datura zijn als blanke wierookvaten: er is wierook van bloemengeur.
Oude kloosterarkaden schaduwen prettig lief en knus gezellig en de antieke put in het midden van den kloosterhof is overdekt met ijl eenvoudig, houten priëel, waarom enkele gele bladeren van een wingerd uit glinsteren tegen de blauwe lucht en huiveren op den wind-aâm...Hier dalen wij in het cypresse-bosch...Dat is alles de rijkdom dezer arme Franciscanen...Uit hunne tuintjes verkoopen zij de bloemen, maar in dit duisterende bosch lezen zij hun brevier...Zoo rustig vallen de schaduwen en de wind doorhuivert de fluweelen toppen alleen...
Hier leven zij en werken zij en zijn zij arbeidzaam en vroom en eenvoudig en hebben zij lief de menschen en de natuur, de beesten en de bloemen, zoo als San Francesco het leerde. Het is hun wel heel moeilijk geheel te leven zoo als San Francesco het zelve deed, maar San Francesco was ook zulk een bizonder heilige heilige. Zoo als San Francesco zelve leefde, is het geen zijner volgelingen gegeven te leven, zegt mij de monnik, die naast mij zit op het kloostermuurtje, onder een rij van cypressen.
- En het zoû ook hoogmoed zijn, dat te willen, zegt de monnik. Wij doen wat wij kunnen.
- Ik vind de ‘Fioretti’ zoo mooi, zeg ik.
- Heeft u de ‘Fioretti’ gelezen? vraagt de monnik blij.
- Ja, zeg ik; en ik hoû zoo veel van het verhaal van ‘broeder wolf’; ‘broeder wolf’, die de menschen op at, maar bekeerd werd door San Francesco, en die, toen hij gevoed door de menschen werd, een goede wolf werd en door het land ongedeerd heen en weêr trok, zonder mensch of dier meer te schaden...
- Heeft u onze vogeltjes al gezien? vraagt de monnik.
Wij gaan zijne vogeltjes zien, de vogeltjes voor wie San Francesco immers eenmaal predikte en die zijne woorden verzamelden om zich rond...Wat is hij lief, goed en eenvoudig geweest, San Francesco van Assisi...Geen heilige heeft als hij Christus begrepen, lief gehad en na gevolgd...En de Franciscanen zijn wel geen heiligen, maar zij pógen toch te leven zoo als San Francesco