De veldheeren wekten Pausanias in zijn tent. Hij vreesde de Perzen en zeide:
- Atheners, gij ligt voor de Boiotiërs geschaard. Het is beter, dat gij verandert van plaats en u schaart vóór de Perzen, wier strijdwijze gij kent sedert Marathoon. Wij, Spartanen, streden nog nimmer met hen, maar wij kennen die verraders, Boiotiërs en Thessaliërs. Laat ons ruilen: gaat rechts, wij zullen links gaan.
- Wij kwamen het u voorstellen, zeiden de Atheensche bevelhebbers.
Atheners en Spartanen wisselden dien dag van plaats. De Boiotiërs meldden het Mardonios. Mardonios beval dadelijk den Perzen te wisselen met de Boiotiërs, zoodat zij wederom lagen voor de Spartanen.
Pausanias, wien dit gemeld werd, beval den Atheners wederom te wisselen.
Een Perzische heraut verscheen in de vlakte; hij knipte met de oogen in de zon, die verrees.
Hij spotte:
- Lakedaimoniërs! Men roemt u de dappersten van uw land en prijst u, dat ge nooit vluchttet en nooit uw post verliet in den strijd, maar op die plek den dood gaaft of ontvingt!
Hij lachte schimpend, vervolgde:
- Maar niets is minder waar: ge vlucht reeds zonder te strijden: ge laat den Atheners de eer zich met ons te meten: gij, ge kiest liever wie onze slaven zijn, slaven uit ùw bloed; om zekerder tegen te vechten. Gij valt ons wel bitter tegen: wij dachten, dat gij ons een heraut zoudt zenden, om ons uit te dagen, ons Perzen, maar ge bibbert van angst en ge wisseldet dezen morgen tweemaal van plaats. Maar nu wij het zijn, die u uitdagen, waarom zouden wij niet vechten gelijk in getal, gij, de dappersten, ha! ha! aller Grieken; wij, niet meer dan laffe Barbaren? Laat óns beslissen den uitslag des strijds of nà ons kunnen nieuwe troepen weêr strijden! Maar mij schijnt het toe, dat het genoegt, zoo gij Spartanen, zoo wij Perzen samen uit maken wie overwint!
De trotsche heraut wachtte tartend op antwoord. Hij was er