| |
| |
| |
Het Athletikon
Worstelen is een zeer mooie sport, mooier misschien, van nog Grieksch-Latijnsche schoonheid, dan boksen, ook al stamt dit af van het antieke vuistgevecht met den kystos of spijker-beslagen handschoen. Worstelen kan nog steeds, ik zeg niet, dat het dit altijd is, een sport zijn van schoon lichaamsbeweeg en gezonde opwekking en opwinding. Worstelen is een sport, die het lichaam gezond en lenig houdt, terwijl alle spierpartijen er om beurten hun rol spelen, terwijl het zweet gutst en den worstelaar doet gelijken op een met olie gewreven antieken athleet, trots zijn zwarte tricotje.
Dat worstelen een bijzonder doelmatige sport was, hebben vooral de Lipariërs altijd begrepen. Ge weet misschien niet allen wie de Lipariërs zijn en waar Liparië ligt, maar dat kan ik niet helpen, o lezer. Dat is uw eigen schuld. Ik wil u echter wel even uit den brand helpen en u zeggen, dat er eertijds een keizerrijk, nu republiek, Liparië is, een zéér groot land, ergens tusschen Italië en den Balkan, dwars door de Adriatische Zee heen geslingerd, die veel wijder is dan meestal op onze foutieve landkaarten wordt geteekend. In den wereldoorlog heeft Liparië zich neutraal gehouden om zijn geographisch ge-izoleerde ligging; door zee omgolfd en met een reusachtige alpenketen afgescheiden van Noordelijk Europa, ligt Liparië wat afgezonderd, volgt een beetje een erg nationalistische en egoïste politiek, dat ik niet goedkeur, maar was toch tijdens den oorlog sympathiek naar den Latijnschen kant toe: Liparië heeft een Latijnsche ziel.
U dus verschooning vragende, dat ik uw geographische kennis
| |
| |
even wat heb moeten wijzigen - na dit feuilleton gelezen te hebben gooit ge mij, Liparië en uw nieuwe aardrijkskundige wetenschap over boord - wilde ik u zeggen, dat vooral in Lipara, de prachtige, Zuidelijke hoofdstad des rijks, het worstelen van de Oudheid af, door de Middeneeuwen heen, zeer in eere is gehouden. In andere landen is het worstelen tijdens de Middeneeuwen bijna geheel verdwenen - Albrecht Dürer protegeerde het nog - om in de negentiende eeuw weêr te worden be-oefend. In Lipara echter - die prachtige stad! Ik hoop er van den winter heen te gaan - bestond van de Oudheid af, door de Middeneeuwen heen, altijd het Athletikon. Het bestaat er nu nog, hoewel natuurlijk heelemaal gemodernizeerd.
Het Athletikon was in vroegere jaren de Keizerlijke Oefenschool, het Keizerlijke kampperk der Liparische athleten, die steeds beroemd waren, de eeuwen door. Het is er nu de Staatsoefenschool en het Staatskampperk der nieuwe Republiek. Het is een prachtige, bijna ideale inrichting en ik zoû u er gaarne wat van vertellen.
Ziende over de zee en de haven, op een heuvel, ligt het immense gebouw, complex van kazernen en palestra, tusschen parken en stadia. Het rees in de Oudheid daar, het werd in de Middeneeuwen daar steeds behouden, het werd in Moderne tijden daar steeds verbouwd en herbouwd. Het wordt en werd van Rijks- en Staatswege gesubsidieerd en bergt een instelling op zeer grooten voet.
