| |
| |
| |
2.1. De koningin en haar ‘kabinet’ (dat zijn: alle ministers en staatssecretarissen)
| |
| |
| |
2 Wat is een parlement?
Ik had beloofd, zegt Opa Politiek, dat ik nu eens wat zou vertellen over het parlement. Wij hadden het over de koningin en over haar ministers die samen de regering vormen. Je zou kunnen denken: die zijn dus samen de baas in Nederland! Maar niet alle bazen doen alles altijd goed. Dus moet je ervoor zorgen dat, wanneer zij verkeerde dingen willen doen, er mensen zijn die kunnen zeggen: dat gaat zomaar niet! Daar willen wij ook wel eens over meespreken. En daarvoor hebben wij gelukkig een parlement. Dat bestaat uit twee delen: een ‘Eerste Kamer’ van 75 mensen en een ‘Tweede Kamer’ van 150 mensen. Samen vormen die beide Kamers het parlement, of met een nog deftiger titel: de ‘Staten-Generaal’. Dat is een heel oud woord dat in de tijd van de Republiek gebruikt werd. Toen hadden wij nog geen parlement, maar waren de Staten-Generaal een samenkomst van mensen, die door elke provincie naar Den Haag gezonden werden om zaken te regelen. Meer dan tweehonderd jaar geleden werden die zeven provincies met nog een paar landsdelen samengevoegd tot één land, het tegenwoordige Nederland. Niet zoveel later, in 1815, kregen wij ook voor het eerst een koning en ministers en een parlement dat zowel een Eerste als een Tweede Kamer had. Eerst was die
| |
| |
koning veel meer de baas dan koningin Beatrix tegenwoordig is. Hij bepaalde zelf wie de leden van de Eerste Kamer mochten worden, en hij probeerde ook wel te vertellen wie in de Tweede Kamer mochten zitten, maar dat lukte steeds minder. En ruim 150 jaar geleden - of voor wie het precies wil weten: in 1848 - is dat helemaal veranderd. Toen werd besloten dat de koning niet meer alles zelf mocht beslissen, maar alleen samen met zijn ministers. En toen werd ook geregeld dat de leden van de Eerste Kamer voortaan zouden worden gekozen door de provincies die er toen waren. En de leden van de Tweede Kamer zouden van nu af aan direct worden gekozen door iedereen in Nederland die mocht kiezen.
Mocht toen dan niet iedereen stemmen, Opa Politiek? vraagt Elsemieke.
2.2 Ministers vroeger en nu
| |
| |
Lang geleden hadden alleen mannen die genoeg geld hadden en daarom belasting konden betalen ‘kiesrecht’. Dat is later veranderd. Tegenwoordig mag iedereen die 18 jaar of ouder is voor de Tweede Kamer mee kiezen. Mannen zowel als vrouwen.
Opa Politiek, zegt David, je vertelt alleen maar hoe het vroeger was. Maar hoe zit dat dan nu met wat je het parlement noemt?
Ja, zegt Opa Politiek. Zelf vind ik die geschiedenis van vroeger heel interessant, maar jullie zijn zoveel jonger dan ik, en jullie denken veel meer over wat er later nog met jullie zal gebeuren. En daar heb je gelijk in! Laten wij dan maar eerst praten over de Tweede Kamer, dat zijn die 150 mensen. Die moeten in ieder geval elke vier jaar opnieuw worden gekozen. Maar soms als er ruzie is tussen de regering en het parlement, dan stuurt de regering het parlement naar huis. Dan ‘ontbinden’ zij de Tweede Kamer zoals dat heet. Dat is kort geleden ook gebeurd. Daar vertel ik jullie een volgende keer meer over.
Opa Politiek, wat doet zo'n parlement, of moet ik zeggen: wat doet zo'n Tweede Kamer dan eigenlijk? vraagt Nathalie. Want de ministers doen toch alles al!
Wel veel, zegt Opa Politiek. Maar die mogen niet alles alleen doen. Die moeten vaak vragen aan de leden van het parlement, te beginnen met de Tweede Kamer, of die het met hen eens zijn over belangrijke zaken. Als de regering regels wil maken, bijvoorbeeld dat je geen gevaarlijke wapens mag hebben, of niet overal mag roken, of dat niemand autorijdt terwijl hij dronken is, dan moet daarvoor een ‘wet’ gemaakt worden. Dat is een door de regering en de twee Kamers van het parlement samen gemaakte regel, waarin precies staat geschreven wat wel en niet mag. Zo zijn er in het verleden heel veel wetten gemaakt. Soms moeten oudere wetten ook veranderd worden, of is het
| |
| |
nodig dat nieuwe zaken geregeld worden, bijvoorbeeld wie op de radio of de televisie mag uitzenden, of hoe lang de winkels open mogen blijven, en of iemand die geen Nederlander is wel in Nederland mag komen wonen en werken. Dat zijn zo veel zaken, dat de ministers en de beide Kamers het heel druk hebben om dat allemaal met elkaar te bespreken.
