Maar Gawein riep niet meê van victorië.
Hij had daar ginds, ter zijde der vlakte, bespeurd de princes, te midden harer radelooze baroenen.
Hij bespeurde tevens een Tafel-Ronde-ridder, die over zijn stervende ros lag en twee aanvalleren boven zich... een klomp van knarsend en rammelend en frotsierend metaal.
Hij herkènde den Tafel-Ronde-ridder!
- Gwinebant!
En hij spoorde ruw Gringolet...
En met de knieën alleen sturende zijn ros, hoog op gericht zijn zwaar geharnaste lijf, speer met slinke gericht, schild over schouder aan riem en zwaard in rechte reeds zwaaiend, ontzettend, als Sint Michiel zelve zoo schoon en stralend, Gawein een aartsengel gelijk, draafde hij aan tot soccoers...
---------------------------------------
Gawein draafde aan tot soccoers...
Maar te gelijker tijd werd zijn blik geketend door de princes op palafroet...
Zij draafde heftig naar Gwinebant, te midden van hare baroenen, alsof zij mede aankwam tot soccoers, Ysabele, de schoone...
En Gawein ontstelde hevig, toen hij zijn bruid daar zag te midden van groot dangier...
Want vele Noordhumberlanders, die nog toefden te vlieden, verzamelden zich, zoodra zij de princes op het slagveld zagen en wilden rondom haar heen...
De baroenen verdedigden hunne koninklijke jonkvrouw maar zij waren radeloos om de overmoedigheid van Ysabele...
Toen doemde echter Gawein in hun midden...
En het duurde niet meer dan twee, drie blikken-der-oogen...
Gawein stortte zich op de klomp der drie strijdende ridders en hunne paarden. Hij hieuw den eenen Noordhumberlander af den kop, die vloog ver weg, als een waardelooze bal...
Hij stak met zijn speer den andere dwars door het lijf...
Maar ontving te gelijker tijd van dien doodelijk getroffene een speersteek zelve, vlak onder zijn hart, tusschen de maliën door zijner cotte...