| |
| |
| |
6.1 Adviseurs op bezoek bij de koningin
| |
| |
| |
6 Hoe komt er een nieuwe regering?
Opa Politiek, zegt Emilie, nu weten we een heleboel over hoe wij later kunnen stemmen, en hoe mensen in het parlement gekozen worden, en waarom er zo veel partijen zijn. Maar dan weten we nog steeds niet hoe er ministers komen! En daar hadden we het toch over, toen wij je vroegen of de koningin de baas is in Nederland!
Tja, zegt Opa Politiek, dat is ook niet zo gemakkelijk te vertellen. Zodra de verkiezingen gehouden zijn en er bekend is hoeveel leden elke partij in de Tweede Kamer heeft gekregen, komen die als ‘fractie’ bijeen. Een fractie noemen wij de leden van de partij die in de Tweede Kamer gekozen zijn. Die kiezen direct iemand uit hun midden als ‘fractievoorzitter’. Meestal is dat de man of vrouw die op het stembiljet boven aan de lijst heeft gestaan. Kijk daar nog maar eens naar. Vaak zag je die ook op de verkiezingsposters staan!
Kiezen die ‘fracties’, of hoe je die noemt, dan ook direct ministers? vraagt Nathalie.
Nee hoor, dat gaat anders, zeg Opa Politiek. Na de verkiezingen vraagt de koningin een aantal mensen bij haar te komen. Eerst de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer, want die weten meestal wel wat de verschillende partijen in het parlement denken. Daarna de vicevoorzitter van de Raad van
| |
| |
State. Dan nodigt de koningin alle fractievoorzitters in de Tweede Kamer uit. Zij vraagt de mening van ieder van hen welke ministers er moeten komen die samen met haar de regering zullen vormen. Dan wil zij ook wel weten of die ministers wel voldoende steun zullen vinden in het nieuwe parlement. Je weet nog wel: in de Tweede Kamer zitten 150 Kamerleden. Als er nu een nieuwe regering zou komen, die bijvoorbeeld maar 50 leden in die Tweede Kamer wil hebben, dan zijn er mogelijk wel 100 die daar tegen zijn. Die kunnen dan direct zeggen: die regering willen wij niet! Dat kunnen zij doen door te stemmen over een ‘motie’ - dat is, zoals ik jullie al verteld heb, een uitspraak van de Tweede Kamer - waarin zij zeggen geen vertrouwen te hebben in de nieuw voorgestelde regering. Als zo'n motie van wantrouwen zou worden aangenomen, zouden die nieuwe ministers meteen weer moeten weggaan! De koningin, en alle leden van de Tweede Kamer, weten dat natuurlijk ook. Daarom vraagt de koningin alle fractieleiders hoe er een regering kan komen met ministers die voldoende mensen in de Tweede Kamer achter zich hebben. Weet een van jullie hoeveel mensen dat dan moeten zijn? vraagt Opa Politiek.
Allemaal, zegt David!
Dat zou misschien wel prettig zijn, zegt Opa Politiek, maar dat is niet zo waarschijnlijk. Want er waren toch juist veel verschillen tussen de partijen bij de verkiezingen. Dan zou zo'n regering misschien bestaan uit mensen die het helemaal niet met elkaar kunnen vinden, en misschien zelfs grote ruzie met elkaar zouden maken!
Nou, zegt Emilie, dan zeg ik 100, want dat is een mooi getal. Als 100 van de 150 mensen in het parlement zo'n regering zouden steunen, dan is dat toch zeker genoeg!
Tja, zegt Opa Politiek, dat is zeker zo. Maar dat hoeft niet.
| |
| |
Ik denk dat ik het weet, zegt Nathalie: ik denk 75, wam dat is net voldoende!
Je hebt bijna gelijk, zegt Opa Politiek. Maar net niet helemaal. Want als 75 mensen wel de regering willen en 75 mensen niet, en als die laatste 75 dan ook tegen die regering zouden stemmen, dan zijn de 75 stemmen van Kamerleden die die regering wel willen hebben, niet voldoende. Dan ‘staken’ de stemmen, zoals dat heet. Als een stemming wordt gehouden en er stemmen precies evenveel mensen tegen als voor, dan is de afspraak dat het voorstel niet aangenomen is.
O, zegt Nathalie, dan had ik toch gelijk dat je maar beter wat meer stemmen kunt hebben dan de 75 die een regering willen. Daarom zeg ik dan nu maar 80 en geen 100.
Zeker, 80 is genoeg, zegt Opa Politiek, maar het kan nog met iets minder stemmen.
Ik begrijp het, zegt Elsemieke, als 76 mensen voor die regering zijn, kunnen er nooit meer dan 74 stemmen tegen die regering zijn, en dat is dan ook voldoende!
