met eenigen, die buiten stonden, de dragers volgen. Hanna bleef nu immers toch bij den zieke; en vrouw Sijbel zou men gaan waarschuwen.
En de mannen dragen het zielloos overschot van Glovers moeder ter deure uit.
En Hanna staat in 't breede - om de kou en om het licht te breken - met den rug naar de bedstee gekeerd.
- Zoo zal hij het niet bemerken. - Indien hij het zag dan zou de aandoening de koorts opnieuw in hevigheid doen toenemen.
Reeds is de kist ter helfte buiten de deur. - In de bedstee bleef alles rustig, Goddank!
Doch - zou Wouter Glover slapen terwijl men hem die dierbare trouwe moeder voor altijd ontvoert?
Een sterk licht heeft hem in de oogen geblonken. - Eensklaps is het verduisterd. - Een donkere lange schaduw gleed langs de gesloten bedsteegordijn. - Hij poogde zich op te richten. - 't Is hem gelukt. - Hij sloeg de hand aan de gordijn, die strak was gespannen. Hol staarden zijn oogen door de opening heen. - Een slanke vrouwengestalte stond met den rug naar de bedstee gekeerd. - Zoekt zij zoo te voorkomen dat hij ontwaken en iets bemerken zal? - Maar langs haar heen kan hij alles bespieden.
- Zie, als zwarte schimmen gaan er mannen in en voorbij het groote lichtvak der openstaande deur.
- God! hoe bonst en hoe beukt hem het hart. - Bij de deur staat Abel. - Abel licht de pet van het hoofd. - Blinkend wit vertoont zich zijn zilveren kruin. - Maar, zwarter dan de donkerste nacht is het gevaarte, dat nu het vierkante lichtvak verduistert.
- Weet hij niet wat die mannen er doen....? O, of hij het niet weten zou! - Hij wil roepen: Moeder! - Maar het hart klopt hem in de keel. - Hij wil zijn krachten inspannen om het bed te verlaten en dat gevaarte te volgen; ja, want hij moet die mannen tot stilstaan dwingen. Hij moet haar nog eens zien, die arme goede trouwe moeder; hij moet haar kussen op den mond, die niet at opdat haar kind zou tieren; die voor altijd werd gesloten omdat hij woorden sprak in 't belang van haar Wouter, dien ze zoo liefhad.
- Maar ach! zijn hand is zelfs te machteloos om nog langer de gordijn op dien kier te houden. - Nog even.... Zie, daar zwenkt het gevaarte. Weer blinkt het groote vierkante licht. 't Verdwijnt, nu de deur zeer snel maar zacht wordt gesloten; en, Wouter valt terug op zijn peluw. Daar ligt hij weer krachteloos en als gansch verlamd neer. - Maar toch, het is hem alsof hij de vuist houdt