in den arm geheven. De vrouwen hadden hem lief om zijn onweêrstaanbare kracht en zijn zoo zichtbaar hem ontwellende goedheid en zij vreesden hem niet, ook al wisten zij allen, dat hij zijn moeder Alkmene verslagen had, zijn gade Megara verworgd, zijn zonen en dochteren verpletterd, vermorzeld, vernietigd, in verblinding en razernij. Neen, zij vreesden Herakles niet, en zelfs de kinderen, trots den leeuwenhuid, die hem rondomme hing, vreesden hem niet, den Held, en liepen zorgeloos toe om hem te zien. Voor hem uit gingen Mykenae's jongelingen en zij droegen zijn boog en zijn pijlenkoker, die zwaar hen waren en die zij, velen hunner, hem torsten, en hunne zusteren, Mykenae's maagden, wierpen rozen en myrten voor zijn voet, als ware hij een lieve bruidegom en hieven hem lauwertwijgen.
Zoo zag hem Eurystheus naderen, en hij vergrauwde van nijd en grijnsde van haat en eindelijk, schor en schril, schreeuwde hij zijn slaaf en zijn volk toe, die hèm naderden als triomf van een koning:
- Alkaïos en gij, Mykenaeërs, zijt gij allen zinneloos geslagen, te veroorzaken ontroering en oproer langs de rustige straat van een stad, die mijn beheer dankt welvaart en vrede? Wat bedoelt deze jubelende eeretocht van een, die een misdadiger is, een boeteling en een slaaf?
- Heerlijke overwinnaar des Nemeïschen Leeuws, roemruchtige neef, Perseïde! riep tot Eurystheus Herakles. Wil niet uw dank baren volke toornen, dat het mij eert in stede van ù, zoo als het mij omhing den vacht van den Leeuw in stede van u dien omme te hangen, want wie weet niet, dat een vorst, een veldheer, en een held, als gij, hunne stedehouderen, zwaarddragers en dienaren bezitten om hun te verlichten het verpletterende werk, waarvan toch de eere den meester toe komt om de wijze beschikking des Noodlots en de zich schikkende wil zelfs van schijnbaar oppermachtige goden! Ik, Heer, tors slechts voor u dezen huid, wat ruig en ruim voor uw reeds rillende ruggetje, zoo als ik voor u, Heer, den Leeuw versloeg, wat wild en woest voor uw steeds knikkende knietjes, die het bezwaarlijk in drukken zouden zijn ijzeren