Ongepubliceerd werk
(1996)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermdEerste tooneel
Parelhoen, Kippen, Eenden, Kuikens; daarna Fazante, Merel, Fidel; onzichtbaar Koor van Wespen, Bijen en Krekels. Als het gordijn op gaat groot gekwaak en gekwakkel
parelhoen
levendig, gaat van de een naar den ander
Bonjour, bonjour...wat zeg je van zooveel
Gasten, die tusschen mijn komkommers zich
Verdringen op mijn jour?
| |
[pagina 251]
| |
koor
in de lucht
‘Zoemen wij samen...’
parelhoen
tot een Kip
Ja, 't is mijn laatste ontvangdag!
kip
Wat pompoenen!
parelhoen
Griezelige vormen, hé! Ik hoû héel veel
Van dat soort bibelots!
kuiken
bek in de lucht
Wordt er gezongen?
parelhoen
Ja.
koor
‘Zoemen wij samen’...
parelhoen
Ik heb de Wespen
En ook de Bijen...
tot een Kip
Bonjour!
Zij beweegt zich druk
koor van bijen en wespen
‘Zoemen wij
Samen; verzuimen wij ooit
Aan weizoom en woudzoom te zamen te zoemen...?
Zoemen wij samen; verzuimen wij ooit...’
fazante
komt op, lachende, tot Merel
Dus was jij gevangen?
merel
vertelt wat hem gebeurd is
Als onder 'n hoedje!
'k Ging in de pot, bepaald; maar 'k ben nu weêr
De pot uit.
Kijkt om
Is Kantekleer niet hier?
fazante
verwonderd
Kómt
Hij dan?
fidel
kop uit kruiwagen, van waar hij uit de hoogte het gewoel beschouwt
Ik hoop, dat hij nog van idee
Verandert.
| |
[pagina 252]
| |
merel
Wàt? Fidel in den kruiwagen?
fidel
schudt zijn kop, stuk ketting rammelt aan halsband
Toen Kantekleer voorbij ging, zwarte Merel,
Heeft hij me alles verteld en heb ik van
Woede mijn ketting stuk getrokken en
Kom ik eens zien.
parelhoen
ziet Merel
Zoo, ondeugd, ben jij daar?
koor
in de lucht
‘Wij fiedlen en veêlen
Onder struik en struweelen...’
fazante
heft kop op
Een koor?
parelhoen
Ja, 'k heb de Krekels.
krekelkoor
‘...En wij strijken
Den strijkstok met streelenden streek...’
ekster
zwarte rok, witte das, kondigt aan, naar mate de gasten uit gat in haag te voorschijn treden
Heer Ganzerik!
ganzerik
treedt binnen, luchtig
Wàt? Wordt je aangediend?
parelhoen
bescheiden
Ja, bij den distelpoort heb 'k een lakei
Gezet.
ekster
Heer Woerd van Eendenburg?
eend
Wat wordt
Je äangediend?
parelhoen
Ja, bij de distelpoort...
| |
[pagina 253]
| |
ekster
Mevrouw Kalkoen!
kalkoen
jaloersch
Laat je aándienen??
parelhoen
bescheiden
Ja,
Ik heb den man van de Ekster er van daag
Maar bij genomen...
koor
tusschen de bloemen
‘Zoemen wij samen...’
kalkoen
bek in lucht
En laat je zingen?
parelhoen
nonchalant
'k Heb de Wespen en
De Bijen ook...
krekelkoor
‘En strijken den strijkstok
Met streelenden streek...’
parelhoen
En de Krekels...
kalkoen
Oo!
parelhoen
zeer nonchalant
Ja, hièr Wespen en Bijen; daar wat Krekels...
tot een Kip
Zoo! Bonjour!
koor
‘Zoemen wij samen...En strijken
Den strijkstok...’
parelhoen
tot Fazante
Ik heb in mijn moestuin, 'k meen
In mijn salon ál wat belangrijk is...
fazante
tot Merel
Willen wij achter dezen gieter gaan?
merel
De gieter, bijgenaamd de Kaalkop-Grijskop:
| |
[pagina 254]
| |
Zoodra hij bukt, zie je zijn zilvergrijze
Pruik stroomen uit zijn koopren kalen kruin.
parelhoen
vervolgt
'k Heb d'ouden kater.
merel
De ongelaarsde kater.
parelhoen
Ik heb...
er tusschen door
Bonjour!...onzen heel grooten wijsgeer,Meneer, Khalkoen tot gast; zijn naam schrijf je met een
H...omdat hij zoo deftig is en wijs.
Hij houdt veel van lezingen over de khunst,
Khùnst met een H; hij houdt die tusschen de
Thee-rozen: matinée's met thee, ten minste
Met thée-rozen, of kruisbes-causerieën.
Ik heb alles en iedereen, ik heb
Mevrouw Fazantehen in haar sprookjes-
Japon...en 'k heb de Schildpad...neen, nog niet.
Ze is zeker opgehouden...
druk heen en weêr
fazante
tot Merel
Wie? De Schildpad?
merel
Een oude dame, die langzaam maar zeker
Mijlen aflegt in een geruit tailleurtje.
fazante
Kijk, 'n hommel!
parelhoen
Ja, ik heb de hommel; hij
Schittert wel aardig...Zoo, bonjour, bonjour!
kip
kersen vallen
Er vallen kersen!
fazante
Het is een windvlaag...
parelhoen
Ja, 'k heb den windvlaag; zeker, 'k heb den windvlaag,
Die nu en dan wat kersen prezenteert,
| |
[pagina 255]
| |
Maar je kan nooit met hem afspreken: hij
Komt ongeregeld...ik heb, ik heb, ik heb...
merel
Ze heeft...ze heeft...het hièr
wijst op voorhoofd; zacht
Kater, 't complot??
kater
op tak, kijkt toe
Gaat goed. Ik zie al in de verte een héel
Bizondre Hanenstoet marcheeren, door
Den Pauw vooraf gegaan; hij ziet héel
art- Nouveau
er uit!
pauw
buiten
E...ón!
allen storten naar ingang
fidel
Dat draaiorgel-
Gekrijsch...!
ekster
Heer Pauw!!
| |
Tweede tooneel
De Zelfden, de Pauw
parelhoen
tot Pauw, die binnen komt heel langzaam, kop hoog
O, aangebeden Meester!
Cher Maître, kom toch, bid ik U, hier bij
De Zonnebloemen; pauw en zonnebloem
Is dat niet zeer Burn'-Jones?
allen
om Pauw
Meester! Cher Maître!
kippetje
tot Eend
Een woord van hèm kan kip en kraai lanceeren!
kippetje
is Pauw genaderd, vol emotie
Meester, wat dunkt u van mijn allerlaatst
Gekaak'l??
| |
[pagina 256]
| |
pauw
plechtig
Inténs.
Beweging
eend
bevende
En wat van mijn gekwakkel?
korte stilte
pauw
orakelt
Harmoniesch-melodieus.
Beweging
parelhoen
in verrukking, tot Kippen
Hij zegt bij mij
Altijd zijn oordeel met eén woord...
pauw
Subjectief,
Objectief.
Beweging
parelhoen
tot Fazante
Hòe vindt U heer Pauw? Is u
Nerveus?
fazante
Ja, want Kantekleer komt!
parelhoen
verrukt
Ach, wáarlijk?
Dan is mijn
jour
een gróot succes!
in het rond
Verbeeldt je,Kantekleer komt!!
pauw
zacht
U zal gróoter succes
Nog hebben...
parelhoen
opschrikkend
Nòg grooter succes? Maar hòe?
pauw
Dàt zal u zien.
parelhoen
Maar zeg mij hoe??
pauw
Wacht maar!
ekster
Meneer de Braekelhaan!
| |
[pagina 257]
| |
Derde tooneel
De Zelfden; een voor een de Hanen.
parelhoen
verschrikt
De Braekelhaan?
Wie is dat?! Is dat een vergissing: 'k kèn
Geen Braekelhaan!
braekelhaan
wit, met zwarte streepen, of tressen, buigt
Mevrouw!
parelhoen
Wat een verrassing!!
ekster
Meneer van Ramelsloke!
parelhoen
O, mijn God!
pauw
nonchalant
't Is een der allerlaatst gefokte hanen...
Met grijze poot.
parelhoen
Met grijze pooten, O!!
ekster
steeds luider
Meneer van Wyandotte, gebruineerd
Staalkleurig...
emotie onder de kippen
parelhoen
God, O God, O God, O God!
Mijn jongen!
parelhaantje
aanloopend
Moeder!
parelhoen
groetend
M'neer van Wyandotte!
pauw
nonchalant
Hij draagt zijn kam gekruld met
art-nouveau
Styleering.
parelhoen
heen en weêr tusschen gasten en steeds nieuwe Hanen
Art-nouveau
krulkam, O God! | |
[pagina 258]
| |
Mijn Heeren! Meesters!! Maîtres!
parelhaantje
O, mama...
parelhoen
groetend
Welk 'n éer!
parelhaantje
Mama, er komen er nóg meer!
ekster
Meneer de Haan van...
parelhoen
Hemel, wie nu weêr!
ekster
...Mezopotamië, met een dubbelkam.
parelhoen
Een dubbelkam! O, meester Dubbelkam!!
pauw
Bah, die zoo lang reeds overal geziene
Pooten en kammen! Ik heb u een paar
Zeér nieuwe, zeer bizondere überhanen
Willen bewonderen doen.
parelhoen
Dank, meneer Pauw!
tot Fazante, blufferig
Pardon, liefste vriendin, je ziet, ik heb
Meneer Haan van Mezopotamië,
Die komt mij een visite maken...Meester!
Ik ben zóo trots...!
ekster
Meneer Haan Orpington
Met stijf geveêrt rondom zijn oog.
parelhoen
uitbundig
Met stijf
Geveêrt...o!
merel
Ze wordt er krankzinnig van!
| |
[pagina 259]
| |
ekster
Heer Baardhaan van Varna.
pauw
tot Parelhoen
'n Slavische Haan...
parelhoen
vliegt van Orpington naar Varna
O, 't Panslavisme en de Slavische Ziel!
Cher Maître, o!
ekster
Meneer...
parelhoen
Hemel, wie nu??
ekster
Scotch-Grey-roospoot.
parelhoen
vliegt naar Scotch-Grey
O, roospoot, ròze pooten!
O rozen om de pooten te lanceeren!
En pootrozen in de mode te pooten!
