twee-uur. Het Uur van den Tijger is het uur-van-vieren; dat van de Draak acht-uur; dat van de Aap vier-uur; dat van den Haan acht-uur weêr en van den Ever tien-uur.
Maar het waren vooral, in deze symbolische Uren der Wellust, de houdingen van sier en zwier, de fijne lange email-gezichtjes, onder de zwaar hoog gekapte kapsels van als gitten lussen, met juweelen uitstralende pinnen; het waren de suggestieve handjes en de tripdansende voetjes, die als bewogen in de teekening: en het waren vooral de plooi-golvende kimono-gewaden, die mij boeiden, terwijl in mijne vingers de prenten verschoven.
Hij is de schilder der kimono's, maar der kimono's van meer dan een eeuw geleden, toen gedragen door de weelderige Yoshiwara-vrouwen.
Deze gewaden hadden ook een wijderen, ronderen, meer ampelen snit dan heden ten dage. Zoo droeg er eene, in de blanke gamma, een groenachtig blanke kimono, geheel met takken van roze kersenbloesems doorweven en zwaar opgeborduurd; een andere een ‘rozig-bloesemblank’ gewaad, doorstikt met groote kapellen in vlucht, in allerlei zacht bonte tinten, die samen smolten, vooral koraalrood en oranje; ik herinner mij éene vrouw in het blauw, maar dat blauw was zoo licht, dat het was ‘sneeuw-in-maneschijn’ en er over zwierde het patroon der zilverachtige, zacht groene wilgentakken, die dropen als met een fonteingebaar van niets dan gratie want weemoed heeft weinig de wilg in Japan: hij is meer de boom der kwijnteêre bevalligheid. Over ‘hemel-blauw-zwarte’ zijde - dus donkerst blauw - zwommen gouden karpers in het rond en aan den zoom, waar zij zich het grootst vertoonden om te verminderen in afmeting naar het middel toe tot kleinere visschen; over boezem, mouwen en rug trokken vage, zilverige lijnen, die styleerden, als ware het, water en wolken, zoodat de zoet lachende vrouw als in een vijverlandschap gekleed was. Lange rietstengels, waartusschen zwarte irisbloemen schepterend naar de hoogte rezen, groeiden onder uit aan den zoom van een ‘asch-roode’ kimono, die verder nog, naar boven, versierd was met drie droomende kraanvogels, een op den rug en