Zo is het, zegt Opa Politiek, maar dan moeten die 76 wel altijd allemaal bij elke nieuwe kwestie in de Tweede Kamer de regering willen steunen. Want als er een paar van die leden voor de verandering een keer tegen de regering zouden stemmen, dan kunnen er toch grote moeilijkheden komen. En daarom, al hoeft dat niet, zijn wat meer stemmen dan 76 wel gemakkelijker voor een regering!
Opa Politiek, zegt Elsemieke, je praat nu al over stemmen over een nieuwe regering. Maar zover waren wij toch nog niet? We hadden het toch over vragen die de koningin aan het stellen was aan al die mensen die zij gevraagd had bij haar te komen om te zien hoe er een nieuwe regering kon komen?
Zeker, zegt Opa Politiek. Daarom gaan we terug naar de
| |
| |
gesprekken van de koningin met haar ‘adviseurs’, de mensen die zij heeft uitgenodigd, je weet wel, de voorzitters van de Tweede en de Eerste Kamer en alle fractievoorzitters. Wanneer zij met die gesprekken klaar is, denkt zij na over wat ieder van hen haar heeft gezegd. Dat noemen wij met een mooi woord: dan ‘weegt’ zij de ‘adviezen’ die zij heeft gekregen. En dan laat zij iemand bij zich komen en vraagt deze te kijken wat de beste regering zou kunnen zijn die door voldoende mensen in de Tweede Kamer gesteund zal worden. Misschien zegt zij dan wel dat deze persoon zelf maar moet proberen die regering te vormen. In dat geval benoemt zij hem of haar tot ‘formateur’. Maar meestal vraagt zij iemand om te gaan spreken met de fracties in de Tweede Kamer om te zien wat de beste kans zou zijn voor een regering, zonder dat hij of zij zelf minister hoeft te worden. Zo iemand heet dan ‘informateur’. Dat is iemand die inlichtingen verzamelt en de koningin laat weten wat wenselijk en mogelijk zou zijn, en wat niet. Al kan het ook best zijn dat die man of vrouw later toch de formateur van het nieuwe kabinet zal worden, en zelfs minister-president of minister!
Waarom is dat allemaal zo nodig en zo ingewikkeld? vraagt David.
Dan moet je maar eens zien waarom het niet zo makkelijk is om een regering te vinden met voldoende steun in de Tweede Kamer, zegt Opa Politiek. Er zijn landen waarin één partij een regering kan vormen, omdat die niet alleen de grootste partij in het nieuwe parlement is, maar bij de verkiezingen in haar eentje meer dan de helft van de leden van het parlement in dat land heeft gewonnen. Maar dat gebeurt nooit in het land van minderheden dat Nederland is. Kijk nog maar eens naar de tekening met de uitslag van de laatste verkiezingen, in 2003. Wie ziet daar wie de grootste was?
Ik, zegt David, die met 44 mensen.
| |
| |
Juist! zegt Opa Politiek. Dat was het cda. Die kreeg toen de meeste stemmen. Maar konden die dan ook alleen regeren?
Niks daarvan, zegt Nathalie, want wij hebben toch net uitgerekend dat je dan toch minstens 76 leden in de Tweede Kamer moet hebben die je willen steunen. En dan is 44 nog veel te weinig!
Wat moet die partij, dat Christen-Democratisch Appèl, dan doen om wel te kunnen regeren? vraagt Opa Politiek.
Nogal logisch, zegt Emilie. Die moeten tegen de Partij van de Arbeid, die bijna net zo veel zetels kreeg, zeggen dat zij maar samen moeten regeren.
Tja, zegt Opa Politiek. Dat zeiden heel veel mensen ook toen in 2003 afgesproken moest worden wie de regering zouden vormen. Maar dat cda had helemaal geen zin om samen te werken met een partij die bijna even groot was. Want dan hadden die cda'ers misschien zelf veel minder te vertellen. En ook hadden zij eerder al heel wat ruzie met de socialisten gehad. Dus over zo'n regering van cda en PvdA is toen wel gesproken, en nog lang ook, om te zien of zij het toch niet samen zouden kunnen doen, maar eigenlijk wilde het cda dat niet. En toen hebben zij naar andere mogelijkheden gekeken.
6.2 De verkiezingsverschuivingen van 2003 en het kabinet-Balkenende ii
| |
| |
Dat lijkt mij toch wel erg moeilijk, zegt Elsemieke. Want als je naar de partij kijkt die na het cda en de PvdA de grootste werd, dan waren dat de liberalen van de vvd met 28 zetels.
Zeker, zegt Opa Politiek, die wilden wel graag, en het cda wilde dat ook, want die hadden al eerder samengewerkt in de vorige regering. Maar dan is er toch nog een probleem.
Natuurlijk, zegt Elsemieke. Als je de 44 van het cda en de 28 van de vvd bij elkaar optelt, dan zijn dat samen toch nog maar 72 zetels. En dat is te weinig! Maar wat dan? Als er alleen met de PvdA genoeg mensen waren in de Tweede Kamer om een nieuwe regering te steunen, maar het cda en de vvd willen toch samen regeren, dan kan dat alleen als zij er nog een partij bij halen!
