| |
| |
| |
Restaurant-Emotie's
- Wat is het héerlijk, zeg ik, bij onze aankomst te Venetië; nu eens niet altijd behoeven aan te zitten aan een pension- of hôteltafel, maar, zoo gezellig en bohême, nu eens hier en dan eens daar te eten! Eenvoudig zàlig! Dat leven op kamers bevalt mij wel! Wij zijn zoo vrij, wij behoeven ons niet aan een uur te houden, en wij eten precies wat wij willen! Iederen dag eten wij precies wat wij willen! Het is eenvoudig verrùkkelijk!!
Mijne vrouw schijnt niet zóo zeer mijn enthoeziasme te deelen, het geen mij verbaast. Ik vind haar ondankbaar aan de goede lotsverwisselingen, die de onze zijn en, daar wij onze kamers hebben genomen in Den Zwarten Hoed en nu voor het lunch aan een restauratie denken, dalen wij, zeer natuurlijk-weg, af in den restaurant van...Den Zwarten Hoed.
Ge moet niet min denken, o lezer, van Den Zwarten Hoed. Onze Cappello Nero, zéer bekend in Venetië, is zóo oud, dat hij dateert van 1376, en is dus eigenlijk een hoogst aristocratische Zwarte Hoed. In Venetië's archieven wordt vaak De Zwarte Hoed vermeld. Tijdens den schittertijd van het Carnaval was De Zwarte Hoed het rendez-vous. In een opera-buffa, Crispino e la Comare, wordt De Zwarte Hoed bezongen. Eenmaal sliep Garibaldi hier durende éen nacht en zijn voorbeeld werd gevolgd door...de Koningin Alexandra van Engeland!! Wat moet Hare Majesteit zich geamuzeerd hebben als zij, om het hôtel te verlaten of binnen te komen, door het donkere sotto-portiekje moest kruipen of genoodzaakt was met haar gondel over het nauwe grachtje te glippen. Ik ben overtuigd, dat zij nèrgens zoo amuzant
| |
| |
gelogeerd heeft en daarenboven waren haar kamers, op de Piazza uit kijkende, héel mooi.
Denk dus, o lezer, niet min van Den Zwarten Hoed. Als hôtel is hij bekend en als restaurant is hij beroemd. Het voorzaaltje is zelfs elegant, wit en goud, Louis xv, en ge ziet er uw beeld tallooze malen weêrkaatst in flatteuze over- en weêr-spiegels. Hier spiegels, daar spiegels, en als ge moede zijt van uzelve, tuurt ge door de, even open gekierde, gordijntjes in de drukke Merceria.
Alfredo, de eerste cameriere, begroet mij minzaam en zegt, dat hij de signora en mij reeds bediend heeft, vijf jaren geleden, op het Grand-Hôtel te Lido. Mijn geheugen is er op achter-uit gegaan sedert die grandioze tijden. Ik laat het Alfredo niet merken en bestel, met raadpleging mijner gemalin, het menu. Om ons zijn bezig Alfredo, de eerste, Toni, de tweede cameriere, en Italo, de wijn-piccolo.
- Vino? vraagt Italo vlug en pittig als of hij haast heeft en waarlijk, hij heeft altijd haast. Mezzo Verona? Va ben'...
En Italo is weg, mummelend, om zijn memorie te scherpen: mezzo Verona, mezzo Verona...
Wij eten maccheroni, die gij macaroni noemt; kalfsoesters met doperwtjes, kaas, vruchten...
- Ja maar, zeg ik dien dag, aan het diner - wederom in Cappello Nero -; ik wil niet altijd zoo burgerlijk eten, als wij tóch vrij zijn en kunnen bestellen wat wij willen! Wat wij willen!! Wij zijn vrij! Laat mij nu eens alléen het menu bestellen: Alfredo, kom eens hier...
