Er zijn geen noodelooze gruwelen gebeurd. De schatten en, in kofferen en kisten, het geld worden geteld, gerangschikt, geboekt: een tiende zal den goden worden geofferd: de overwinnaars zullen later voor den tempel van Delfi er den gouden drievoet van smeden, dien een bronzen slang omslingert en die rijst op de drie koppen der slang en voor Olympia den bronzen Zeus, tien ellebooglengten hoog en voor den Isthmos den bronzen Poseidoon, zeven ellebooglengten hoog. Een tweede tiende wordt Pausanias aangeboden: het zijn vrouwen, paarden, kameelen, enkele talenten, allerlei gerei. Ieder, die zich dien dag van der Perzen Noodlot te Plataiai heeft onderscheiden, krijgt zijn deel van den verbazingwekkenden buit. Wat een weelde, wat een omslag, wat een gedoe van onnoodige dingen, uit Perzië mede gesleept tot hier, wat een slaven en vrouwen of een Perzische veldheerstent het Perzische koningshof ware! Pausanias, toch onder den indruk, van alle die weelderige voorwerpen, die hij, bekijkend met de andere kapiteinen, door de vingers laat gaan - een koffertje voor toiletvoorwerpen; het goud beslagen tuig van een paard; een armband, die een ordeteeken is - lacht, lacht bijna gedwongen, vindt al die dingen tóch wel mooi en beveelt:
- Hier de koks en de botteliers en de banketbakkers van Mardonios!
Zij komen vóór hem te staan, in gelid, geleid door hun oppersten.
- Bereidt voor van avond mij een maal, zoo als ge voor uw meester zoudt hebben gedaan! beveelt Pausanias.
De keukenslaven gaan aan het werk, de botteliers mengen de palmwijnen met myrica-honig: de zijden schermen worden op staken verheven; de zilver en goud beslagen bedden worden geschikt; op de tafelen dampen dan de fijne spijzen...
Maar Pausanias heeft eveneens bevolen een maal aan te richten naar de wijze der Lakedaimoniërs. In allen eenvoud staat de zwarte soep op de onbedekte houten tafel.
En Pausanias, lachende, wijst zijn officieren het onderscheid.
- Hellenen! roept hij uit. Nu ziet gij de dwaasheid van den Perzi-