Natuurlijk, zegt Opa Politiek. En dat wisten zij ook heel goed. Maar wie zou dat dan moeten worden?
Ik denk die partij met 8 zetels die eerder gevormd werd door die Fortuyn, zegt Emilie.
Zo is het, zegt Opa Politiek, en dat was ook eerder gebeurd, niet bij de laatste verkiezingen in 2003, maar bij verkiezingen niet zo lang daarvoor in 2002. Dat vertelde ik jullie al. Maar ik vertelde toen ook dat er daarna heel veel ruzie kwam in het kabinet, in het parlement, en binnen de lpf. Het cda en de vvd hadden er daarom geen zin meer in om het nog eens met die partij te proberen, want dan zouden er, wie weet, opnieuw grote problemen komen. En dan had je niks aan die 8 zetels die de lpf nog had!
Nou, zegt Nathalie, die al lang weer was gaan kijken wie er dan wel bij zou kunnen komen: dan zeker die 6 van D66, want met hun drieën hadden zij wel genoeg stemmen in de Tweede Kamer, want 44 en 28 en 6, zijn samen 78 stemmen. En dat is voldoende!
Dat heb je goed gezien, Nathalie, zeg Opa Politiek. En dat is toen ook gebeurd. Maar voor het zover was moest er nog heel
| |
| |
wat gesproken worden. Want genoeg stemmen hebben is een heel belangrijk ding, maar er moeten ook nog heel veel zaken beslist worden. Ik zal het op een papiertje schrijven wat er allemaal nodig is voordat er een nieuwe regering komt: Er moet een program komen, of misschien beter: een regeerakkoord.
Er moet besloten worden hoeveel ministers elke partij die meedoet in de regering zal krijgen. Dat noemen wij de zetelverdeling.
Er dan moet ook worden afgesproken welke ministersposten elke partij krijgt, dat noemen wij met een moeilijk woord: welke portefeuilles elke partij zal krijgen.
En ten slotte moet ook nog besloten worden welke personen dat dan zullen zijn.
6.3 Het briefje van Opa Politiek
Dat is een heel lijstje. Daar wordt vaak weken-, en soms maandenlang over gepraat, onder leiding van de formateur, of de informateur, die, zoals wij eerder zagen, in opdracht van de koningin onderzoekt hoe een regering kan worden gevormd. Daarom is één formateur of informateur vaak nog niet voldoende. Als de eerste er niet in slaagt, benoemt de koningin een andere informateur, en soms wel twee tegelijk, en een enkele keer, zoals de laatste maal, zelfs drie tegelijk: één van het cda, één van de vvd en één van D66. En of die er dan uit
| |
| |
6.4 De vele ministers
komen is nog niet eens zeker, want het kan best zijn dat een van die drie partijen niet tevreden is met de voorstellen die de informateurs doen. Dan is er weer een nieuwe crisis en moet er opnieuw gepraat worden, misschien zelfs toch wel met andere partijen. De koningin heeft het dan ook helemaal niet gemakkelijk in zo'n formatie. Zelfs al dringt zij er bij de verschillende partijen op aan om het eindelijk eens te worden, dan hoeft dat toch nog geen succes te hebben!
Vreemd hoor, zegt David. En dat vinden de anderen ook. Kan je dat lijstje met die vier ingewikkelde woorden wat uitleggen? vraagt Emilie. Want die heb je vast niet voor niets opgeschreven!
Ik zal het proberen, zegt Opa Politiek. Eerst staat er: ‘program’. Dat betekent: wat wil de nieuwe regering gaan regelen en hoe worden de partijen die samen de regering gaan vormen het daarover eens. Iedere partij heeft zo zijn eigen verlangens. Als de andere partijen dat best vinden, is er geen probleem, want die hebben ook wel eigen wensen. Maar als er al direct onenigheid of zelfs ruzie over dreigt te ontstaan, dan wordt het moeilijk. Soms lossen ze dat op doordat de partijen tegen elkaar zeggen: als jullie doen wat wij op dit punt willen, dan
| |
| |
doen wij wat jullie willen op een ander, voor ons belangrijk punt. Als dat niet van harte gebeurt, kan het best zijn dat er later toch nog moeilijkheden komen. Verstandige mensen met veel ervaring zeggen dan ook: je moet niet te veel afspraken maken, want daar krijg je alleen maar moeilijkheden van! Je weet nooit van tevoren wat de problemen kunnen worden waar de nieuwe regering later voor zal komen te staan. Maar ja, elke partij die samen met de andere twee de regering wil vormen, zegt toch: wij willen wel zeker weten dat er ook gaat gebeuren wat wij nu afspreken. En dan worden in lange en moeilijke gesprekken allerlei afspraken gemaakt over wat de nieuwe regering zal doen. Die worden dan vastgelegd in een ‘regeerakkoord’. Daarin verklaren de partijen die samen de regering gaan vormen dat zij het met die en die punten eens zijn en er daarom voor willen zorgen dat die ook zullen worden uitgevoerd.
