tuig, en ik het voor God kan verantwoorden dat uw heer en lief een doorgetrapt leven leidt, teeken ik mij met de volle naam van God Almachtig,
Uw hooggeboren WelEdele jonge
juffrouw Dwillige dienaar
Wouter Glover.’
Ditmaal heeft Nelly den brief niet ten einde kunnen lezen. De letters warden als slangen voor haar oogen dooreen. - Zou het mogelijk zijn dat zij slechts vluchtig kon glimlachen om den stijl van dat slecht maar duidelijk geschreven schrift! Ruwer en onkiescher vindt zij nu den vorm dan bij de eerste lezing, toen slechts die wreede inhoud haar trof. Maar kan een werkman dan anders schrijven? Zal Glover, wiens oprechtheid steeds werd erkend, zoo van zijn gestorven Klaartje spreken, indien het geen waarheid is?
- O, was het een naamloos geschrijf! zucht Nelly in stilte: Maar die naam, die naam voluit er onder! En de arme Abel zal het mede getuigen; en Glover kan bewijzen wat hij zegt. - Ach, als zij dan zelve haar ervaringen heeft; wanneer zij nog eens bedenkt hoe zij de gekke Hanna aan Willem's voeten in de gang zag liggen; hoe hij zich op dien morgen, zonder reden verdedigen ging....
Er werd aan de deur geklopt.
Nelly geeft geen antwoord.
‘Nelly!’ roept Mevrouw Degen.
In een oogenblik heeft Nelly den brief verborgen, en opent de deur.
Mevrouw Degen, zelve onder den indruk van een onverwacht nieuws, bemerkt niet bij de schemering die reeds heerscht dat Nelly in een bijzondere gemoedsstemming verkeert.
Om haar lieve kind voor een mogelijken schrik te vrijwaren, komt zij haar zelve voorzichtig, zeer voorzichtig meedeelen dat Hanna Van Til gelukkig niet was verdronken, maar zelfs uit stad naar Reespoor is gekomen, en op dit oogenblik een onderhoud met Bronsberg heeft.
Mevrouw Degen wist de ware reden niet waarom het denkbeeld dat Hanna werkelijk dood was, haar kind in de laatste dagen meer rust heeft geschonken; en ook zij weet niet dat Hanna - volgens dien straks door Nelly ontvangen brief, nog iets anders dan de bewaarster van een vreeselijk geheim, dat zij - indien Glover waarheid schreef, - een der zondige slachtoffers van Willem's gruwelijke ontrouw is.
- En hoe kan Nelly nu kalm zijn, ofschoon haar goede moeder haar daartoe dringend vermaant, en herinnert dat men Hanna's terugkomst na die geruchten van zelfmoord, toch als een blijde gebeurtenis moest beschouwen, terwijl Bronsberg nu ongetwijfeld terstond de meest afdoende maatregelen zou nemen om Hanna voor