‘Ik wil u even spreken papa;’ zegt Archibald schoorvoetend terwijl hij zijn vader die naar de deur gaat, terzij treedt.
De oude dame ziet op, en zwijgend slaat ze den blik naar vader en zoon.
‘Spreken?’ zegt Van Oudenolm: ‘Wat is er?’
Archibald vermant zich:
‘Ik heb op uw gastvrijheid een weinig geanticipeerd.’
‘Geanticipeerd?’
Van Oudenolm vooronderstelt dat Archibald een schoolkameraad in stad ontmoet, en voor nú of voor later op Den Driellaert heeft genoodigd.
- Papa hoort er niet vreemd van op, denkt Archibald. Maar grootma - wat tuurt zij vreeselijk strak naar dezen kant. Grootma moet het toch hooren. Luid herneemt hij:
‘Eén der dames was in den beginne geheel buiten kennis, en de andere werd onder 't loopen plotseling zóo ongesteld dat ik een oogenblik dacht dat ze dood in mijn armen lag.’
Het gelaat der oude dame bleef onveranderlijk strak, maar haar hand zocht een steun op den arm van haar stoel.
‘In jou armen Archibald! Zóo, moest jij - haar opvangen?’
‘Natuurlijk papa. In mijn plaats hadt u het ook gedaan.’
‘Maar je hebt toen toch niet....?’
‘Toen de oudste geen vijftig passen van 't hek als voor dood neerviel, toen heb ik gedaan wat ieder fatsoenlijk mensch zou doen, en aan beiden op Den Driellaert een nachtverblijf aangeboden.’
‘Aan die actrices!?’
‘Aan die artisten, ja. Ik begreep dat u en grootma - die van den zomer zelfs zooveel zorg voor den zieken Filax heeft gehad, - nu zeker geen onderkomen aan een paar zwakke vrouwen zoudt weigeren.’
't Was of Van Oudenolm de zaak nog niet recht begreep.
‘En dus kom je ons vragen of die menschen hier - hier in huis kunnen logeeren?’
‘Ja.... Nee papa, ik kom u zeggen dat ik, als 't ware ertoe gedrongen, ze dat bepaald heb toegezegd.’
‘Ahzoo! Toegezegd! - Hoor je dat mama? Archibald heeft aan een paar actrices.....’
‘Jawel, ik heb het gehoord;’ zegt de grootmoeder met eenigszins verkropte stem, terwijl zij, ofschoon schijnbaar kalm, onveranderlijk de hand krampachtig om den arm van haar cauzeuse houdt geklemd.
‘Beloven! En zonder mijn voorkennis?’ herneemt Van Oudenolm: ‘terwijl het dorp zoo dicht in de buurt is.’
‘Ik rekende op uw goed hart papa.’
Mevrouw Van Oudenolm heeft zich hersteld: