VII
Dadelijk woelden de duizenden Hellenen over de wallen door eenen. Als verzwolgen werd Kallirhoë tusschen alle die mannen en tusschen hare eigen vreugde. Tot een immense vreugde zwol het enthoeziasme op. Want de wedloop, die was geloopen, zoû slechts het eerste gedeelte zijn van het Pentathlon, waarvoor deze jonge mannen zich hadden aangegeven. Was het Pankration slechts de tweevoudige wedstrijd van worstelen en vuistgevecht, het Pentathlon zoû zijn de vijfvoudige wedstrijd in loopen, springen, diskos-werpen, en daarbij nog vuist- en worstelkamp. Het was de belangrijkste wedstrijd, die zoû worden gestreden, die persoonlijk den overwinnaar nog meer eere bracht dan de toch zoo belangrijke ren met het vierspan, waar zoo veel eere toe ging naar de schoone, vurige paarden, terwijl aanzienlijke mededingers - koningen zelfs van Sicilië: Hieron en Theron - hunne menners kozen, die hun de eere behaalden. Maar in het Pentathlon - de beroemde vijfvoudige strijd - deelde de overwinnaar met niets en niemand de glorie der overwinning, was geheel die overwinning om zijn eigen deugd...
Het woelde en krioelde over de wallen. De athleten, in de balsemkamers, werden na den wedloop gewreven en gezalfd en de toeschouwers, in de ontroering, die om Xenofons zege hen doortrilde, spraken druk, gebaarden heftig, deinden, drongen heen en weêr. Daar zag Kallirhoë weêrom den man, die haar, naar zij meende, met begeerte had aangezien, met wien zij gesproken had en die haar weêr poogde te naderen: zij ontweek hem, glipte hier en daar dwars door het gedrang; toen zij omzag, was zij hem