Wat bedoel je dan met ‘zetelverdeling’? vraagt Emilie, die intussen ongeduldig naar het papiertje van Opa Politiek zat te kijken.
Daar bedoelen wij mee, zegt Opa Politiek, hoeveel ministers elke partij zal krijgen. Dan is het vaak nodig om meer ministers te benoemen dan de partijen eerder wilden. Want de kleinste partij is meestal niet tevreden als zij maar één minister in de regering krijgen. Die zou dan immers helemaal alleen voor die partij moeten spreken met veel meer ministers van de andere partijen. En dus zei D66 in 2003 dat zij toch minstens twee ministers in de regering wilde hebben, en ook nog een onderminister. Zo'n onderminister wordt ‘staatssecretaris’ genoemd. Die komt dan wel niet altijd aan de ministerstafel te zitten, zoals de echte ministers, maar kan toch vaak heel wat te zeggen krijgen.
Dan heb ik een andere vraag voor jullie: als D66 twee minis- | |
| |
ters
6.5 Zetels en portefeuilles: wie krijgt wat?
zou krijgen, hoeveel ministers zouden dan het cda en de vvd moeten krijgen?
De rekenmeesteres Elsemieke zegt meteen: 2 ministers voor 6 leden in de Tweede Kamer, dat is voor elke 3 Kamerleden een ministerspost. Dan zou de vvd met hun 28 zetels minstens 9 ministers moeten krijgen, en het cda wel bijna 15, dat is samen 15 en 9 en 2 = 26 ministers in die nieuwe regering. Dat is wel een boel!
Zeker, zegt Opa Politiek, dat is veel te veel. Die zouden samen niet eens gemakkelijk rondom de grote ministerstafel kunnen zitten wanneer de ministers vergaderen. Dat gebeurt ook niet. Kijk, hier heb je een lijstje van ministers in het kabinet-Balkenende ii dat in 2003 werd gevormd. Tellen jullie maar eens hoeveel ministers elk van de drie partijen had.
| |
| |
| |
Samenstelling kabinet-Balkenende II (per 1 juni 2006)
Minister-president |
Mr. Dr. J.P. Balkenende cda |
Viceminister-president |
Drs. G. Zalm (zie: Financiën) vvd |
Viceminister-president |
Mr. L.J. Brinkhorst (zie: Economische Zaken) D66 |
Algemene Zaken |
Mr. Dr. J.P. Balkenende (zie MP) cda |
Buitenlandse Zaken |
Dr. B.R. Bot cda |
Justitie |
Mr. J.P.H. Donner cda |
Binnenlandse Zaken |
J.W. Remkes vvd |
Financiën |
Drs. G. Zalm vvd |
Defensie |
H.G.J. Kamp vvd |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen |
Mw. M.J.A. van der Hoeven cda |
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer |
Mw. S.M. Dekker vvd |
Verkeer en Waterstaat |
Mw. drs. K.M.H. Peijs cda |
Economische Zaken |
Mr. L.J. Brinkhorst D66 |
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij |
Dr. C.P. Veerman cda |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Mr. A.J. de Geus cda |
| |
| |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Drs. J.H. Hoogervorst vvd |
Zonder Portefeuille |
Drs. A. Pechtold D66 (bestuurlijke vernieuwing en koninkrijksrelaties)
Mw. A.M.A. van Ardenne-Van der Hoeven cda (Ontwikkelingssamenwerking)
Mw. drs. M.C.F. Verdonk vvd (vreemdelingenbeleid en integratie) |
Emilie zegt: ik zie er 2 van D66, want dat wisten wij al. En Nathalie rekent snel uit: ik zie er 6 van de vvd. En Elsemieke telt verder: ik zie er 8 van het cda.
Daar blijkt dan maar uit, concludeert Opa Politiek, dat de grotere partijen minder ministers kregen voor de aantallen Kamerleden die zij bij de verkiezingen gewonnen hadden dan de kleinste partij D66. Maar die grotere partijen bleven natuurlijk wel heel machtig in de regering, want zowel 6 ministers als 8 ministers zijn flink wat meer dan de 2 ministers van D66. En bovendien: de grotere partijen zorgden er ook voor dat zij de belangrijkste ministersposten kregen. Zo hebben jullie op dat lijstje vast wel gezien dat het cda als grootste partij Jan Peter Balkenende als minister-president had. En de vvd kreeg met Gerrit Zalm dan toch maar de post van minister van Financiën! En bovendien: hij was nog ‘viceminister-president’ ook. Als Balkenende er niet was, zat hij de ‘ministerraad’ voor.
Dat zeg je nu wel, zegt Emilie, maar ik lees dat ook minister Brinkhorst viceminister-president was!
