Aan mevrouw M.V.D.K., puntdichteres
Uw taalgevoel, Mevrouw de Puntdichteres, heeft u een weinig in den steek gelaten. Een moeder brengt ‘tweelingen’ ter wereld als zij één paar kindertjes het daglicht doet zien, en één dezer tweelingen is eén ‘tweeling’. Henk is dus een tweeling, en Jan is een tweeling en samen vormen zij een paar tweelingen. Met hunne vrouwtjes vormen zij twee paar tweelingen. Zoo waren de Siameesche Tweelingen slechts een paar (dus twee) tweelingen, en niet vier tweelingen; en zoo zult gij, o, veeleischende Puntdichteres, wanneer gij in een handschoenenwinkel twee paar handschoenen vraagt, ook geen acht handschoenen erlangen. Indien een moeder (het wordt wel eens anders bedoeld dan het gezegd wordt) een ‘tweeling’ ter wereld brengt, is zeer zeker de helft van haar arbeid nog maar volbracht.