Iedere Lipariër namelijk kan zich van af zijn twaalfde jaar, maar ook op iederen leeftijd onder de veertig, ginds aanmelden voor het Rijks- of Staatsathleetschap. Na keuring en examen wordt hij toegelaten. Vreemdelingen zijn uitgesloten. De Lipariërs zijn heel nationalistisch; dat is soms hun kracht, soms hun zwakte. Den knapen wordt in de knapenschool de athletische opvoeding gegeven. Zij krijgen bij hunne fyzieke opleiding ook hunne geestelijke opvoeding, beide in evenwicht. Hun toekomst is athleet te worden, dat is minstens even nuttig als kantoorklerk, winkelbediende of wat dies meer zij. Wat hunne militaire verplichtingen
| |
| |
betreft, het Athletikon vormt zijn eigen regiment. Dat is dus in orde. Naast het knapengebouw verrijzen de kazernes en kampplaatsen der jongelieden en die der rijpere mannen. Leêgloopers zijn zij niet. Zij werken meer dan acht uren. Er zijn drie schooluren per dag, verplicht voor knapen en jongelieden, facultatief voor mannen boven de twintig. Deze drie schooluren daags schijnen voldoende te zijn, om de jeugdigste, jeugdige en volwassen athleten van het Athletikon te leeren lezen, schrijven, rekenen, zonder algebra en hoogere wiskunde, en in te wijden in talen, historie, aardrijkskunde en staathuishoudkunde. Want ook de volwassen mannen volgen gaarne nu en dan een cursus, door uitstekende leeraren en hoogleeraren geleid. Die leeruren zijn hun tevens een heilzame afwisseling met hunne zeer straffe athletische oefeningen, over den morgen en middag verdeeld. Zij zwemmen, werken met gewichten, schermen met degen en sabel, rijden paard, volvoeren hun militaire oefeningen. Het is veel en de dag is kort, want er zijn nog de malen en er zijn de rusturen. Maar ik vergeet het voornaamste: er zijn vooral de worsteluren. Het worstelen, geheel volgens de Latijnsch-Grieksche antieke methode, is de voornaamste sport en verplichting der athleten van het Athletikon. Het wordt zeer ernstig, klassiek en in schoonheid onderwezen en beoefend. De Lipariërs zijn de prachtigste worstelaars ter wereld. Hunne lichamen zijn als antieke statuen.
Hoewel vele Lipariërs uit den volksstand hunne kinderen of zichzelve ter keuring in het Athletikon onderwerpen, is het geen uitzondering, dat ook voornamere jongelieden er zich aanmelden. Het wordt niet als een schande in de Liparische wereld gerekend, als de zoon van een graaf athleet is in het Athletikon. Alleen, menschen zijn maar menschen en zelfs nadat Liparië een republiek werd na keizer Othomars dood, zijn de Lipariërs niet meer dan menschelijk gebleven en vereenigden zich in het Athletikon de jongelieden der betere standen tot college's, die echter broederlijk met de andere college's, meer uit den volksstand, samenwerken in hunne oefeningen en wedstrijden. Dit schijnt over en weêr van goeden invloed te zijn.
| |
| |
Het diëet is echter voor allen hetzelfde. De vrije uren zijn niet meerdere. Er is streng medisch toezicht op de athleten, hoewel hun geene kuischheidsbelofte wordt afgedwongen. Maar elke veertien dagen moeten zij voor de dokters verschijnen.
Het nut van deze prachtige instelling? Laat mij u eerst vertellen van het vermaak ervan. Het vermaak ervan is, dat er iederen avond, met telkens andere ploegen, in de ruime, rijk maar statige klassiek gebouwde marmeren zalen, palestrae en stadia van het Athletikon de prachtigste voorstellingen worden gehouden van schermen, hardloopen, gymnastiek, acrobatiek in haar edelsten vorm en worstelen, vooral worstelen. Er is zelfs een permanente worstelwedstrijd, zoodat de worstelaars er ook voortdurend meerdere punten maken of hun volgnummer kunnen verbeteren. De voorstellingen in het Athletikon zijn wereldberoemd en het verwondert mij, dat ge mij toeroept er nooit iets van gehoord te hebben. Dat is heusch niet mijn schuld; dat kan ik niet helpen.
En nu het nut? Het nut, vraagt ge mij? Het nut van deze school, oefen-, kamp- en sportplaats? Eenvoudig, maar niet in de Liparische wereld hard-op gezegd, de veredeling van het ras. Trouwens, de Lipariërs zijn een prachtig ras, dat zult ge ten minste wel hebben opgemerkt. Zeide ik u al niet eens, dat de goden de menschen schiepen om gezond, mooi, krachtig en gelukkig te zijn en tot geen andere doel? Welnu, hoewel Liparië ook natuurlijk zijn economische evolutie's doormaakt als ieder Europeesch groot rijk, zijn, geloof ik, alleen om die eeuwenoude instelling van Athletikon, de Lipariërs een gezond, mooi, krachtig, gelukkig ras. Bedenk, er zijn steeds tusschen de drie- à vierhonderd athleten in het Athletikon; ik reken de jeugdige knapen er niet eens bij. Zij mogen trouwen - het zijn geen monniken - en zij wonen dan met hun gezin in het groote gebouw links van het groote Stadion, ge weet wel, waar ter zijde die groote groep staat in brons, van Herakles, die strijdt met den Leeuw. En nu heb ik niet eens nog tijd gehad om over de Liparische vrouwen te spreken! Maar zijn dat geen pràchtige vrouwen, al zijn ze niet zoo elegant als de Parisiennes en al doen zij zelfs misschien minder aan golf en tennis
| |
| |
dan onze Noordelijke vrouwen? Goed dan, ze zijn wat meer sultane-achtig aangelegd, maar daar houdt nu eenmaal zoo een mooie, flinke Lipariër van. En de engelen van kinderen, die zij kweeken! Zie ze maar eens spelen bij de Herakles-groep. Trouwens, ook buiten het Athletikon ziet ge dat prachtige ras in iedere stad, door het geheele land. En het komt alles door het Athletikon.
