Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Troost. De regen ruischt op volle groene blaren en brengt herinnering uit verre kinderjaren, weemoedig als een wiegelied. De regen zingt zijn lied van zacht vergeten, van mijmeringen, die geen ding meer weten dan vaag verdriet. Zoo ruischen tranen die het hart verlichten onhoorbaar langs de moede aangezichten van hen, die blind zich staarden in de zon. Zij buigen 't hoofd berustend in de handen en lafenis daalt in hun zielelanden uit zilverklare bron. Als koele handen die weemoedig strelen, als moeders die met kindren droomend spelen, is 't lied dat in de milde regen zingt, en brengt gelatenheid vol stillen deemoed en van verteedering de zachte weemoed, die zeeg'nend in het harte dringt, Vorige Volgende