Zoolang het fabrieksgebouw nog in zijn muren stond, bleef de gelegenheid om door arbeid in uw behoeften te voorzien - en ruimer dan te voren - voor u opengesteld. Het Kromveld wachtte u, doch, tevergeefs.
Wanneer gij thans zoudt willen terugkeeren, is dat onmogelijk. Op de plaats waar Het oude Kromveld stond, groef het water een diepe kolk.
Arbeiders! In uw vrijwillige werkstaking heeft de firma Degen & Bronsberg moeten berusten.
In een onvrijwillige wil zij dat niet.
Van heden af verzekert ze aan allen - bazen en arbeiders die zich daartoe nog dezen avond willen aanmelden - een loon volgens den maatstaf der laatste afrekening, tot den dag dat een nieuwe fabriek, die aan de Noordzij van het buitengoed Reespoor op den Hoogen-kant zal gebouwd worden, ter inwijding gereed is.’
Een zonderling rumoer deed zich hooren.
‘Nog een oogenblik!’ zegt de spreker, en vervolgt dan met verheffing van stem:
‘Drie eischen stelt de firma.
Ten eerste:
Zoodra de nieuwe fabriek voltooid is, zal men op de vroeger aangeboden maar verworpen voorwaarden der firma, tot den arbeid terugkeeren.
Ten tweede:
Wanneer het noodig mocht zijn, zal de firma ten allen tijde tot het doen van eenigen arbeid over de mannen kunnen beschikken, tegen een voldoening van vijf centen per uur boven het loon dat omniet wordt geschonken.
Ten derde:
Van morgen, den 6den dezer tot aan de voltooiing van het fabrieksgebouw met zijn schoollokaal, zullen de kinderen van hen die vrij-loon genieten, zich alle dagen moeten bevinden in het vanouds bekende Boter-en-kaas-huis, en wel van 10-12 en van 2-4 uren; om er reeds voorloopig onderwijs te ontvangen op kosten der firma, en mede onder welwillend toezicht van de Heeren Knipping, predikant, en Van Dijk, pastoor te Veenwijk.’
Men kan zich niet bedwingen.
- Heeft men wel verstaan? Zullen zij loon trekken, nú.... terwijl de fabriek.....?
‘Een laatste woord!’ herneemt de predikant met groote verheffing van stem, en leest verder:
‘De firma Degen & Bronsberg besluit dit schrijven met de opmerking, dat zij, ondanks het groote verlies 'twelk zij moest lijden, tot den belangrijken herbouw van haar fabriek, en mede tot het-