Wat een verleiding!
ekster
Meneer Haan...
parelhoen
zeer opgewonden
Het is
Nièt mooglijk, dat er méer Hanen nog zijn!
ekster
Van Bekerkam.
parelhoen
O, meester, dat is...dat
Is wèl verbijsterend van nooit-geziendheid,
Die kambeker van u!
ekster
Meneer de Blauwe
Van Andaluzië.
parelhoen
tot de Blauwe
Werd uw blauw ei ook
In de trillende kast van een guitaar
| |
[pagina 260]
| |
Uitgebroed, zeg, meneer De Blauwe Van
Andaluzië?
ekster
Meneer de Haan van Langsam.
pauw
't Is een Tartaar.
alle kippen
opgewonden
't Is een Tartaar!
ekster
Meneer
Hamburger-Haan, goud-strepig.
alle kippen
O, goudstreepge
Hamburger-Haan!
merel
G'neral und Excellenz.
parelhoen
Mijn garden-moestuinparty wordt beroemd!
Tot den Hamburger
Meester, wat een mooi vest...
merel
Van goud-zebra!
parelhoen
Van zebra-goud!! O, dat is te veel eer
Voor mijn...voor uw...
ekster
Meneer de Haan van Bizmak!
parelhoen
De Bizmak-Haan!
groote agitatie
pauw
Dat is een Hindoe-Haan.
parelhoen
De heele Hindoe-ziel en heel 't Boeddhisme
Straàlt uit zijn oog...
groetend
Meneer de Hindoe-Haan!
ekster
De Heeren Haan van Padua...Heer Haan
| |
[pagina 261]
| |
Van Polen-Holland.
parelhoen
Zooveel had ik nooit
Kunnen gefokt denken door een. O! Padua,
Polen en Holland!
ekster
Heeren Zilverkam
En Goudkam.
parelhoen
En gekamd met zilvre' en gouden
Cascades!!
ekster
Sultanhaan van Bagdad.
pauw
Zeer
Duizend-en-Een-Nacht.
parelhoen
O, bizònder Duizend-
Eén-Nacht!
alle kippen
Bizonder, o bizonder Duizend...
ekster
Heer Bantamhaan, met lubben om de pooten.
parelhoen
in extaze
Wat rococo! En 't is een dwergjeshaan.
Een dwergjeshaan!
parelhaantje
Mama, toe, wees toch kalm!
parelhoen
Ik kan niet kalm meer zijn: Heer Bantamhaan!
Heer Bayondhaan! Heer Bizmak-haan!
ekster
Heer Haan
Van Eendevlerk, van Kraaienbek, van Gierklauw...
Heer Witte Kemphaan...
| |
[pagina 262]
| |
parelhoen
O, heeft hij geen kam?
Dàt is bewondrenswaardig!
kater
tot Merel
Kijk, dat is
De vechtbaas en scheermesjes zijn gebonden
Onder zijn maagre teenen.
ekster
Heer Haan met
Er-bij gefokt orgaan.
parelhoen
Oo!! Meester, Maître,
Meester!
ekster
De Heeren Haan van Jam en
Van Cochinchina!
pauw
trotsende
Pràchtig-immoreele
Hanen van het verdòrven Oosten!
parelhoen
O,
't Verdorven Oosten!
pauw
Vol zieklijke gratie!
parelhoen
begroet
O meesters van de ziekelijke gratie!
Welk 'n eer!...Wat kijkt diè met gemeene oogen
Schuin!
fazante
tot Fidel
En, zèg...Kantekleer?
fidel
Hij komt daar aan.
fazante
Zie j' hem?
fidel
Hij krabt den grond...
| |
[pagina 263]
| |
ekster
De Ghoondook-Haan,
Met hanekampluim als een parasol.
De Yankee-Plymouth-Rock; de...
kantekleer
verschijnt
Wil jij maar
Eenvoudig aandienen: de Haan.
ekster
vol minachting
de Haan.
| |
Vierde tooneel
De Zelfden, Kantekleer; Duiven, Zwaan
kantekleer
Vergeef, mevrouw, dat ik u mijn bezoek
Waag te brengen in dit geveêrt.
parelhoen
Kom binnen.
kantekleer
'k Weet heusch niet of ik durf: ik heb volstrekt
Geen aangefokte of andre bij-organen.
parelhoen
toegevend
Dat doet er nièts toe!
kantekleer
Ik was nooit in 't Oosten.
Ik draag een kam, en waarlijk, 'k weet niet hoe
Het te verbergen, peperroode lellen.
parelhoen
U is geexcuzeerd, in uw werkpak.
kantekleer
nadert
Ik heb geen ander kleed, vergeef mij, bid
Ik u, die soberheid - dan al 't Aprilgroen
En àl 't goud van Oktober tot pluimage.
Ik schaam mij zeer. Ik ben alleen de Haan.
| |
[pagina 264]
| |
Een Haan niet anders dan men nog wel vindt
In 'n ouden Hoenderhof; een Haan, gemaakt
Niet anders dan een Haan, wiens silhouet
Nog wel eens voort leeft op den dorpskerktoren,
In de kunst van een schilder, ja, zelfs in
Het simple speelgoed van een kind, gesneden
Kunstloos uit wit hout...
merel
zacht
Ik heb al je beul
Gezien.
kantekleer
ziet om naar Fazante
Zwijg! Laat zij niets merken.
fazante
behaagziek
Ben jij
Gekomen om mij?
kantekleer
teeder
't Was niet flink.
parelhoen
terwijl Cochinchina-haan zeer omringd is van alle Kippen
Die Haan
Van Cochinchina zegt vreeslijke dingen!
kantekleer
En ik zeg nooit vreeslijke dingen, schoon
Ik niet werd te Breda ge-opereerd
Noch vet gemest tot een kapoen. Maar zeker
Stroomt snel mijn bloed door mijn leniger lichaam:
Ben ik ook geen Cochinchinees, ik ben
Een Haan, een èchte Haan!
fazante
Kom meê in 't woud!