Zeker, zegt Opa Politiek. Wanneer de minister-president Balkenende er niet was en ook de andere viceminister-presi- | |
| |
dent Gerrit Zalm niet, dan was Brinkhorst de voorzitter van de ministerraad. Dat gebeurde niet zo vaak. Maar het was wel een beetje zo, dat die drie ministers nogal eens met elkaar overlegden hoe zij het samen eens konden worden. Waarna zij met elkaar probeerden de andere ministers te overreden met een moeilijk voorstel in te stemmen. En als het nodig was, overlegden zij ook wel met de Kamerleden van hun eigen partij of met de fractieleider daarvan.
Opa Politiek, zegt David. Je hebt nog meer op je lijstje staan. Ik zie een heel moeilijk woord dat ik niet ken. Wat staat daar nu precies?
‘Portefeuilles’, zegt Opa Politiek. Dat is een Frans woord, dat slaat op alle schriftelijke stukken die een minister moet afhandelen, maar dat staat voor alle zaken waarvoor een minister verantwoordelijk is. Ik noemde er al twee: de minister-president, en de minister van Financiën die over alles beslist wat met geld te maken heeft. Maar je hebt voor heel veel zaken ministers nodig. Op de lijst van ministers kun je zien welke ministers er waren, elk met hun eigen departement. Met de minister-president, die ook minister van Algemene Zaken is, zijn dat er dertien. Daarnaast zijn er nog drie, die niet een eigen departement hadden, maar wel verantwoordelijk waren voor bepaalde belangrijke zaken, die in de lijst ook genoemd worden. Zij heten: ‘ministers zonder Portefeuille’, maar dat is alleen maar omdat minister Pechtold werkte binnen het departement van Binnenlandse Zaken, minister van Ardenne binnen het departement van Buitenlandse Zaken, en minister Verdonk binnen het departement van Justitie.
Opa Politiek, zegt David, je hebt nu zo veel ministers genoemd dat ik het niet meer kan bijhouden.
Dat begrijp ik, zegt Opa Politiek. Daarom heb ik je maar die hele lijst met alle ministers gegeven, al hoeven jullie niet pre- | |
| |
cies te weten wie nou precies wat doet, als je maar blijft bedenken dat elke minister zijn eigen taken en verantwoordelijkheden heeft. Maar ministers moeten ook vaak samen met elkaar voor dingen zorgen. Dat kan heel moeilijk zijn. De ene minister wil bijvoorbeeld meer wegen bouwen, en de andere wil dat er mooie natuur blijft, en weer een ander zegt dat door al die auto's de lucht veel te ongezond wordt voor de mensen. Daarom komt ook elke week de ministerraad bijeen, en soms zijn daar ook staatssecretarissen bij, die voor speciale zaken binnen een ministerie ‘verantwoordelijk’ zijn. En dan moet je maar hopen dat die ministers en die paar staatssecretarissen het met elkaar eens worden, al betekent dat wel dat niet iedereen zijn of haar zin kan krijgen!
Maar Opa Politiek, zegt Emilie, we hadden het toch niet alleen over welke ministers er zijn, maar over de vraag wie dat zullen mogen worden.
Gelijk heb je! zegt Opa Politiek. Er moet ook nog geregeld worden welke partij welke ministersposten krijgt, en wie van de partij dat zullen worden.
Opa Politiek, kan de Tweede Kamer dan niet gewoon de ministers kiezen? vraagt David.
Dat kan toch niet! roept Elsemieke. Want dan zouden niet alleen de partijen beslissen die het na heel veel praten eindelijk eens geworden zijn over het program, de zetelverdeling en hoeveel ministers met welke portefeuilles elke partij krijgt, maar zouden ook de andere partijen mee gaan bepalen wie er minister wordt. Dan begint het spel misschien wel weer helemaal van voren af aan!
Maar, zegt David, dan kunnen die partijen die samen de regering vormen toch gewoon mensen aanwijzen uit hun eigen partij in de Tweede Kamer, uit... hoe heet dat ook weer?
Hun ‘fractie’, zegt Elsemieke.
Goed onthouden, zegt Opa Politiek. En dat gebeurt ook wel,
| |
| |
maar dat hoeft niet. Want het is in Nederland niet nodig dat ministers zelf in de Tweede Kamer gekozen zijn. Zij kunnen ook komen uit bedrijven, of universiteiten, of belangrijke organisaties en verenigingen. En dan is er nog één ding. Vroeger waren de ministers altijd alleen maar mannen, en dat was lang ook zo met de leden van het parlement. Maar toen is besloten dat ook vrouwen lid van het parlement konden worden.
Allicht! zeggen Elsemieke en Nathalie en Emilie. Waarom wij niet?!
