Ongebundeld werk(1996)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] Ik ben de wandlaar... Ik ben de wandlaar door uw gulden mist, Eeuwen, die zijn geweest, magiesch Verleden; Mijn voet stuift zacht uw stof, antieke steden; Mijn ziel raadt zoekend weêr wat ze éenmaal wist... Ik ben de pelgrim, die ontroerde beden Opzendt in zuiderscheemring amethyst, Naar groote doôn, wier geest en ziel hij gist... En naast mij, zwerver, komt mijn droom getreden... Trouw zijn we elkaâr als vriende': ons beider oogen Zien tèlkens achterom, bij 't voorwaarts treên... Wat-komen-zal, blijft onze' aandacht onttogen, En 't kostbaar Heden wordt door beî verkwist... Eeuwen, die zijn geweest, magiesch Verleên, Ik blijf de wandlaar door uw gulden mist... Florence, 1906 Vorige Volgende