Ik heb je lief!
O, eindlijk eens een wezen
Te zien, natuurlijk, ècht...
ekster
De beide Duifjes!
| |
[pagina 265]
| |
kantekleer
verrukt
‘De beide Duifjes’? Die van La Fontaine?
parelhoen
Ik wacht de beide Duifjes...
kantekleer
Nu, gelukkig!
duifjes
treden binnen met saut perilleux
Hop!
kantekleer
Duiklen ze!
duifjes
Wij zijn Engelsche clowns!
kantekleer
En ik die dacht...! Was 'k weêr sentimenteel!
duifjes
Hop! Hop!
kantekleer
‘De beide Duifjes’ zelfs doen kunsten!
O heerlijk zoû het zijn de Waarheid weêr
Te zien, een zuivere blankheid...
ekster
De Zwaan!
kantekleer
Goed dan, de Zwaan!
schrikt
Maar hij is zwàrt!
zwarte zwaan
Ik heb
Mijn blankheid, zoo banaal, er aan gegeven,
En ik behield mijn lijn.
kantekleer
En je bent niet
Meer dan de schaduw van een èchten zwaan!
zwaan
beleedigd
Maar...!
kantekleer
Laat mij klimmen op die bank. Ik wil
| |
[pagina 266]
| |
Zien of nog de Natuur bestaat...heel vèr!
Ja, 't gras spruit uit; een koe graast, een kalf zuigt
En, zeegnen wij den Hemel, want dit kalf
Heeft maar éen kop!
af van bank
fazante
Kom in het dauwvocht woud,
Zoo primitief en eerlijk, en wij zullen
Elkander lief hebben!
merel
tot Parelhoen, terwijl Fazante en Kantekleer bek tegen bek praten
Dat botert wel!
parelhoen
verrukt
Geloof je? O, ik vind het heerlijk een
Intrigue uit...te broeien!!
merel
ziet door onder vleugel van Parelhoen
Zij is bezig
Onzen held van de Kam erg op te kammen!
fazante
tot Kantekleer
Kom!
kantekleer
Neen, ik kraai waar ik moet kraaien; hier
Ben ik van noô, heeft men mij lief!
fazante
Dat g'loof je!
Neen, neen! Kom in het woud, waar wij weêr zalig
Twee echte duiven zullen hooren kirren...
kalkoen
achtergrond
Dames, Heer Pauw...
pauw
modest
Heer Pauw - Pauw...
kalkoen
...Zal aan ons
Verlangen gaan voldoen en zijn juweelen
Staart òp steken.
| |
[pagina 267]
| |
pauw
maakt zich gereed staart op te steken
Wat zal ik zeggen: 't is
Een klein talent meér bij mijn groot genie.
Ik ben...zal ik het noemen, vuurwerkkunstenaar?
parelhoen
vurig
Ja...
pauw
Neen. 'k Noem mij liever pyrobolist.
Puurder en prachtiger praalt niet en pronkt
Het schettrend-scherpe knitter-knattrend vlam-
Geflonker over 't schittrend Scheveningen
En 't overstraald, vuur-overstroomde strand
Dan...
kantekleer
Lieve Hemel, wat vertelt hij toch!
pauw
ik...
fazante
O, nù begrijp ik wat hij zegt!
pauw
Puur
Prachtiglijk praal en pronk met mijn zoo schittrend
Schel schuive weeldewaaier, wien ik wel
Wil open wuiven mijn wijd-wijde schatstaart...
steekt staart op
allen
bewonderend
Ooo!! Ooo!!!
kantekleer
tot Fazante
Dat zijn de gansjes, die bewondren!
pauw
Van chryzolietgruis, smeltend esmerald
En zoó vuurge saffieren, dat 'k vervuurwerk!
kantekleer
't Is 't beestje wèl!
een haan
tot Pauw
Meester, zeg, wie van ons
Brengt ge in de mode?
| |
[pagina 268]
| |
andere haan
Mij, mij, ik gelijk
Een palmenboom!
andere haan
Mij, ik lijk een pagode!
andere hanen
door elkaâr
Neen, mij: kijk naar mijn bek, mijn teen, mijn veêren!
kantekleer
Nu jullie een maskerade gaan beginnen,
Doet de Wind jullie zeegnen door een vogel-
Verschrikker!
windvlaag; vogelverschrikker beweegt de mouwen
allen
schrik
Hè!!!
kantekleer
En die lompenafdrager
Spreekt tot dien Schatstaartwaaierheer: Wat zegt
De broek, terwijl hij 'n Vitusdans mimeert:
‘Ik was eens in de mode!’ En wat de hoed,
Dien 'n bedelaar niet meer woû hebbe' en nu
Is de verschrikking voor vinkjes en Sijsjes:
‘Ik was eens in de mode!’ En wat de jas?