Meestal zijn het de ministers die voorstellen doen voor nieuwe wetten, maar ook de leden van de Tweede Kamer kunnen een voorstel voor een nieuwe wet doen. Elk voorstel gaat eerst naar de ‘Raad van State’. Daarin zitten vroegere ministers en Kamerleden, hoge ambtenaren en geleerden met veel ervaring en verstand van politiek en bestuur, die aan de regering advies geven over elk wetsontwerp. Vroeger bleven die adviezen geheim, maar tegenwoordig niet meer. Daarom weten ook de leden van de Tweede en de Eerste Kamer die daarna het wetsontwerp behandelen, wat de Raad van State van zo'n wetsvoorstel vond. Wanneer zowel de Tweede als de Eerste Kamer en de minister een voorstel voor een nieuwe wet goedvinden, dan is er geen probleem. Maar elk van de beide Kamers kan ook zeggen: die wet willen wij helemaal niet. Dan zeggen zij nee tegen dat voorstel, of zij zeggen: wij vinden het alleen goed als je die en die dingen verandert. De Tweede Kamer kan in dat geval zelf een voorstel voor zo'n verandering bespreken. Dan dienen de leden van de Tweede Kamer wat genoemd wordt een ‘amendement’ in. En als dan de meeste leden van de Tweede Kamer het eens zijn met zo'n voorstel, dan komt dat in het wetsontwerp te staan en wordt het voorstel van de regering ‘geamendeerd’. Het voorstel gaat daarna naar de Eerste Kamer. De leden van de Eerste Kamer kunnen er langdurig over spreken, maar zij mogen alleen ‘ja’ of ‘nee’ zeggen. Als zij nee zeggen, dan gaat de wet niet door. Zeggen zij ja, dan gaat het voorstel naar de
| |
| |
koningin, die samen met één of meer ministers haar handtekening zet. De minister van Justitie zet vervolgens die hele wet in een officiële krant die het Staatsblad heet. Dan hebben wij een nieuwe wet die voor iedereen geldt! Hoe het gaat met het maken van wetten, zie je in het schema hieronder.
Wetten zijn natuurlijk erg belangrijk, vindt Elsemieke, maar is het samen met de regering wetten maken alles wat die twee Kamers doen?
Nee hoor, zegt Opa Politiek. Want elk jaar moet de regering een voorstel doen aan het parlement over het geld dat de regering moet uitgeven, en over de manier waarop de regering het daarvoor nodige geld krijgt. Dan dient de minister van Financiën een wetsvoorstel in dat de ‘begroting’ heet. Dat is een heel dik boekwerk waarin staat wat ministers denken voor volgend jaar elk voor hun eigen departement aan geld nodig te hebben voor alle zaken waarvoor zij moeten zorgen. Tegelijk geeft de minister van Financiën dan ook aan hoe hij aan dat geld denkt te komen. Dat gebeurt door de belastingen die alle Nederlanders moeten betalen. Daar hebben wij het later nog over.
2.3 Schema wetgeving
| |
| |
En wat doet dat parlement nog meer? vraagt Emilie.
Er zijn heel veel andere zaken waarover de leden van de Eerste of de Tweede Kamer wel eens met de regering willen spreken, zegt Opa Politiek. Dan stellen zij ‘schriftelijke vragen’ aan de ministers over zaken die zij belangrijk vinden. Of zij vragen de ministers naar hun Kamer te komen, om te horen wat Kamerleden verkeerd vinden. Soms doet de Kamer dan een uitspraak: in een ‘motie’ zeggen zij wat zij willen, of juist niet willen. Als je dat allemaal bekijkt, dan heeft het parlement een groot aantal mogelijkheden om te zorgen dat de regering niet alles op eigen houtje doet. Want de ministers hebben de goedkeuring van het parlement nodig voor de wetten die zij willen maken, en voor het geld dat zij willen uitgeven. Zij moeten ook altijd antwoorden op vragen en komen uitleggen waarom zij bepaalde dingen wel of niet willen!
Maar nu nog iets anders. Hebben jullie de koningin wel eens zien rijden in de Gouden Koets? vraagt Opa Politiek.
2.4 Op weg naar de Opening van de Staten-Generaal
| |
| |
Wij hebben een keer langs de weg gestaan! zeggen Emilie en David. En wij hebben het ook allemaal op de televisie gezien! roepen de kinderen in koor.
