Morayma. En zagen nieuwsgierig, voor het eerst, haar ongesluierd gelaat, zeer schoon, zeer wit, onder het rood fulpen mutsje, waar uit de zwarte lokken kruifden.
Aboe-Abdallah was de Katholische vorsten genaderd. Hij groette hen hoffelijk en waardig en zij groetten hem terug met handgebaar en nijging, van hunne hoogere paarden af. Toen zeide Aboe-Abdallah:
- Majesteiten, ik verlaat de stad, die gij met geweld wildet nemen, hoewel ik haar U aanbood te beheeren als uw leenman. Is het mijn schuld, o Majesteiten, dat het slagveld ginds vol bezaaid ligt met lijken, Spanjolen en Mooren? Voor Allâh voel ik mij blaamloos; mogen ook uwe harten, o Majesteiten, zich blaamloos gevoelen voor uw God!
Maar de hertogen van Infantado, van Villa-Hermosa, van Medina-Sidonia, de markies van Cadix, de graaf van Cabra waren afgestegen en zij naderden den Ongelukkige. De Ongelukkige, dien, hertog van Guadix, zij begroetten. En zij geleidden hem voor Don Ferrando, die bleef te paard. En Aboe-Abdallah knielde neêr in de roode modder, en hij zeide, in het Castilliaansch, den leenmanseed, die de graaf van Cabra hem vóór zeide...
Tusschen de lijken des slagvelds, onder de zwermende kringen der gieren, stegen de Mooren op hunne paarden, die er hen wachtten. Zij zouden naar Priego gaan, drie mijlen verder. Achter haar heer bereed, schrijlings, Morayma een blanken klepper, een kleine page gelijk. Zij had Doña Isabel willen naderen, zij had haar willen smeeken kleinen Abdallah, te Cordoba, wèl te willen zijn: zij had niet gedurfd. Maar trots zóo veel smartelijkheid, trots het telkens, helaas, onjuist berekende Noodlot, was zij gelukkig, dat Aboe-Abdallah leefde, dat zij hem volgde, wáar hij ging...
De Katholische vorsten reden den brug op, de wijdene poorten der stad in. Uit de smeulende puinhoopen dwarrelde steeds de laatste smook der gebluschte branden maar langs den weg, die de vorsten gingen, waren de lijken geruimd. Loxa was leêg, een leêge ruïne. De groote Moskee lag in puin. Plotseling weêrklonk uit een zware, ronde bouwmassa, die nauwlijks van de bommen