XLIII. In alle stilte.
Wouter Glover bleef vrij rustig den ganschen nacht.
Toen de morgen grauwde zat Hanna naast de bedstee met het hoofd tegen den muur.
Abel is naar de deur gegaan. Hij opent haar behoedzaam.
‘Zachtjes mannen!’ zegt hij tot de lieden die zijn gekomen om moeder Anna grafwaarts te dragen: ‘Zachtjes: de zieke slaapt, en de andere slaapt ook.’
‘Zachtjes dan jongens!’ klinkt het op gedempten toon uit den mond van den eerste die met een zwarten mantel is binnengekomen.
En die hem volgen herhalen het: ‘Zachtjes!’ en zien naar de bedstee en vragen op fluisterenden toon: ‘Hoe gaat het?’ En weder, op Hanna wijzend - die toch voor Glover's bedstee is ingedommeld: ‘Hoe! Hanna de freule?’ terwijl ze later in alle stilte wel eens weten willen, of er hier als naar gewoonte, straks wat te schaften zal zijn?
- Heeft Hanna geslapen? Ze gelooft het niet. Ze wist toch immers dat men de deur heeft geopend; en de koude morgenlucht die naar binnen drong heeft ze aanstonds gevoeld.
Haar eersten blik werpt ze naar de bedstee. - Aanstonds opstaande, schuift zij de gordijn zeer zachtjes heelemaal toe, en stopt de onderste einden vast tusschen de plank en den stroozak. Nu snel maar onhoorbaar op die mannen toegetreden, fluistert zij hun iets in 't oor. De mannen knikken:
‘Goed zoo, jawel, bij vrouw Sijbel. - Stil dan jongens, want Glover mag niet wakker worden.’
De baar staat nu buiten. De kist zal men erheen dragen. ‘Voorzichtig! - Gelijk op! - Voorzichtig! - Zachtjes aan.’
Abel hield de deur open. Natuurlijk zou hij ter wille van Glover, met eenigen die buiten stonden de dragers volgen. Hanna bleef nu immers toch bij den zieke; en vrouw Sijbel zou men gaan waarschuwen.
En de mannen dragen het zielloos overschot van Glover's moeder ter deure uit.
En Hanna staat in 't breede - om de kou en om het licht te breken - met den rug naar de bedstee gekeerd.
- Zoo zal hij het niet bemerken. - Indien hij het zag dan zou de aandoening de koorts opnieuw in hevigheid te doen toenemen.
Reeds is de kist ter helfte buiten de deur. - In de bedstee bleef alles rustig, Goddank!
Doch - zou Wouter Glover slapen terwijl men hem die dierbare trouwe moeder voor altijd ontvoert?
Een sterk licht heeft hem in de oogen geblonken. - Eensklaps