Koningen Xerxes zal u goedschiks of kwaadschiks overtrekken. En nooit zal iemand u offers brengen, want ge zijt een bedriegelijke, zoute rivier!’
De Hellespont murmelde, voort kabbelend, terug, dat hij geen rivier was maar een zeeëngte, wel héel nauw, maar de beulen verstonden den Hellespont niet. Zij sloegen den architecten van de vernietigde schipbrug de hoofden af en andere architecten beproefden hunne krachten aan een anderen schipbrug.
Die deden triremen aan elkaâr vast binden en vaartuigen van vijftig riemen: er waren er driehonderd-zestig ter Westelijke en driehonderd-veertien ter Oostelijke zijde. De eerste vaartuigen wendden hun flank naar den Propontis; de andere, naar de Aigaïsche zee, gaven meê met den stroom, zoodat de kabelen strakker rekten. Ankers werden van de vaartuigen uitgegooid; dubbele kabelen, dit maal, langs immense, houten katrollen op machine's, aan de oevers opgesteld, verbonden de booten; de kabelen van byblos-schors bij vieren gewrongen, de kabelen van vlas bij tweeen gewrongen: de laatste waren de sterkste en wogen per elleboogslengte het gewicht van een talent.
Toen de schepen vast aan elkander lagen gesnoerd, werden breede planken gezaagd en geschaafd en op zware houten steunselen over de schepen, de kabelen strak aan-gedraaid, gevoegd naast elkaâr. En bedekte men met zand het houten plankier. En richtte ter weêrszijden heiningen op om de paarden en lastdieren niet te doen schichtig worden op het gezicht van den niet altijd kabbelenden maar vaak hevig stormenden Hellespont.
De Foinikiërs waren trotsch op hun kabelen: die waren zoo mooi en onbreekbaar! Maar de Egyptenaren beweerden, de hunne waren niet minder.
De brug over den Hellespont lag klaar.
Ook de berg Athos was doorboord.
Het waren twee grootsche werken.
Aan Xerxes werd de uitslag gemeld.
En hij vertrok met zijn leger uit Sardes.
Terwijl hij op weg naar Abydos was, verduisterde de zon in een klare, wolklooze lucht.