Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
(1977)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 157]
| |
XII. April 1914-Februari 1915 (Brief 535-552)Het adres in Rome, Via Castelfidardo 8, is dat van een kamerverhuurster, Elvira geheten, die gestalte krijgt in Couperus' gelijknamige verhaal.Ga naar voetnoot189 Van Rome uit brengt hij later met zijn Italiaanse vriend in de auto nog een kort bezoek aan diens buitenhuis Quattro Torre bij Cecina.Ga naar voetnoot190 ‘Mijn man is een beetje aan het vagabondeeren in Rome’, schrijft Elisabeth aan Veen (brief 536), maar dat lijkt nogal los te lopen: Couperus wordt er begraven onder de proeven voor zijn bundels. Er lijken overigens ernstige problemen te zijn, als wij De Geluiden en vooral het slot daarvan goed menen te lezen.Ga naar voetnoot191 Couperus blijft vermoedelijk tot in Mei te Rome. Daarna houden plotseling de feuilletons in Het Vaderland op, nadat zij daarin van November 1909 af ononderbroken elke week verschenen zijn. Het is niet bekend of er iets gebeurd is, dan wel of de politieke onrust in Europa er schuld aan is. Brief 540 wekt echter wel de indruk, dat Couperus overwerkt en overspannen is geraakt. Vermoedelijk is Elisabeth daarop naar Rome overgekomen (brief 542).Ga naar voetnoot192 In Mei gaat hij via Tirol naar München, in het oude pension Grebenau. Tot eind Juli wordt de correspondentie met Veen alleen door Elisabeth gevoerd. Couperus neemt blijkbaar rust.Ga naar voetnoot193 Intusschen breekt de wereldoorlog uit. Couperus, die dan nog steeds in München | |
[pagina 158]
| |
is, schrijft er zijn merkwaardige Brieven van den nutteloozen Toeschouwer.Ga naar voetnoot194 Op 7 September keert hij terug in Florence. Nog steeds is hij niet bepaald in een prettige stemming: ‘Ik ben misselijk van alles, van drukproeven, van “uitgeven”, misschien nog niet van schrijven...’ (brief 551). De oorlogssituatie brengt hier niet bepaald verbetering in. Na 8 November schrijft Couperus geen brieven uit Italië meer aan Veen.. Tenslotte neemt het echpaar dan het moeilijke besluit om naar Nederland terug te keren. In Het Vaderland doet Couperus het voorkomen, of hij bezield is geraakt door een plotselinge vlaag van vaderlandsliefde.Ga naar voetnoot195 Dat mag zo zijn: de belangrijkste reden is echter zonder enige twijfel, dat hij bang werd geheel van inkomsten verstoken te raken. De Italiaanse vriend was intussen blijkbaar al over de oceaan vertrokkenGa naar voetnoot196 en hield hem ook niet meer tegen. Couperus heeft later vermoedelijk nog wel met hem gecorrespondeerd. Het is de vraag, of deze brieven, in principe om de tien dagen geschreven, nog ergens ter wereld bewaard zijn! Het lijkt niet erg waarschijnlijk. Eén fragment heeft Couperus er zelf uit behouden en gepubliceerd onder de titel Over mijn woning.Ga naar voetnoot197 | |
535[11.IV.14]
Amice. Zend mij toch revizie van voorwerk en allereerste stukje Bundel en dan proef van de laatste stukken, dan kan ik die Bundel afmaken. Nu word ik maar overstelpt met proeven en niet met die ik het eerst noodig heb. Dat het zoo lang duurt is, nièt mijn schuld: zoodra ik het ontbrekende heb, zend ik alles van den eersten Bundel terug. Praktisch zijn ze niet aan de drukkerij.
L.C.
