Religieuze poëzie van Cornelis Crul
(1954)–Cornelis Crul– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 72]
| |
[Acrostichon-gedicht]
Ga naar margenoot+Compt, helpt mij, Heere, oft herte berst
Overmidts de benautheit, die ick gedooghe.Ga naar voetnoot2
Recht ligh ick, als tusschen twee steenen geperst,Ga naar voetnoot3
Niet wetende werwaerts dat ick mij pooghe.Ga naar voetnoot4
[5][regelnummer]
En keerdy tot mij niet u goddelick ooghe,Ga naar voetnoot5
Lasen, ick moet in der hellen beneden.Ga naar voetnoot6
Ick sie mijn vianden geclommen hooghe,
Sij sullen mij onder huer voeten treden;
Catijvelick quellen zij alle mijn leden.Ga naar voetnoot9
[10][regelnummer]
Rasch, Heere, helpt mij, tis meer dan tijt.
Vecht teghen mijn strijders ten daghe van heden;
Laet mij niet langher in dit verwijt.Ga naar voetnoot12
Salveert mij, want ghij de verlosser sijt.Ga naar voetnoot13
|
|