torens binnen en de ridder geleidde de princes naar de voettrede van den troon, waar haar vader zat.
Want alle baroenen en edelvrouwen en alle de burchtzaten waren daar verzameld en Merlijn stond in het midden der zale.
En zeide:
- Gawein, mijn hooge wigant, wij wachtten u! Want nu gij van de Karre tot aller onzer blijdschap zijt verlost, is het mijn plicht u, na Galehots boodschap van Koning Artur, dat hij booze zoude zijn omdat gij vergeet van het Scaec, zijne eigene koninklijke stemme hooren te doen!
- Hoe dat, Merlijn!? verbaasde Gawein. Van zoo verre als Camelot ligt van Endi, zoudt gij kunnen mij Koning Arturs stemme doen hooren?
- Merlijn is der tooverkonst harde abel! zeide de Koning Assentijn goedmoedig. Laat hooren, Merlijn, mijn vriend, Koning Arturs koninklijke stemme!
Allen drongen nieuwsgierig dichter.
En Merlijn gaf een teeken.
Zes serianten brachten binnen een nooit geziene, groote trompet van rooden goud, die opende met een wijden, ronden mond.
En zij zetten de trompet op een tafel van rooden goud en Merlijn, zeer eerbiedig, als neeg hij voor vorstelijkheid, boog.
En beschreef toen een statigen boog met zijn staf.
En het was of de trompet even trilde...
En toen sprak, met Koning Arturs stemme:
- ‘Hoor mij, Gawein, mijn neve! Zoo gij vergeet van dat Zwevende Scaec en talmen blijft in de queste, door u op u genomen als ridderplicht, zal ik zelve, uw Koning, mijn goede ors bestijgen en ter queste tijgen: dat zwere ik bij mijn krone en bij den rijken God van Hemelrijk, Marië's Kind, die voor ons geboren werd!’
Er ruischte een verbazing de zale door! Werkelijk, het was Koning Arturs stem, betuigden in hoogste verwondering Assentijn en de ridders van Tafel-Ronde. Er was geen twijfelen aan! Het Wonder sprak met koninklijke stem dringend, bevelend uit de gouden trompet! Gawein bloosde als een knaap.