een zijsprong van zijn strijdros, de speer tegen het steen van de poort, die, sombere hoefijzerboog, plots Aboe-Abdallah een doortocht scheen naar het Ongeluk. En zijne ridders, rond om hem, verbleekten, maar hijzelve verbleekte niet meer dan zijne amberen gelaatskleur reeds bleek was en hij trok uit de scheede des sabels, die Aïscha hem om den hals had gehangen, de kromme kling en wees rustig den weg ten Westen. En de ridders, zwijgzaam, volgden hem en het leger volgde. Maar ruiter na ruiter en soldaat na soldaat fluisterde achterom:
- De koning heeft zijn speer stuk gestooten tegen de poort...
Er trok als een wolk over de lucht en de blijde zonneschijn zwijmde. Er viel als een kilte van omhoog. De steenige heuvelen breidden golvend en het eikenwoud aan de andere zijde der diepe ravijnen van Beyro ruischelde geheimzinnig, als waren de duizende bladeren duizende tongen geworden, die waarschuwden in vreemde taal...
Langs de rotsige afgronden - soms bruischte schuimend een bergstroom uit en stortte radeloos neêr - vervloeide het leger met een voorzichtige, krinkelende, schitterende lijn: smalle, lange slang, die voort bewoog. Maar plots, uit het woud, dat is wild en geheimzinnig dreigend ter andere zijde, schuw schichtig, schoot te voorschijn een vos... En ijlde vlak langs het strijdros des konings en het steigerde en Aboe-Abdallah richtte zich in de beugels en stak met zijn zwaard naar de vos maar bedacht zich nièt met zijn koningszwaard het eerst een vos te dooden en de ridders richtten hunne speren naar den vluchtenden vos en bedachten zich nièt met hunne speren het eerst een vos te dooden en de vos vluchtte en twee, drie, vier, vijf pijlen der boogschutters deerden niet het dier, dat ontsnapte in de rotsige spleten van het ravijn...
En ruiter na ruiter en soldaat na soldaat fluisterde:
- De koning had den vos moeten door steken, om het voorteeken te bezweren, want het is boos...
En in de vallende nacht trok het langzame leger verder, naar Loxa toe, trouwe stad, die, hare poorten open, Aboe-Abdallah ontving met vlammende toortsen op de torens en fanfare van