En voor het diner bestel ik, na een tomatensoepje, grancevola, dit is ‘zeespin’ of dewel fijn vleezig krabbebeest, delicatesse der Adria, en dan gebraden kip, die op het menu staat aangegeven met de geheime letteren: S.G. Ik geloof, dat zij beteekenen secondo grandezza, of selon grandeur, zoo zij niet iets ànders beteekenen. Een goudkleurige caramelpodding daarna, terwijl Italo, mij vluchtig toe duwende:
- Vino? Vino?? - als of hij hèusch zich nu haasten moet - belast wordt een flesch spumeerende Asti uit den kelder te vragen.
| |
| |
Alfredo bedient charmant, Toni is werkelijk een keurige ‘tweede’ en Italo heeft de Asti met jeugdige handigheid zijner veertienjarige vingeren ontkurkt. Atmosfeer, licht, bloemen, spiegels, wijn, grancevola der Adria en gebraden kip S.G. hebben mij behaagd, bekoord, verrukt, gesmaakt en Alfredo schijnt wel tevreden over mij, en beweert, dat hij voortaan altijd dìt gezellige hoektafeltje voor mij zal bewaren...
Buiten zegt mij mijn vrouw, fijn diplomatiesch:
- Als je altijd zóo bestellen wilt, ja, dan is zeker het restaurantleven nog al aangenaam. Maar misschien is zoo een menu...op den duur...wat anstrengend...voor de gezondheid, ten minste Asti en grancevola...Wil ik het maar voortaan bestellen??
Ik begrijp mijne gemalin héel goed. Zij vindt, dat ik...te duur besteld heb, maar wil mij dit niet zoo bot weg zeggen, omdat zij weet, dat ik een zwak heb: ik kàn niet hooren over geld, dat ik verachtelijk vind; ik kan niet hooren over...te duur.
- Neen, neen, zeg ik; laat mij maar bestellen; ik bestel niet iederen dag grancevola...
Den volgenden dag - want daar Alfredo nu ons tafeltje bewaart - zoeken wij zelfs niet eens naar een ander restaurant en wij zijn reeds burgerlijk trouw aan Den Zwarten Hoed - bestel ik...eenvoudig menu: risotto, spiegeleieren, roastbeef met purée...
- Vino? Vino?? dwingt Italo en dreigt al weg te ijlen, voor ik bestellen kan. Asti Spumante??
-...Mezzo Verona! roep ik hem, nederig, achterna.
Mijn vrouw is thans wèl tevreden. Ik heb geen fantastische zeespinnen en S.G. schotels besteld: de laatste vooràl, zijn...voor de gezondheid (d.w.z. beurs) schadelijke verrassingen.
Maar dien avond, aan het diner, steeds onder hoede van Alfredo, heb ik er geen pleizier meer in. Er zakt iets in mij. Ik wil wel bestellen, héel gaarne zelfs bestellen, maar...terwijl ik bestel, kan ik geen sommen maken uit mijn hoofd op den koop toe. En ik reik de lijst met een mat gebaar aan mijn vrouw, waarbij ik tevens, met éen blik, gezien heb, dat die lijst...precies de zelfde is als de lijst van gisteren en eergisteren...
| |
| |
Sedert bestelt mijn vrouw. O, wij eten lang niet kwaad. Ik zoû zeggen, dat het ‘thuis’ wel véel lekkerder was. En gevarieerder. En dan...zoû ik zeggen, dat het in ons laatste pension nog heusch zóo kwaad niet was: je behoefde ten minste zelve je geest niet af te tobben op een, iederen dag, klassiek terug komende, spijzenlijst...
Daar treden, plots, verrassing! Haagsche kennissen in het wit-en-gouden zaaltje des Zwarten Hoeds. Jong-vrouwtje met echtvriend, pittore. Wat gezellig jullie te zien! Komen jullie bij ons aan zitten?? En zullen we nu eens met ons vieren de fameuze lijst bestudeeren? Vinden jullie het ook niet dòl gezellig zoo vrij te zijn en overal te eten waar je wilt en vooral wat je wilt, wàt je wilt??
Jong-vrouwtje en pittore beâmen het: zeer zeker. En daar zitten we nu met ons vieren - nu, laat mij eerlijk zijn en zeggen, met hùn tweeën - mijn gemalin en pittore - Alfredo's klassieke lijst te bestudeeren...en schrikt Italo de voor over gebogen, studieuze en elkander raadplegende hoofden òp met zijn pittig, haastig, impudent en vermakelijk:
- Vino? Vino?? (Vlug, bestel wat je hebben wilt: ik moet voort...) Due Mezzo-Verona? Va ben'...