Ja, zegt Opa Politiek. Maar lang wilden die mannen dat niet, en heel veel vrouwen vonden dat ook niet zo nodig. Dat is nu allemaal veranderd. Sommige partijen willen dat er net zo veel vrouwen als mannen uit hun partij in de Tweede Kamer worden gekozen, en stellen daarom lijsten op die om en om de naam van een man en een vrouw hebben. Die willen ook dat er in de regering veel vrouwen komen, zodat het uit is met die voorkeur en voorrang die de mannen zo lang hadden en misschien nog wel willen hebben. Kijk maar naar de lijst van de ministers die er nu zijn, diezelfde lijst waarop jullie aan het tellen waren hoeveel ministers elke partij had. En tel dan nu eens hoeveel mannen er in het kabinet zitten en hoeveel vrouwen.
Ik zie vijf vrouwen, zegt Emilie.
Dat is nog lang niet de helft, zegt Nathalie.
Zeker, zegt Opa Politiek. Maar al zitten er nog steeds meer mannen in de regering, er zijn nu toch veel meer vrouwen minister dan vroeger.
Zo komt er dan eindelijk, na veel gepraat van de informateur of informateurs een lijst tot stand van mensen over wie de partijen die samen een regering willen vormen, het eens zijn. En dan gaat de laatste informateur naar de koningin die door de informateur ook tussentijds regelmatig op de hoogte wordt gehouden. Hij vertelt haar wat er zo allemaal besproken is en
| |
| |
6.6 D66 mag meedoen! De omstreden minister Verdonk. Het stoute meisje van D66 dat het kabinet opbrak, en toen verdween..
wat voor kabinet er mogelijk is. Dan wijst de koningin voor het laatst iemand aan, die als formateur van het kabinet zal optreden en definitief de mensen vraagt om minister te worden. Dat is dan meestal de nieuwe minister-president. De koningin zet haar handtekening op de nodige besluiten, waarin de ministers die niet langer lid van de regering zijn met veel dank worden ontslagen, en alle nieuwe ministers worden benoemd. Iedere nieuwe minister komt bij de koningin om ‘beëdigd’ te worden: zij zweren of beloven ‘trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt’, zoals dat in de grondwet staat. En daarna lopen zij met de koningin samen naar buiten naar de trap van paleis Huis ten Bosch. Daar staan dan heel veel fotografen en televisiecamera's om foto's en films te maken van de koningin temidden van de ministers van het nieuwe kabinet.
Hè, zegt Emilie met een zucht. Wat duurt het lang voordat er op die manier een nieuw kabinet komt!
Zeker, zegt Opa Politiek, dat is zo. Dat vormen van een nieuwe regering, dat duurt in Nederland vaak weken, ja, maanden. Maar dan zijn er wel heel veel dingen afgesproken, en omdat een meerderheid in de Tweede Kamer die nieuwe regering wil steunen en het niet prettig zou vinden als er meteen weer een
| |
| |
nieuwe crisis in het kabinet zou ontstaan, is het waarschijnlijk dat zo'n kabinet meestal wel een langere tijd zal kunnen blijven werken.
Maar Opa Politiek, dat klopt toch niet? zegt Elsemieke. Want kort geleden viel het kabinet-Balkenende ii, en toen hadden wij al binnen een week weer een nieuw kabinet-Balkenende iii, zo heb ik in de krant gelezen. Zoals jij het vertelde, was het net of het in dat kabinet-Balkenende allemaal goed ging. Dat was al niet zo met dat eerdere kabinet-Balkenende i. Dat kabinet van het cda, de vvd en de lpf viel, zoals je ons al verteld hebt, na een paar maanden door ruzie uit elkaar! En kort geleden is toch ook dat tweede kabinet-Balkenende gevallen? De fractie van D66 wilde het kabinet niet meer steunen en toen moesten de viceminister-president Brinkhorst en de andere minister van D66 wel hun ontslag nemen!
Zo is het inderdaad gegaan, zegt Opa Politiek. Dat kwam omdat er heel veel kritiek was in de Tweede Kamer op een minister van de vvd, mevrouw Rita Verdonk. Die trad tegenover vreemdelingen soms heel hard op en hield koppig vol dat zij gelijk had en haar werk juist heel goed deed. Dat vonden de oppositiepartijen niet, en ook binnen de partijen die de regering steunden was er veel kritiek op haar. Toen dienden de oppositiepartijen een mode van wantrouwen tegen haar in. Die kreeg niet de steun van de vvd en het cda en enkele kleine partijen in de Tweede Kamer, maar wel van D66 die vervolgens besloot het vertrouwen in het kabinet op te zeggen. Toen was er dus een crisis. De ministers en de fracties van het cda en de vvd wilden toch door blijven regeren, dan maar zonder D66. Hun ministers namen daarom geen ontslag, maar zoals dat deftig heet: die ‘stelden hun portefeuille ter beschikking’. Toen moest de koningin er weer aan te pas komen, net voordat iedereen met vakantie zou gaan. Zij raadpleegde, zoals ik jullie eerder verteld heb, weer al haar adviseurs: je weet wel, de voor- | |
| |
zitters van de beide Kamers, de vicevoorzitter van de Raad van State en de fractievoorzitters van alle partijen in de Tweede Kamer. Daarna benoemde de koningin een ervaren oud-minister-president van het cda, Ruud Lubbers, tot informateur. Die praatte met de belangrijkste ministers van het cda en de vvd, en met alle fractievoorzitters in de Tweede Kamer. En toen kwam vast te staan dat men niet zou wachten tot mei 2007 wanneer volgens de grondwet in ieder geval nieuwe verkiezingen moesten plaatsvinden, maar dat de Tweede Kamer eerder zou worden ontbonden en dat op 22 november 2006 nieuwe verkiezingen zouden worden gehouden. Tegelijk werd besloten dat de ministers van het cda en de vvd
toch maar zouden blijven regeren tot die verkiezingen, al konden die dus niet meer alles doorzetten wat zij eerder van plan waren geweest.
