Romantische werken. Deel 14: Frederik Hendrik Hendriks, Het oude en het nieuwe orgel en De reus van Antwerpen(1881)–J.J. Cremer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 235] [p. 235] Engelenwacht. Zie de englen omzweven Den slapende zacht, Die, vóor hij ging rusten Aan 't heilige dacht; Zij kleppen de wiekjes Met streelend geruisch, En zoet mag hij rusten Bij 't lieflijkst gesuis; Zij vleien zich neder En lispelen zacht Van lieven en minnen In 't holst van den nacht. Zij kussen de zorgen Hem weg, en zijn geest Schouwt heerlijke beelden Van Zaligen 't meest. En als hij wil naadren De vorst van den nacht, Dan houden zij samen Zoo liefdrijk de wacht, En waken en bidden Tot de ochtend herrijst, En hemel en aarde Den dagheraut prijst. Dan wekken ze zachtjes Met kus en met lach, Den slapende weder Tot blijderen dag, En keeren volzalig, Naar 't hemelhof weer, En hooren bij 't stijgen Het lied tot hun eer. 1853. Vorige Volgende