Weerlichten(1925)–Marie Cremers– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Lindeliedje. III. De linde geurt haar eeuwige droom. De zomer is wel gekomen, maar in mijn hart is het moe en loom en mijn kracht is mij weggenomen. De linde geurt als een innigheid, die zichzelf verteert in het eigen hart, en haar bescheiden aanminnigheid glimlacht in stervenssmart. De lindegeur hangt stil en vroom in mijn kamertje. Nu komt de nacht. En om mij weeft de lindedroom haar glimlach zonder praal of pracht. Vorige Volgende