‘Ik was eens in de mode!’ En bei zijn mouwen
Die niemand repareert, willen den Wind,
Dien zij de Mode denken, grijpen en
Omhelzen...hiér vallen zij, wèg is de
Wind!
pauw
tot verschrikte Dieren
Idioten!! Geén Ding spreekt!
kantekleer
Dat zegt
De Mensch van ons!
pauw
zacht, tot wie hem omringen
Hij is boos, dat ik deze
Hanen hier bracht!
ironiesch, tot Kantekleer
Wat zegt U van die Heeren
| |
[pagina 269]
| |
Met hun schitterende pluimage?
kantekleer
Wat
Ik zeg? Dat zij gefabriceerde hanen
Zijn, uitgedacht door vreemd gehersende
Fokkers van pluimvee, die om 't dolst gehoendert
Uit te broeien, van de' een een kip, van de' ander
Een kam namen of lel en zoo die monsters
Vervaardigden, die niets meer hebben van
Een Haan en beter op hun plaats zijn in
'n Catalogus dan in een hoenderhof
Onder de hoede van een ouden hond. Al die
Gekrulde en dwars door een verkronkelde
Beesten zijn pluimveefoksel maar niet glad
Gestreken en gestreeld door 't moederlijk
Liefkoozende gebaar van de Natuur
En 'k zeg, dat al die haangedrochten, zonder
Stijl, schoonheid, lijn, en wier lichamen zelfs
De zachte ellips van 't ei verloren, schijnen
Te doemen uit Apocalyptische
Rennen en hokken! En ik zeg dìt, Zon!
Dat de eenge plicht eens Haans is te zijn een
Scharlaken kreet, die schalt en is een Haan
Niet dàt, dan geeft het niet of hij krulveêrig
Of kegelvormig is.
een haan
Hoe moet hij doen
Om 'n Haan te zijn?
kantekleer
Alleenlijk denken aan
Zijn kukelkraai!
haan
hoog
Wij denken er steeds aan!
En hebben die gedachte meêgedeeld!
kantekleer
Aan wie?
| |
[pagina 270]
| |
Vijfde tooneel
De Zelfden. Drie springende, kleine Hanen
eerste
Aan mij!
tweede
Aan mij!
derde
Aan mij!
alle drie
Cher Maître!
Aan ons!
eerste
Uw stem?
tweede
Bas?
derde
Tenor?
kantekleer
Wat moet dat?
Een intermezzo?
parelhoen
Neen, een interview.
eerste
Kraait u de borst uit of kraait u wellicht uit
De keel?
kantekleer
De borst? De keel?
tweede
Spreek toch: het is
Voor een enquête.
kantekleer
Voor?
derde
Voor een enquête,
| |
[pagina 271]
| |
Omtrent de Hanenkraaibeweging.
eerste
Is
U, Meester, zéer sober bij 't eerst ontbijt?
kantekleer
verdedigt zich
Wie is ù toch, die zoo netelig weet
Te vragen en niet los laat?
tweede
Ik ben, Meester,
Kukeleku-graaf...
derde
Kukeleku-loog.
eerste
Kukeleku...
kantekleer
Schei uit!
wil weg
tweede
U mag niet verder
Voor u geantwoord heeft!
kantekleer
verschrikt
Maar ik...
derde
Heeft u
Bepaalde neigingen?
kantekleer
Ontelbare!
eerste
Waartoe voelt u zich aangetrokken?
kantekleer
Tot
Mijn kippen!
tweede
Kan u ons iets mededeelen
Omtrent uw zang?
| |
[pagina 272]
| |
kantekleer
Dien zing ik, dat is alles.
derde
En àls u uw zang zingt?
kantekleer
Klatert hij los!
eerste
Volgt u bizondere regels?
kantekleer
Ik...?
tweede
Hoe leeft u?
kantekleer
Kraaiend!
derde
Waarom kraait u?
kantekleer
Omdat ik leef.
eerste
Hoè zingt u?
kantekleer
Zoo goed ik maar zingen kan.
tweede
Scandeert u anapestiesch of daktyliesch?
Kukelekù of liever Kùkeleku?
slaat maat met wiek
kantekleer
Hij wil me te lijf!!
derde
Rhythmeert u een-een
Twée of wel: Eén-Drie of drie-een of vièr?
eerste
Wat is in éen woord uw dynamiesch schema?
merel
Wic biedt er wat voor mijn dynamiesch schema!
| |
[pagina 273]
| |
tweede
Waar plaatst u het accent? Op
Kú??
kantekleer
Waar ik
't Accent plaats?
derde
Of plaatst u het op
kelù?
kantekleer
Kelù??
eerste
Enfin, welke is uw school?
kantekleer
Een school
Voor hànen?
tweede
Maar er zijn er toch, die kraaien
‘Kùkelekù’, anderen ‘Kìkelekì’!
derde
Men is kukelekist of kik'lekist!
kantekleer
Kukelkist? Kikelkist?
een haan
De ëenige normale kraai is ‘doe-
Deldoe’.
kantekleer
Wie is die Haan?
ekster
Een Hindoè-haan.
tweede
Die Turk daar ginds, met zijn rood kamgezwel,
Kraait: ‘Koek'rekoe’!
turk
treedt nader
Ik ben koekvervekist.
derde
Bezigt u niet, cher maître, in bizonder
| |
[pagina 274]
| |
Geval: ‘kàkàlaku’ voor ‘kukelku’?
kantekleer
Dus: ‘kaklakist’?
een andere haan
Ik laat de klinkers weg:
Ik kraai: k! k! k! k!
kantekleer
Droom ik of ben ik
Wakker?
weder een andere haan
U, u, u, u! Heeft u nooit
Gepoogd de medeklinkers weg te laten?
kantekleer
wanhopig
Hoe die Chineezen, Turken, Arabieren
Vier lettergrepen weten te verhasplen!
andere haan
duwt de anderen weg
En ik meng alles door elkaâr en kraai:
‘Kukalakoe!’ in vrij en soepel rythme.
hanen
door elkaâr
Ik kraai: ‘Kukar!’ Ik ‘Kukier!’ Ik ‘Koekoer!’
kantekleer
Wie heeft gelijk?
de haan
van het vrije rythme
Ik, die kraai als ik wil!
