XXIV
De waarzegger, Megistias, het eerst, na de ingewanden der offeren te hebben geraadpleegd, openbaarde die zelfde nacht den verbondenen Grieken, dat zij in de Thermopylai door de Perzen omsingeld zouden worden en zouden sterven, zoo zij bleven.
Er werd raad gehouden, rondom Leonidas.
En Leonidas zeide den ontmoedigden, den onwilligen, den anders denkenden, dat zij weg konden gaan, opdat zij niet sterven zouden.
En dat hij in de Thermopylai zou blijven met driehonderd Lakedaimoniërs en met de Thespiërs en de Thebaansche gijzelaren... Waarom zouden de anderen blijven? Zij gevoelden er niet voor hier hun zekeren, door offeringewand voorspelden dood af te wachten. Zij wilden, praktischer en bedachtzamer, hun vaderland dienen. Zij zeiden het aan Leonidas, die tusschen zijne driehonderd Lakedaimoniërs stond als de god Ares tusschen een handvol helden en zij vouwden de tenten op van hun kamp, dat zich tusschen de mossige, vochtige spleten der rotsen moeilijk genesteld had. Zij namen afscheid met vele woorden, met redevoeringen, zelfs met ironie, ook met verteedering. En zij gingen.