van wat moet vergaan; hij huiverde er van!
Sterven! Dat was afschuwelijk, ten minste voor haar arme lichaam, dat hij toch óok had liefgehad aan haar: de hand, die zijn haar streelde, terwijl zijn hoofd op hare knieën lag; de oogen, die hem tegenlachten en vergaven, vóór nog het hare lippen deden....
- Vergeef me, mama.... o, vergeef me!!
Zij zoû het nooit meer zeggen, het zoete woord, waarmeê zij hem vergaf....
Zij was gegaan, zonder het nog eens voor de laatste maal gezegd te hebben, met woord, en oog, en glimlach: dat zij vergaf, al groote en al kleine kwaad....
En toen besefte hij, dat hij geweest was een bedorven kind, met weldaad overstelpt, die hij nauw gewaardeerd had en maar had onnadenkend aangenomen als heel natuurlijk recht.
O, toen besefte hij, dat zijne moeder, die was heengegaan, was heengeglipt, geluideloos, in donzen sneeuw van stilte, voor hem geweest was, voor hem nu heel zijn verder leven vol verwijt zoû zijn:
Dat wat hij had gehad en nooit genoeg had gewaardeerd....
.... Altijd het Mene Thekel, dat vlammen zoû - te late vermaning, - met letters van