Lezer, heel gezellig hebben wij tal van malen gegeten volgens de klassieke lijst. Ik mag u niet verraden hoè vele malen wij met ons viertjes fantastische Adria-gedrochten met purperen scharen en fabelachtige S.G.-gerechten hebben besteld, maar over het algemeen bleven wij klassiek en...de gezondheid in acht nemende. Tot het ons, trots al de charme van Alfredo, Toni en pittigen Italo, trots de prachtige rozen zelfs, die de eigenaar van Den Zwarten Hoed de dames zijner stamgasten kwam vereeren...te machtig werd. Wat drommel, wij waren toch vrij te eten hier en daar...al waren wij niet zoo heel vrij - naar het scheen - te bestellen wat wij wilden...wàt wij wilden...!
Een energiek besluit werd genomen...Wij zeiden Alfredo, dat wij, sedert wij alle vier naar Lido waren verhuisd, omdat het Zwarte Hoedje te warm ons werd, ook meestal in Lido de spijslijsten raadplegen zouden...Het geen bezijden de waarheid was, daar de spijslijsten in Lido nog eentoniger of...fabelachtiger
| |
| |
zijn dan de klassieke van Alfredo!! Het elegante hoektafeltje werd dus met meer zóo trouw bezet...Want wij, wij waren vrij! Wel, wij dejeuneerden in echte bohême-pergolaatjes bij groene kanaaltjes; wij dineerden in de Laube van Pilsen, wij hadden interessante redetwisten met den primo van Bonvecchiati over het optellen volgens Bartjes, wij leerden o zoo goed te onderscheiden, aan het duidelijk jaartal, of een lira wel gangbaar is; wij beschouwden ironiesch glimlachend de groote-stuiverstukken der Argentijnsche Republiek, die bij het wisselen roerend trouw op doemen als ge niet door Alfredo bediend wordt en toen...toen hadden wij een ingeving. Wij wilden nu eindelijk toch eens gaan eten in...den Panada, waar onze dames eigenlijk een beetje huiverig voor waren.
De Panada! De Antico Panada, verloren tusschen de slopjes van oud Venetië en toch...bijna vlak onder het scherpe oog van Alfredo!! De Panada heeft niets te maken met de Duchesse de Panada uit de Mascotte! De Panada heeft zelfs niets te maken met de Zuidelijk Fransche ‘panade’ of broodsoep. De Venetiaansche Panada heet meer naar haar stichter; een ouden, ouden Signore Panada. In den Panada is altijd het electriesch licht op, als ge hem bereikt hebt langs de slopjes. Zelfs al schijnt de zon buiten...Op den vloer van den Panada ligt wel eens zaagsel...In den Panada zit men aan tafels van minstens zes...Geen spiegels, geen bloemen, geen Alfredo in rok...Meestal stàmpvol...Maar hoe typiesch en amuzant! Wij zijn vroeg gekomen - dat moèt wel, in den Panada. Wij hebben een tafel voor vier veroverd. En wij eten...overheerlijk!! Kip, zoo veel wij willen, en zonder die kabbalistische letteren S.G...Zeespinnen, kreeften, krabben, alle mogelijke en onmogelijke gedrochten der Adria, zoo veel wij willen...! Heerlijke schoteltjes nieren, levertjes, om af te wisselen de serieuze vleezen, die niet minder zijn, vooral zoo zij door onzen niet-gerokten, braven primo worden aanbevolen...Kiezen wij iets op de zeer gevarieerde lijst - er zijn er twee: een voor het Collazione, een voor het Pranzo - dat maar zoo-zoo schijnt te zullen worden, dan zegt onze brave primo:
| |
| |
- Dat raad ik ù niet aan...Dat is niet voor signori...Non è molto ‘soigné’...(Sic!)...Neem liever dit of dat...