Maar Opa Politiek, we hadden toch eerder uitgerekend dat het cda en de vvd geen meerderheid had, hoe konden zij dan toch weer terugkeren als kabinet? roept Nathalie uit.
Ja, zegt Opa Politiek, dat is zo. Maar die informateur Lubbers hoorde dat de Kamerleden van de lpf, die 8 weet je wel, en ook de sgp, met 2 zetels, en GroenLinks, met 3 zetels, zo nodig wel dat minderheidskabinet wilden steunen, als dat maar niet kwam met voorstellen waar zij tegen waren. En dus kregen wij voor maar een klein aantal maanden een minderheidskabinet Balkenende iii. Dat kabinet vindt dat zij wel mogen beslissen wat nodig is, maar beloofde ook niet altijd zaken door te duwen waarover in de Kamer al te veel meningsverschillen heersten. Bovendien: omdat er toch nieuwe verkiezingen zouden worden gehouden, hadden de ministers niet echt tijd voor heel veel zaken tegelijk, zodat zij vanzelfsprekend dingen achterwege moesten laten!
Dan heb ik nog een andere vraag, zegt Elsemieke. Er komen nu wel verkie- | |
| |
zingen in november van dit jaar, maar ik lees nu al allerlei cijfers over hoeveel zetels alle partijen bij verkiezingen zullen gaan halen. En dan zeggen zij ook nog dat de ene partij wint en de andere verliest. Ik begrijp niet hoe dat kan.
Dat zijn alleen maar ‘peilingen’, die door verschillende onderzoeksbureaus worden gehouden, zegt Opa Politiek.
Peilingen, wat zijn dat nou? vragen David en Emilie tegelijk.
Dat is een systeem waarin je probeert om een kleine groep mensen te vinden, die samen wat ze noemen een ‘representatieve steekproef’ vormen voor een veel grotere groep, zegt Opa Politiek. Wat dat is, wordt vaak uitgelegd aan de hand van een voorbeeld. Stel, ik heb een grote bak met balletjes, met daarin goed door elkaar geschud even veel zwarte als witte balletjes. Ik doe Emilie een blinddoek om, en zeg dat zij daar tien balletjes uit moet pakken. Dan kan het best zijn dat zij bijvoorbeeld 7 witte balletjes grijpt en 3 zwarte. Dan zeg ik: neem er nu eens honderd uit. Dan is het héél onwaarschijnlijk dat Emilie dan opnieuw balletjes in dezelfde verhouding pakt, dus 70 witte en 30 zwarte. Veel waarschijnlijker is het dan dat het bijvoorbeeld 46 witte en 54 zwarte balletjes zijn. Als zij, nog steeds met haar blinddoek om, nog meer balletjes uit de bak neemt, wordt de kans steeds groter dat zij uiteindelijk evenveel zwarte als witte balletjes heeft gepakt. Hoe groter het aantal, hoe kleiner de kans dat dat niet zo is. Dat proberen mensen ook te doen met alle Nederlanders. Als je een goede ‘steekproef’ trekt van de Nederlandse bevolking, dan hoef je misschien maar 1000 tot 2000 mensen te ondervragen om met vrij grote zekerheid te zeggen wat alle Nederlanders denken. Dan heb je niet de resultaten van een verkiezing, maar wel de resultaten van een ‘enquête’, die zekere aanwijzingen geven voor de meningen en voornemens van alle Nederlandse kiezers.
| |
| |
Maar is zo'n onderzoek dan werkelijk betrouwbaar? vraagt Nathalie.