Ik hoor u iets fluisteren, ironisch, van een dekhengsteninrichting. O neen, heelemaal niet. Een dergelijke instelling, waarin vooral de harmonie en het levensrythme in lichaamsoefening, vreedzamen strijd en edele mededinging wordt beoefend, als een muziek, doet de heilige maat in alle levensuitingen zegevieren.
Het Athletikon, dat ik een paar jaren niet heb bezocht - maar van dezen winter hoop ik weêr naar Lipara te gaan - kwam mij weêr in gedachte, nadat ik hier in Den Haag de worstelwedstrijden in...de Boekhorststraat heb bijgewoond. Lieve Hemel, er is wel een onderscheid tusschen het prachtige, grootsche, marmerzuilige Athletikon, met zijn drie- à vierhonderd athleten en de bioscoop in de Boekhorststraat, die zich weidsch Alhambra noemt. Maar er is toch overeenkomst, al zoû die alleen zijn omdat er in beide geworsteld wordt.
Het is zeer jammer, vind ik, dat het worstelen, die prachtige sport, zich niet verheugt in de gunst van het fashionable publiek als het boksen. Ik vraag mij af, waarom en kan geen antwoord vinden. Ik gun den bokser alle eer, maar vraag vrijheid voor mijn opinie uit te komen en te zeggen, dat ik het worstelen een veel aesthetischer sport vind. De groepvormingen, die twee worstelaars soms uitbeelden, zijn dikwijls van statueske schoonheid. Niet altijd. In de Boekhorststraat niet altijd, wèl in het Athletikon te Lipara. Maar bedenk, dat dààr een zeer strenge keuring bestaat, ambieert een forsche, jonge man rijksathleet te worden en rasverbeteraar. Geen tè zwaar gewicht; dat zal hij moeten zien te verminderen. Veel is aan een mensche- en mannelijf te verbeteren. Er is ook een leeftijd gesteld...
Het Athletikon is een bereikt ideaal, een ideale instelling, die ik
| |
| |
Liparië heb toebedacht, maar een ideaal is wel eens wreed. In de opera wordt het ideaal wreed als wij meenen, dat een zanger of zangeres te oud en te dik wordt, om van stemslijtage niet te spreken. In het worstelwedstrijdperk is het ideaal ook wreed voor den worstelaar, die met de meerdere jaren het vet niet wist van zijn spieren te houden. En ik geloof nog niet, dat de Staat bereid is een worstelaar op zijn veertigste jaar een pensioen toe te kennen, zoo ruim als aan een minister of een letterkundige...Voor dit gebeurt, wil ik den worstelaar die reeds jaren strijds achter zich heeft, niet van de mat wegdringen en mijn wreed ideaal beteugelen in zijn eischen.
- Ach! verzuchtte tot mij een worstelaar, die twee-en-dertig jaren telde en wien ik verweet, dat hij niet gezegevierd had. Was ik maar tien jaar jonger!
Het ideaal en het leven zijn wreed. Na tien jaar geworsteld te hebben, weet de worstelaar, dat hij pootaan moet spelen om zijn broodwinning te blijven volhouden. In het Athletikon wordt hem dit op allerlei manieren gemakkelijker gemaakt en geniet hij na zijn triumpfen wèl een pensioen dat bijna zoo hoog is als nu dat van den Nederlandschen letterkundige...
Maar over die woû ik het niet hebben. Ik had het over ideale athleten en dan over minder ideale athleten. Wat ik alleen zeggen wilde, is dit: het worstelen moest hooger geheven worden uit de minder gunstige omstandigheden, waarin het meestal verkeert. Het moest mede tellen met de sporten, die het publiek begunstigt. Dit is dan wel een vicieuze cirkel: áls het publiek, dat elegant doet én betalen kan, het worstelen begunstigde, zoû deze sport zich ook verheffen tot hoogere waardigheid.
In afwachting dat dit gebeure, ga ik van den winter de worstelwedstrijden bijwonen in het Athletikon te Lipara. Ik heb reeds geschreven om een abonnement loge-plaats avant-scène, goedkoop is dat niet.
|
|