vrienden, van verwanten, die ik kort geleden verlaten heb of kort geleden nog weder zag. Maar er treffen mij ook de namen van velen, die ik sedert lange jaren niet meer ontmoette. Ik heb hun handschrift met ontroering weder gezien en ook hebben mij ontroerd die geheel onbekende namen, waaronder enkele, wier zwierige handteekeningen ik bijna niet ontcijferen kan, waaronder een heél enkele, wier geheimzinnige voorletters zich niet ontcijferen làten. Aan de dragers van àlle die namen mijn hartelijken, hartelijken dank voor hunne gedachte, voor hunne daad, voor hunne sympathie mij bewezen, sympathie, die ik nimmer vergeten zal.
Te zamen met het Album ontving ik de Portefeuille, die in hield de verzamelingen schetsen en etsen en akwarellen mij toe gezonden door vele kunstenaars van het aan het Litteraire grenzende ‘gebied’. Zij weten, dat, naast het Litteraire, ook dàt ‘gebied’ mij zeer dierbaar is en ik verzeker hen, dat ik de gedachte, mij op deze wijze hunne vriendschap te bewijzen, ten hoogste waardeer, naast hunne gave zelve. Hoe gaarne zoû ik ieder der kunstbroeders van het andere ‘gebied’, hoe gaarne zoû ik iederen lezer en vriend thans persoonlijk en in het bizonder willen bedanken voor wat zij mij deden! Maar hoewel de wil daar toe niet mij ontbreekt, de macht er toe zoû niet genoegzaam zijn en ik hoop, dat zij allen, mijn vrienden, mijne lezers, mijn kunstbroeders die zwakte zullen vergeven. Dat zij zullen gelooven, dat al zijn deze woorden voor hen àllen bedoeld, eene ontroerde gedachte van dankbaarheid ontbloeide voor ieder afzonderlijk.
Mocht de pers mij willen bij staan ook aan die vrienden, die Het Vaderland niet lezen, door overname van dezen open brief aan U, hooggeachte heer, mijn dankbaarheid te doen toekomen, zoo zal ik mij zeer verplicht voelen. Terwijl ik, van af deze tribune, mijne handen reik tot hen van wie uit ging het initiatief om Louis Couperus een gelukkigen dag te bezorgen, tot alle de Leden der Commissie, die werkzaam waren en hem werkelijk dien dag bezorgden!
Ontvang ten laatste, hooggeachte heer, mijn bizonderen dank voor het verleende plaatsje op de tribune en geloof mij steeds Uw ‘Het Vaderland getrouwe’ medewerker (met verlof) Louis Couperus.