Erwtjes, champignons, zucchetti...! O, brave Panada! Wat eten wij amuzant en goed in ons trouw gerezerveerd hoekje, dat eigenlijk voor zessen bedoeld is! Er is hier veel op te letten...Dit is een ander publiek, dan bij Alfredo, waar de aanzienlijke vreemdelingen verschijnen, die zich verbeelden, dat ze ‘bohême’ doen...Dit is waarlijk ‘bohême’...Al komen er zelfs wel eens hooge pieten van het Leger, generaals en kapiteins met hun dames, die lekker eten willen - dàn flonkert de Panada van goudgalon en wappert van pluimehoeden - meestal is het publiek er niet zóo officieel...Hier zitten een paar jonge soldaatjes, een paar leuke matroosjes en tusschen hen een Hongaarsche schilder, met breede Jupiter-baard en Fransche elegante vrouw; daar een talrijke buitenfamilie, die is komen over varen van een der eilanden. Pa gooit zijne sardijnenkopjes onder zijn stoel, waar de kat reeds aast; ma, plooirijk van boezem, heeft haar droit-devant vergeten, oudste dochter overschaduwt een groote hoed met rozen, tweede dochter is bloothoofds gekapt à la Cleo; de zoon, een knappe, bruine jongen, zit met een tandestoker te coquetteeren...Of wij ons choqueeren? Neen, heelemaal niet. In den Panada zingt men het liedje van: Zóo zijn onze manieren! En wij, met ons viertjes, hebben òok onze Panada-maniertjes aan genomen, amuzeeren ons kostelijk en...eten heel goed! Daar komt het toch in de ‘bohême’ maar op aan! Heusch, als wij bij u, o Haagsche lezer, weêr eens komen dineeren, vegen wij nièt eerst met ons servet energiek ons bord glanzend rein, om daarna glas en couvert dergelijke operatie te doen ondergaan. Doopen óok niet ons brood in de saus van de schaal, omdat die saus zoo allemachtig lekker is. Eten nièt de zeegedrochten met onze vingers...En maken daarna nièt het toilet dier vingers met behulp van een schijfje
citroen...Het zijn allemaal slèchte manieren, de manieren van ons, nette menschen, die zich amuzeeren in de Panada...Alfredo zoû ons eens moeten zien!!
Morgen is het Zondag! O wee! Dan is het overal zóo druk! Dan loopen de eilanden leêg naar Venetië; dan komt hier heel Triest,
| |
| |
Padua, Verona, om ‘festa Veneziana’ te vieren!!
- Ferruccio, smeeken wij aan onzen niet-gerokten; kan je de tafel voor ons ook rezerveeren...voor morgen?? Voor Zondag??
Ferruccio slaat de handen wanhopig in-een.
- Onmogelijk!! roept hij beslist uit. Zondags...dan bestormen alle de contadini den Panada en die...diè weten niet wat ‘gerezerveerd’ is! Die gaan maar zitten waar ze een plekje zien, al hèb ik de stoelen geleund aan de tafel!
Wij staan wanhopig op straat. Heilige San Marco, waar moeten wij morgen, drukken Zondag, dejeuneeren en, erger, dineeren?? Wij, gelukkige menschen, die vrij zijn? Die overal mogen eten? Die àlles mogen bestellen???
- Ik bega een laagheid, fluister ik somber. Ik ga naar Alfredo en ik vraag hem of hij ons de hoektafel kan rezerveeren...voor Zondag.
Ik ga, met kloppend hart, Den Zwarten Hoed in. Ik nader Alfredo en vraag, schijnbaar luchtig en nonchalant zwierig:
- Dag Alfredo...Zeg, Alfredo...kan je voor morgen...Zondag, niet waar...ons hoekje voor ons rezerveeren? Voor ons vieren? Dejeuner en diner? Je weet, we eten tegenwoordig...op Lido. Maar Zondags is het er zóo druk...dan wilden we liever weêr hier komen?? Kàn het?
Mijn stem breekt van heimelijke angst...Maar Alfredo, verrukt, hóort niet dien benauwden klank. Hij zal blij zijn ons ons hoekje te rezerveeren...Gelukkig!! In den Cappello Nero...wèet het publiek wat ‘gerezerveerd’ is!! |
|