hem te brengen, Koning Assentijns dochter! Lace, hoe vele jaren is dat alles her! Amoraen was gestorven, toen gij hem Ysabele kwaamt brengen in smartelijke trouwe om uw eed want gij hadt haar zelve lief gekregen en zij u, maar toen hadt gij zoowel uw zoete wijf als het Scaec gevonden en uw geluk met beiden!
- Mijn heere Koning van Wonderland, antwoordde Gawein, die naast des Konings bedde zich had gezet. Ik herinner mij van alle deze dingen en heb smarte u te zeggen, dat mijne minne en geluk ten einde kwamen, want Ysabele, lace, zij stierf...
Er was groote rouwbedrijvinge rond om Gawein toen hij dit zeide; de Koning nam hem eene hand en Alidrisonder de andere en de edelvrouw met het schoothondje, dat zij los had gelaten en dat kefte in haar gewaad verward, trad nader vooruit, want zij vond Gawein een verleidelijken ridder, vooral nu zij wist, dat hij weduwnaar was en een der groote baroenen van Koning Artur.
Toen Gawein bedankt had voor zoo algemeene deelneming in zijn verlies, hernam hij:
- Mijn heere Koning, dat ik heden voor u waag te verschijnen is om geen andere reden dan dat ik wederom op queste ben van een Zwevende Tooverscaec en dat ik dit dacht bij u te vinden, maar het Scaec, dat ik op deze tafel zie en waaraan gij speeldet met uwen zoon den prins, dien ik bemin, wellieven Alidrisonder, is niet het Scaec, dat in vroegzomer binnen zweefde in de Ronde Zale van Camelot.
Toen sloeg de oude Koning Mirakel de trillende armen op. En hij weeklaagde:
- Eilace, wellieve heere Gawein! Tooverscaec zoekt gij bij mij? Maar weet gij dan niet, dat alle toovermacht ontzonk aan Koning Wonder? Dat mijn Wonderland geen Wonder en meer is? Neen, dit Scaec hier is een gewone scaec en ik en zoû geen tooverscaec meer kunnen scheppen en beheerschen! Wat ik kende, is de oude tooverië en, ai mij, de nieuwe toovenaars hebben, wat zij noemen, de moderne magië uit gevonden! Weet gij, Merlijn, bij uwen Koning Artur, die is de moderne tooveraar! Ik, lace, en weet niets van zijne conste, die zijn met natuurkrachten bereid,