Vrijheid is
mijn
wet!
kantekleer
Wie is die met véel
Gezag sprekende haan?
eerste
Een wonderknappe
Haan, die nog nimmer kraaide!
kantekleer
Maar ik ben
Een Haan, die kraait!
| |
[pagina 275]
| |
allen
minachtend
Nu ja! Och, kom!
kantekleer
Ik kraai
Mijn kreet uit, zoo als de roos bloeit.
pauw
sarcastiesch
Ik wachtte al
Daarop: de roos!!
kantekleer
tot Merel
Nu, moet mijn beul nog langer
Mij martlen doen?
allen
minachtend
De roos!
parelhoen
De roos! Spreek toch van bloemen
Niet zóo banaal!
pauw
Verbuigt u soms
rosa?
kantekleer
Ja, pure pronkpauw, en 'k wil je vergeven
In mijn prezentie kwaad te spreken van
de roos: rosae. O, vuurwerkmaker, heusch
De roos is soms meér van Bengalen dan
Jouw licht is! Toch roep ik iedren Haan op
Om mèt mij te beschermen...
een haan
verveeld
Wiè dan toch?
kantekleer
de roos: rosam,
en te verklaren, dat...
merel
ironiesch
Werp jij je op als kampioen?
kantekleer
Ja, van de rozen:
rosarum...
dat men wèl aanbidden mag...
| |
[pagina 276]
| |
de verveelde haan
Wiè toch??
kantekleer
de rozen: rosas: geurige
Bloemenvorstinnen...
witte kemphaan
ruw en uitdagend
Stìnkende ploertinnen.
kantekleer
Eindelijk!!
merel
In 't rond, op bank en stoel!
kantekleer
tot Kemphaan
M'neer!
fazante
Antwoord toch niet dien vlegel!
kantekleer
tot Fazante
'k Spreek uit de
Hoogte en zoo verklein ik mij niet...
tot Kemphaan
WeetDat ik niet toe sta zoo te spreken en
Dat u lijkt...
duwt brutaal kuiken weg
Excuzeer me, jong uilskuiken...
Op 'n kakatoe, met afgeknipten kuif.
kemphaan
woedend
Op 'n kakatoe? Ik 'n kakatoe? Ik 'n kakatoe??
kantekleer
bek tegen bek, veêren op
Ja, 'n kakatoe! Ja, 'n kakatoe, 'n kakatoe!!
Korte Pauze
kemphaan
Ik heb gedurende mijn vechttournée
In Noord- en Zuid-Amerika drie Clayborns
Het onderspit doen delven en ik heb
Twee Sherwoods, drie Smoks en eén Sumatra
Gedood en 'k heb - daarom zal niemand zich
Meten met mij zonder van koorts te rillen -
Vijf Red-Games te Cambridge en tien Braekels
| |
[pagina 277]
| |
Te Brugge neêr gelegd!
kantekleer
En ik, meneer,
Heb niemand neêr gelegd; integendeel
Heb 'k vaak geholpen, vaak beschut, beschermd.
Ik ben wel moedig maar op mijn manier.
Doe niet zoo angstverwekkend moordnaarsachtig.
Ik ben gekomen omdat ù hier kwam.
Een bloem was in mijn bek louter voorwendsel
Uw stom brutale uitdaging uit te lokken.
U hàpte naar mijn ‘roos’! Mag ik uw naam
weten?
kemphaan
De witte, Wereldkampioen.
kantekleer
De mijne is Kantekleer.
fazante
Fidel!!
kantekleer
tot Fidel
Jij blijft
Neutraal!
fidel
Maar dat is moeilijk, oude jongen!
fazante
Een Haan laat zich niet voor een simple Roos
Dooden!
kantekleer
Wie 'n bloem beleedigt, smaalt zoo wel
Zon als Natuur.
fazante
tot Merel
Je zei, dat alles los
Zoû loopen.
merel
Alles loopt ook los, behalve
'n Duel.
| |
[pagina 278]
| |
parelhoen
schelle kreten
O, dat is vreeslijk: 'n five-'o-clock,
Waarop geduelleerd wordt...!
tot Parelhaantje
Wat verschriklijk,
Dat nòg de Schildpad er niet is!
stemmen
Tien tegen
Eén, Kantekleer!
parelhoen
wijst hare gasten plaatsen aan op bank, stoelen en pompoenen
Gauw, gauw!
merel
Ze is zoo gelukkig:
Ze neemt d'honneurs waar in 'n affaire-d'honneur.
fidel
tot Kantekleer
Laat je niet slaan: ze zouden allen willen
Je bloed zien vloeien!
kantekleer
triestig
'k Heb nooit kwaad gedaan.
fidel
wijst hem den kring, vol gespannen haat
Kijk!!
fazante
minachtend
Kìppen, kìppen!
kantekleer
richt zich op
Goed maar minstens zullen
Ze weten wie ik ben en wat is mijn
Geheim: weet allen dus, dat ik...
