van Perugino: het zijn de geaffecteerde houdingen, die deze wonderknappe maar totaal emotie-loozen meester van Rafaël in alle zijne figuren kenmerkt, met een monotonie van gemaniëreerd handgebaar en theatraal door-zakken op de eene heup, die op alle Perugino's fresco's en schilderijen reeds van verre is te herkennen, maar de verbazende techniek en schilderkunst van dezen kouden, zielloozen artiest van Perugia, hebber zoo wel op Rafaël als op Signorelli een onontkoombaren indruk gemaakt en vooral op de Paradijs-fresco van den laatsten is dit duidelijk op te merken. Meer aandoend zijn dan ook de prachtige muziceerende engelen boven deze geaffecteerde Perugino-zaligen: die boog van engelen, tronende op hunne wolkenzetels en stemmende luit en theorbe of tokkelende de harpe-, of strijkende de violesnaren, vormen een hemelsch orkest van gratie en muzikale bevalligheid, terwijl de, in het midden van het tafereel, bloemen strooiende engelen die twee groepen van gewiekte muzikanten en naaktschoone gelukzaligen verbinden tot een krans van lieflijke zachtheid...