Dat gebeurt één keer per jaar, zegt Opa Politiek, in september, op de derde dinsdag van die maand. Die dag noemen wij ‘Prinsjesdag’. Dat is de dag waarop het parlement voor een nieuw jaar, net als een schooljaar, met zijn werk gaat beginnen. De koningin komt in de gouden koets met acht paarden ervoor naar een groot oud gebouw, de Ridderzaal, op het Binnenhof in Den Haag. Daar zitten de leden van de Eerste Kamer en van de Tweede Kamer en ook de ministers.
De koningin gaat op de troon zitten en spreekt de leden van het parlement toe. Zij leest op wat de ministers samen in de ministerraad hebben opgeschreven over hun plannen voor het volgend jaar. Dat heet de ‘Troonrede’. En als de koningin klaar is roept de voorzitter van de Eerste Kamer: ‘leve de Koningin’, en roepen de leden van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer: ‘hoera, hoera, hoera!’.
Is dat niet een beetje een poppenkast, Opa Politiek? vraagt Nathalie.
Misschien wel, zegt Opa Politiek, met al die militairen en politie in mooie uniformen die voor en na de koningin te paard meerijden naar de Ridderzaal, of langs de weg staan waar de koningin langsrijdt. En al die plechtig aangeklede ministers en Kamerleden waarvan de vrouwen de mooiste en soms de gekste hoeden dragen die zij kunnen vinden. Maar het is ook meer dan dat. Het is het begin van een nieuw jaar, voor zowel de ministers als voor de leden van het parlement. Dan is het best belangrijk dat de koningin het nieuwe jaar komt openen, met een opsomming van de plannen die de ministers hebben. En bovendien: nog diezelfde dag komt de minister van Financiën naar de Tweede Kamer, met in een koffertje de nieuwe begroting en wat zij noemen de ‘Miljoenennota’. Daarin
| |
| |
staat hoeveel geld er volgens de regering nodig is en waarvoor zij de toestemming van het parlement moet vragen. Dat gaatal lang niet meer over miljoenen, maar over miljarden. Als alles normaal gaat, dan volgen er na Prinsjesdag de hele herfst lange gesprekken van de regering, eerst met de Tweede en dan met de Eerste Kamer. Dat begint met een groot debat tussen de regering als geheel en de Kamer. Daarna spreekt elke minister samen met zijn staatssecretarissen over wat zij van plan zijn en nodig hebben en zeggen de leden van de Kamers wat zij daarvan vinden. En dat is toch wel heel belangrijk, want anders zouden de ministers alles op eigen houtje kunnen doen, ook al willen de leden van het parlement dat helemaal niet. De ministers weten dat zij de hulp van het parlement nodig zullen hebben. En zij weten ook dat er in ieder geval elke vier jaar een nieuw parlement zal komen. Of misschien wel eerder als de regering en de Kamers het niet eens kunnen worden en er eerder verkiezingen voor de Tweede Kamer, of het hele parlement, plaats zullen vinden.
Nathalie, zegt Opa Politiek. Wist je dat er op internet ook heel veel te vinden is over de Eerste en de Tweede Kamer? Probeer maar eens de site www.parlement.nl! Daar vind je zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer waarop je kunt klikken. Begin maar met de Tweede Kamer. Dan zie je rechts ‘virtuele rondleiding’ staan, en als je daarop klikt, krijg je een luchtfoto te zien van het Binnenhof, met rode stippen erop. Telkens als je op zo'n stip klikt, kun je zien welk gebouw dat is. Je kunt ook kijken op het lijstje aan de linkerkant. Kies dan ‘Ridderzaal’, ‘Eerste Kamer’ en ‘Plenaire Zaal’. De Ridderzaal (het gebouw in het midden) is de zaal waar de koningin de Troonrede uitspreekt. Klik je daarna op ‘Eerste Kamer’, dan kun je zien dat de
| |
| |
leden tegenover elkaar zitten, met daartussen aan de ene kant de voorzitter en aan de andere kant de ministers achter de ministerstafel. Dat was vroeger ook zo met de Tweede Kamer. Maar toen is er voor de Tweede Kamer een nieuwe zaal gebouwd, waarin de leden in een halve cirkel zitten tegenover de voorzitter en de ministers (klik op ‘Plenaire zaal’, of ga op de luchtfoto van het Binnenhof staan en klik op de stip boven het halfronde gebouw). Je kunt ook een echte rondleiding meemaken in de Eerste Kamer door op www.parlement.nl niet op de Tweede Kamer, maar op de Eerste Kamer te klikken, en dan links op ‘rondleiding’.
Er is daar natuurlijk nog veel meer te vinden over het werk en de leden van de beide Kamers. Dat vind je ook op www.parlement.com, een belangrijke website die wij later nog vaak tegen zullen komen.
2.5 De koningin spreekt de troonrede uit in de Ridderzaal
|
|