ik begrijp niet, dat je dit niet inziet. Onze kultuur staat hooger dan die Grieksche; alles wat bij ons organizatie en administratie is, zoû zich verzetten tegen zulke lichtzinnigheid als athletische spelen te vieren aan den vooravond van Noodlotsvoltrekking. Wij zijn degelijker van aard, wij Perzen; wij zouden - ik veronderstel een oogenblik de mogelijkheid van een nederlaag, die ons niet mógelijk is, omdat de god der Perzen ons helpt en verder helpen zal - aan den vooravond van zulk een voltrekking, toch nog beproeven...
- Ik vind het toch elegant! zeide Tritantaichmes.
Maar Xerxes was heel boos, dat zijn neef hem in de rede viel. En niet zijn neef alleen, ook die eenvoudige Arkadiër viel den Koning der Koningen, na Tritantaichmes, in de rede en zeide goedmoedig:
- Heer, ze gelooven er nog niet aan een nederlaag. En wij ook niet, Arkadiërs. Wij komen alleen hier, niet zoo zeer omdat wij aan uw overwinning gelooven, Heer, als om te werken. Ons ontbreekt het allernoodigste en wij zijn meer boer dan soldaat. Wij willen gaarne werken, Heer, en ploegen en maaien en oogsten, als wij er ons levensonderhoud meê verdienen kunnen...
Als Xerxes - wat wel eens een enkelen keer gebeurde met zoo vele broeders en zwagers en neven - in zijn waardigheid van Koning werd gekrenkt, nu waarachtig, door een Arkadischen boer, had hij den goeden smaak zijn ergernis te kunnen bedwingen. Daarom zeide hij alleen maar dit maal tot zijn staf van schitterende veldheeren achter zich:
- Ik had mij altijd voor gesteld, dat de Arkadiërs dichterlijker waren, ten minste, dan deze boer hier. Elegant is deze Arkadiër niet, Tritantaichmes, maar wij kunnen hem in dit overwonnene Fokis eenig bouwland geven in pacht.
Er was een waardeerend aristocratische lach om de monden en baarden der schitterende broeders en zwagers en neven en Xerxes liet de Arkadiërs gaan in vrede... Die bebouwden het overwonnen land van Fokis en dachten aan de toekomst...