Hare houding was eerbiedig maar opgericht.
- Elena, begon de koningin. Van avond vertrek je om acht uur. Jaren ben je bij me geweest. Ik had je liefgekregen als een dochter...
Zij zweeg even. Elena wachtte af.
- Als een dochter, herhaalde Alexandra weemoedig. Als kind heb je met den koning gespeeld. Dat je een genegenheid voor hem koesterde, was misschien fataal. Maar het behoefde niet, dat je je vergat. Dat je met den koning sprak op eene onbetamelijke wijze. Dat je met een verfijnde coquetterie je opdrong aan het gezelschap van den koning. Toch, als je eenig berouw getoond hadt, had ik van mijn zijde genoeg liefde voor je over, om je te vergeven, om je hier te houden bij mij. Maar nu, na gisteren avond, na het bal, waarop je je op een onbeschaamde wijze met Zijne Majesteit geafficheerd hebt, is dat onmogelijk. Ik heb je geroepen om afscheid van je te nemen. Voor altijd, Elena.
Zij zag het jonge meisje aan en verwonderde zich, dat Elena, om hare stem, haar groote macht van muzikalen toover, niet geroerd werd. Vroeger zoû Elena, om zulke woorden, gezegd met zulk een stem, in snikken zijn uitgebarsten. Nu bleef zij onbewegelijk staan met een rustig gezicht.
Maar een triomf lichtte klaarblijkelijk over die rust. Alexandra merkte dien triomf op.
- Mevrouw, antwoordde Elena kalm. Ik zal nooit vergeten, wat ik aan Uwe Majesteit verschuldigd ben. Ik zal altijd dankbaar blijven om de gunsten, die Uwe Majesteit mij verleend heeft...
- Dat zijn woorden, Elena.
- Maar ik geloof ook, dat het beter is, dat ik Uwe Majesteit verlaat.
De koningin zag op. Haar blik was heel weemoedig.
- Ga dan. Mij verlaat alles. Mijn land verlaat mij en alles, iedereen...
Elena begreep zelve niet, dat ze niet in snikken uitbarstte om de diepe weemoedige smart van haar meesteres. Zij verwonderde zich, dat zij kalm bleef, rustig, triomfeerend...