Schriklijke stilte; tot Kemphaan, die ongeduldig wordt
Pardon,
Dappre Kemphaan, maar 'k wil, voor mij te laten
Dooden ook wel iets dappers doen.
kemphaan
trotsch
Hoe zoo?
kantekleer
Mij laten uitjouwen.
| |
[pagina 279]
| |
fazante
Neen.
kantekleer
Ja, ik wil
Sterven terwijl zij lachen: grijnst en grinnikt,
Leerlingen van de Merel, want
ik
ben 't dieMet mijn gekraai de Zon doe opgaan.
Verwondering. Algemeen geschaterlach
Lacht
Nu iedreen goed?
Tot Kemphaan
Vooruit!!
padua-haan
als getuige
Vooruit, mijn Heeren!
allen
lachende en zich wringende
't Is om te stikken, om te stikken, om
Te stikken!
merel
Ouderwetsche vroolijkheid
Is nog niet dood!
allen
door elkaâr
Hij steekt kraaiend de zon aan!
Stekende de zon aan, kraait hij; Zonnend de
Kraai aan, stéekt hij!!
kantekleer
al vechtende met Kemphaan
Ja, ik geef U het Licht!
Omdat het kraaien van al de andre Hanen
Niet wil doen stralen of doen wijken, is
Dàt niet meer dan een schorre schreeuw en 't mijne...
Ontvangt een slag
stem
Pang! Op zijn nek!
kantekleer
...Beveelt de zon...
ontvangt slag
stem
Pang! Op
Zijn bek!
| |
[pagina 280]
| |
kantekleer
...iederen dag...
ontvangt slag
stem
Pang! Op zijn oog!
kantekleer
Te rijzen...
Ik
roep de Daagraad op!!
fidel
blaft
Ja, ja!!
fazante
snikt
Hoû vol!
een haan
Jóngens, een bijnaam voor de Daagraad!
allen
trappelend
Ja!!!
Kemphaan stort toe op Kantekleer
fazante
Wat een schok!!
merel
De Groote Horizontale!
stem
Voor Kantekleer?
merel
De Daglantaarnopsteker!
kantekleer
steeds pareerende
Merci...gaat met je moppen voort; ik wankel
Al...ik was nooit een kemphaan: ik ben maar
Een hoenderhofhaan...
stem
Hoû je smoel!
kantekleer
Merci.
Ik...
stemmen
Pluk hem, pluk hem, levend!
kantekleer
Ik voel, dat...
| |
[pagina 281]
| |
...Vooruit! Nòg méer liefs!
stem
Draai je daglantaren
Maar uit!
kantekleer
Merci...Hoe meer men mij bespot,
Beleedigt, toe schreeuwt, uit lacht...
geit
kop boven schutting
Mè! Mè! Mè!!
kantekleer
Merci...hoe beter ik zal vechten...
kemphaan
lacht
Hij
Vechten! Hij 's òp!
fazante
smeekt
Genoeg!
stem
Zeg, witte: vièr
Geef ik!
fazante
Hij bloedt!
allen
zich oprichtende, achter elkaâr om te zien
Ik zoû 't bloed willen zien!
kemphaan
woedend
Ik zal je villen!
een kip
achter
De kuif van dien Padua-
Haan hindert mij!
merel
Hòed! Hoèd!!
Vreeslijk tweegevecht. Men voelt, dat Kantekleer verloren is. Hij rolt zich op tot een bal, als stervende
stemmen
door elkaâr
Wat 'n slag! Zijn kam,
Ruk àf! Vermoord hem! Slaat hem dóod! Slacht hem!
| |
[pagina 282]
| |
fidel
Scheidt uit als menschen te schreeuwen!
stemmen
op het rythme van de slagen, die vallen op Kantekleer
Ha, op
Zijn oog! Op zijn kop! Op zijn vlerk! Op zijn...
Plotse stilte
kantekleer
verbaasd, ziet om zich heen. De Kemphaan heeft zich terug gedrongen tegen den haag. Vreemde ontroering tusschen allen. Kantekleer, bloedende, wankelend, begrijpt niet
Wat is er?? Wijken zij?? Waarom die stilte?
Wat denken zij uit om mij te vermoorden?
Plots ontroerd, tot Fidel
O, Fidel, wat een vreùgde!!
fidel
Wat?
kantekleer
Ik lasterd'
Hen! Want zij spotten niet meer; zij beleedigen
Mij niet meer! Zij naadren mij en zij zijn
Rondòm mij!!
Inderdaad zijn allen om Kantekleer heen
fidel
Omdat de Sperwer daar is!!
kantekleer
ziet op. Een schaduw valt neêr over de bonte menigte, die zich dicht om Kantekleer dringt
De Sperwer!! Komt allen rondom mij heen!
fazante
O, dapp'r en edel hart!
Voor de tweede maal cirkelt en donkert de Schaduw. Om Kantekleer is niets dan eén groep van geveêrte
angstige kip
Tweemalen reeds
Cirkelde over ons zijn zwarte schaduw!
kantekleer
roept
Hier, kuikentjes!!
| |
[pagina 283]
| |
fazante
Neem jij ze onder je vlerk?
kantekleer
Ik moet wel! Hun mama was een machine!
De Schaduw, voor de derde maal, cirkelt, zwarter en zwarter
fazante
oogen op
Hij zweeft vlak boven ons!
allen
in ontzetting
Ooo!!
kantekleer
kraait
Hier ben ik!!!
fidel
Hij hoort je schallen...
fazante
Hij verwijdert zich...
