- Schouw toe, heere! riep Alliene plots naast hem.
Hij zag òp, volgend de wijzing van heur gemalieden vinger. En hij zag voor zich hoog, tusschen de witte wolkjes, dan lager, dalende als met vogelvluchtgril, het Scaec, het Zwevende Scaec. Bijna als een leeuwerik vloog het nu òp, òp, òp, met korte schokjes, verloor zich tusschen de wolkjes, schoot weêr uit, daalde, daalde, steeg, òp, òp, òp... En het schitterde met de juweelen velden en de enkele glinsterende stukken, door toover, wankelden niet maar bleven recht op, gouden en zilveren gensters...
- Het verschijnt voor mij, zeide Gawein, terwijl hij ruimer ademde; omdat ik het achterhalen moet. Ik meende het in Koning Wonders burcht te zullen vinden, waar ik het Destijds vond maar Aventure voerde mij verre voorbij het slot van koning Mirakel! Zoo moet het ook geschieden in queste; zoo is het immer geschied: nimmer is Heilige Speer of Heilige Graal of Zwevende Scaec dadelijk gevonden door dolenden ridder; jaren lang doolde ridder in queste, voordat hij vond Heilige Graal, Heilige Speer of Zwevende Scaec... Het Wonder is de werkelijkheid, het Aventuur is het leven van iederen dag voor dolenden ridder en zoo niet het Aventuur hem tegen hield dadelijk het doel te bereiken, zoû hij nimmer verlossen belaagde onschuld en zoude trouw-aan-liefde nimmer verklaren openlijk voor héél de wereld, als zij deed toen Lancelot mij verloste...
En Gawein spoorde zijn paard en Alliene spoorde het hare tot vluggeren draf, om het Scaec niet uit het oog te verliezen... Tot het Scaec, ergens, achter de kartelende lijn van geboomte, pijl-recht neêr daalde en verdween.
- Bij Sint Michiel, mijne schoone jonkver! riep Gawein. Vooruit in de richting waar het verdween!
En zij draafden dwars door het foreest, waar het Scaec scheen neder gevallen. Een serpent, een drake, meende Gawein, kon plots, zekerlijk, voor hem doemen in de verwarring der takken en twijgen, die dikwerf den weg hun versperden of tusschen het door één gestrengeld struweel, waartusschen strompelden de gespoorde rossen. Maar geen serpent doemde op en de beide ruiters