Helaas blijft dat toch een moeilijke zaak. Want veel hangt af van de vragen die je stelt. Veel mensen zeggen ook dat zij nog niet weten op wie zij willen gaan stemmen, of zeggen bewust wat anders dan zij werkelijk van plan zijn. En ook zijn er steeds meer mensen die weigeren mee te doen aan zo'n onderzoek. Daarom is het steeds moeilijker, zelfs in de beste en mooiste steekproef, om ook werkelijk alle mensen die je daarvoor nodig hebt te bereiken. Dat alles maakt het steeds minder zeker dat je steekproef betrouwbaar is en dat je geen vergissingen maakt. En toch lees je of hoor je op de televisie dat volgens de peilingen bijvoorbeeld het cda één zetel heeft ‘gewonnen’, en de vvd zeg maar twee zetels heeft ‘verloren’. Veel journalisten en politici vergeten hoe groot zelfs bij een goede steekproef wat zij noemen de ‘marge van onzekerheid’ is. Zij doen net alsof vaststaat dat de kiezers werkelijk van mening zijn veranderd! Je kunt wel over een aantal weken wat zij noemen zekere ‘trends’ vaststellen, maar niet meer. Daarom is het maar goed dat er ook echte verkiezingen worden gehouden die een werkelijke uitslag zullen geven.
Op www.parlement.com vind je een duidelijk schema over de verschillende stappen waarin een nieuw kabinet gevormd wordt, en eventueel ten val komt! Je vindt die het snelst als je op die site in het vakje ‘zoeken’ ‘kabinetsformatie’ intypt, en dan ‘kabinetsformatie, alles over’ en vervolgens ‘schematische weergave kabinetsformatie’.
Wil je meer weten over welke kabinetten er sinds 1945 zijn gevormd, dan vind je alle gegevens daarover op de site van het ministerie van Algemene Zaken, www.minaz.nl. Klik daar op ‘ministerraad’, en daarna op ‘kabinetten sinds 1945’. Je vindt
| |
| |
dan een lijst van kabinetten, waardoor je voor elk kabinet kunt zien wie de formateurs en informateurs waren en hoe lang de formatie van dat kabinet heeft geduurd. Ook vind je een foto van het kabinet. Voor oudere kabinetten zijn dat vaak zwartwitfoto's, gemaakt tijdens een zitting van de ministerraad. Maar sinds 1977 zijn het meestal kleurenfoto's, met de koningin temidden van de nieuwe ministers op de trappen van Huis ten Bosch. Zo'n foto is er niet van het kabinet-Balkenende iii. Dat verschilde te weinig van het voorgaande kabinet. De koningin, die van vakantie moest terugkeren, beëdigde begin juli 2006 alleen maar twee nieuwe ministers en een staatssecretaris die de uitgetreden D66-bewindslieden opvolgden.
De Rijksvoorlichtingsdienst heeft een mooie internetrondleiding gemaakt, waardoor je de vertrekken kunt bekijken die de minister-president en de ministerraad gebruiken. Klik hiervoor op ‘ministerie’ en vervolgens op ‘virtuele rondleiding’ of typ gelijk de link http://www.minaz.nl/ministerie/vr_rond leiding/index.html in. Je kunt het ‘Torentje’ bezoeken, waar de minister-president sinds 1977 zijn werkkamer heeft. Je vindt vier foto's met beschrijvingen daarbij. Daarna kun je klikken op ‘Trêveszaal’. Dan zie je niet alleen deze mooie zaal, waarin de ministerraad normaal vergadert, maar ook enkele andere oude zalen. In de zogenaamde ‘blauwe zaal’ hangen schilderijen van alle ministers-presidenten sinds 1945, die je ook allemaal afzonderlijk kunt bekijken. (Wil je meer weten over ieder van hen, dan moet je even teruggaan naar de homepage van het ministerie, klikken op ‘minister-president’ en daarna op ‘ministers-presidenten sinds 1945’.)
Als je verder gaat met de rondleiding, zie je onder ‘Binnenhof’ zowel de buitenkant van het ministerie van Algemene Zaken, alsook een lange trap binnen in het gebouw.
| |
| |
Soms gebruikt de minister-president die plaats om, staande voor een televisiecamera, belangrijke aankondigingen te doen. De minister-president heeft de beschikking over een oud landgoed in Den Haag, het zogenaamde ‘Catshuis’. Sommige ministers-presidenten hebben daar met hun gezin gewoond, maar meestal wordt het Catshuis gebruikt voor formele of informele bijeenkomsten van de ministerraad en de ontvangst van belangrijke buitenlandse bezoekers. Het pand werd niet lang geleden ingrijpend verbouwd, maar daarbij is helaas brand uitgebroken zodat heel veel werk opnieuw gedaan moest worden. De internetrondleiding laat zien hoe mooi het pand vóór die tijd was.
Misschien wil je in verband met de Tweede-Kamerverkiezingen van 22 november meer weten over de resultaten van de peilingen waarover wij het hadden? Twee enquêtebureaus publiceren wekelijks cijfers die de samenstelling aangeven van de Tweede Kamer als er in die week verkiezingen zouden worden gehouden. Je vindt die van het bureau Interview-nss op www.politiekebarometer.nl en die van het bureau van Maurice de Hond op www.peil.nl onder het kopje ‘Actueel’.
|
|