Schaduw wijkt
allen
verlucht
Ooo!!
fidel
En de kring vormt weêr zich om te zien!
kantekleer
schrikt op
Wat zeg je?
De kring heeft zich weêr geformeerd. Halsen rekken, oogen glinsteren
fazante
Ja, nu willen ze allen, dat
Die dáar je doodt, om zich te wreken op je,
Dat zij bang zijn geweest!
kantekleer
Hij zàl mij niet
Vermoorden! Ik heb mij krachtig gevoeld
Toen aller vijand boven ons de lucht
Verdonkerd heeft! En moed heb ik hernomen,
Bevende voor die andren!
Hij loopt toe op Kemphaan
kemphaan
verwonderd
Zijn zijn krachten
Zoo toe genomen...?
| |
[pagina 284]
| |
kantekleer
Tot driewerf de jouwe!
Die zwarte schaduw werkte op mij als
Rood op een stier en driemaal heb ik in
De schaduw van een vogel Nàcht gezien!
Kemphaan, achteruit geduwd, bereidt zich zijne messen te gebruiken
fazante
schreeuwt
Pas op! Hij heeft twee stalen sporen aan!
kantekleer
Dat weet ik!
kater
tot Kemphaan, hooge rug
Haal je scheermesse' uit den koker!
fidel
blaffende op kruiwagen
Als hij die niet met rust laat, bijt ik hem
Zijn keel af...
allen
teleurgesteld
Ooo!! Ooo! Ooo!
fidel
Wàt jullie schreeuwen!
kemphaan
voelt zich verloren
Vooruit dan maar!
fazante
Hij licht zijn klauw al op!
kemphaan
slag met poot
Verrek dan!
Hevige kreet, terwijl Kantekleer ontwijkt
O!!
Kemphaan valt neêr
stemmen
Wat is dat?
merel
huppelend, heeft gezien
Niets! Hij heeft
Zich allerhandigst met de linkerklauw
De rechterklauw gehakt!
allen
jouwen Kemphaan uit, die weg hinkt
Hú!!!
| |
[pagina 285]
| |
fidel en fazante
om Kantekleer, wezenloos, uitgeput
Kantekleer!
Wij
zijn het! De Fazante! En ik, Fidel!!Spreek dan een woord!
kantekleer
De zon zal morgen rijzen!
allen
juichende
Hoera!!
kantekleer
zich achteruit werpende
Wèg!! Want ik wéet wie jullie zijn!
fazante
Kom meê in 't woud, waar èchte dieren zijn!
kantekleer
Ik blijf!
fazante
Nu je weet hoe zij zijn?
kantekleer
Ik blijf!
fazante
Wil je hièr blijven?
kantekleer
Niet voor hen maar voor
Mijn zang. Hij zoû zoo klaar niet schallen, elders...
Om den Dag te verwittigen, dat hij
Steeds rijzen moet, zal ik steeds kraniger
Zingen! Wèg, allen, wèg!! Ik heb niets meer
Dan mijn zang en gekraai...Kuke...niets meer
Dan mijn gekraai...Dàn wil ik ook goed kraaien!
...leku! Maar zing ik met falset stem, zing
Ik uit de borst? En hoe scandeer ik: éen,
Drie...? Kukele...En mijn klemtoon? Dat alles
Maakt me in de war! Twee-twee, drie-éen! Koekoer!
Sedert men mij daarover onderhield...
Kikir! Mijn schema...kukeléku...ach
Ben ik verward in regelen en scholen!
| |
[pagina 286]
| |
Een arend zelfs zoû vallen, zoo zijn vlucht
Door hem geanalyzeerd werd...En kúke...
Ik kàn niet kraaien meer; ik, die wel wist
Waaròm ik kraaide, nooit nog hoè ik kraaide!
Ik heb niets meer! Ze ontnamen alles mij!
Zelfs mijn gekraai! O, hoe vind ik dat weder!!
fazante
opent vleugelen
Kom in het woud!
kantekleer
stort zich op haar
Ik heb je lief, lief, lief!
fazante
Waar nooit der vogelen geluid geleerd werd!
kantekleer
Gáan wij dan! Maar...ik wil toch zeggen aan...
fazante
Kòm in het woud!
kantekleer
Aan àl 't Gepoelpetaat,
Dat onder 't latwerk hier verzameld is...
Dat al die dolle Hanen er van door
Gaan naar hun luxe-eetbakken zoodra zij
Geroepen worden!
menschestem
buiten
Piet! Piet! Piet! Piet! Piet!
Alle de Hanen en kippen, onweêrstaanbaar, dringen naar den uitgang
kantekleer
Al hun snobisme gaat niet verder dan
Hun honger gaat!
fazante
Kom meê!
stemmen
Zij wil hem schaken!
kantekleer
Ja, ik kòm meê!
| |
[pagina 287]
| |
menschestem
Piet! Piet! Piet! Piet! Piet! Piet!
parelhoen
Mijn jour is afgeloopen!
kantekleer
Kom, wilde Fazante!
parelhoen
Je gaat dus op de vlucht?
kantekleer
Ja, om mijn zang
Te redden!
beiden af
parelhoen
tot Parelhaantje
Kind, ik ben dóodmoê maar toch
Was 't een pràchtige jour!...Adieu!!
tot wegwirrelende gasten
Tot Maandag!
Tot ziens! En au revoir!!!
ekster
dient aan
Mevrouw de Schildpad!
|
|