Religieuze poëzie van Cornelis Crul
(1954)–Cornelis Crul[p. 42] | |
Hs. Plantin Museum, nr 170: | |
Carnation+
Clein genstren ontsteken wel groote kercken,2
Condy in Antwerpen anschouwen hier.3
Crachtighe ijzeren en groote wercken
[5]
Cloven ontstucken, doen schuerden die zercken;5
Calommen schelferden door tvresselic vier.6
Voor Sente Gommarts autaer begonst tdangier,
Van een huutghedaen tortse, of zulcke ghebreken,8
Vlieghende in een rieten venster schier.9
[10]
Vlammich wast allomme zeer rasch ontsteken,
Verbrandende juweelen, gheen schoonder om spreken;11
Veel costelicke stucken zijn nu ghemynneert.12
In octobre, den zessten dach, nau ghebleken,
[15]
Insghelicx werdt den toren met machte gesalveert.15
|
|