderen over de gemeente of hun gemeente zouden willen weten, al wordt er wel vaak over ‘jeugd’ en ‘jeugdbeleid’ gesproken.
|
|