Adres: Rome 8. Via Castelfidardo. | |
[pagina 159]
| |
536Florence
Geachte Heer Veen, Mijn man is een beetje aan het vagabondeeren in Rome, ik zond hem echter proeven en Uw brief op, ik hoop dus dat er geen stagnatie in het corrigeeren der proeven zal zijn. Ik zou het wel graag voor hem willen doen maar hij is zoo putteluttig, dat ik het niet aandurf. Is het erg indiscreet als ik vraag of U mij het honorarium voor Lydia van de maand hierheen zou kunnen zenden?? Dan zou mij dit wèl plezier doen!! Is er nog iets nieuws van Hitchens of Hall Caine in zicht? Baroja heb ik onder handen, maar is er iets anders wat U beter toelacht, dan ben ik gaarne bereid. Mijn Spanjaarden bewaar ik dan als een appeltje voor de dorst. Ik heb nog een paar autorisaties gekregen uit Spanje, dat is ten minste iets. Gaarne hoor ik dan even van U of ik er op zou kunnen rekenen. Met hartelijke groeten ook aan Mevrouw,
Steeds vriendschappelijk Uwdw: Elizabeth Couperus. | |
538[z.j.]
Amice. Ik geef je nooit meer 4 of 5 bundels te gelijk want ik word gèk van die proeven, die me overstroomen, terwijl ik niet krijg, die het noodzakelijkst zijn. Ik kan niet zoo methodeloos werken. Als ik de proeven behoorlijk had gehad, was de Bundel reeds lang uit: ik wensch niet liever dan af te maken wat voor mij ligt. Maar dit is om gek te worden. Ik mis nu vel 3 van II2; misschien bij de post verloren: zend mij dit nu dadelijk en dan ook de ontbrekende andere vellen, dan maak ik den Bundel af en zend je alles tot afdrukken want revizie wil ik niet meer hebben al staan er nog de gekste dingen. Wat de prospectus betreft, maak iets zelf, heusch | |
[pagina 160]
| |
ik heb het al zoo eeuwig druk en dat nog in mijn zoogenaamde vacantie. Zeg dat een herdruk van de Vaderlandjes, die zeer bemind zijn en door allen gaarne gelezen worden, wel opnieuw zullen worden gelezen in een goedkoope editie. Ik heb zeer veel succes met die feuilletons, dus je kan daar over opsnijden als je wilt, beter dan ik het zelve kan. Zend deze samen maar dadelijk Rome 8. Via Castelfidardo; en als ik dan de proeven Bundel krijg, zal het niet aan mij nalaten het gauw in orde te maken. Laat dus niet verder de andere bundels drukken: laat ze den eersten eerst af maken: ten minste dat is methode en niet mij maar overwerken tot ik groen en geel zie! Van portret niets ontvangen. Misschien in Florence waar mijn vrouw is: ik poog een beetje op adem te komen van mijn werk en zit veel in de auto.Ga naar voetnoot198
Steeds t.t. L.C. | |
539[16.IV.14]
Amice Ik ontving het monster-portret, waarvan natuurlijk geen sprake kan zijn. Als mijn laatste portret niet beter kan zijn, dan zullen we het maar zonder doen. Ik ben niet scheel, de handen (vervallen op de briefkaarten) komen veel te veel naar voren en zijn immens en de geheele bewerking is kleurloos en leelijk.Ga naar voetnoot199 Ik vond de briefkaarten nog al vrij aardig, maar dit gaat heelemaal niet. Ik begrijp zelfs niet, dat je het mij zendt. Maar ik kant mij hevig tegen dit portret. Als je het geplaatst had, zoû je 10 feuilletons in Het Vaderl. er over gehad hebben! Ik wacht revizie voorwerk en opdracht, zend maar Rome, 8 Via Castelfidardo en de proeven zoo als ik reeds zeide. Voor ik die heb, doe en zend ik niets. Deze proeven duren einde- en eindeloos. Ik dweep niet met Thieme. Is daar ook niet gebeurd die affaire van ‘het salon’ uit Lijnen??Ga naar voetnoot200
Beste groeten t.t. L.C. | |
[pagina 161]
| |
540Rome
Amice Ik ben zoó geimpressioneerd door het monsterportret - een brief was er niet bij - dat ik eerst je schriftelijke belofte hebben moet het niet te plaatsen want anders sta ik weêr voor een verrassing als ik mijn boek in handen krijg en heusch, die verrassing zoû mij alleronaangenaamst zijn. Schrijf mij dus even een woordje antwoord op mijn kaart en deze brief: dat je je niet bezondigt aan dat horribele portret, waarvan Kaminsky wel een aardige kaart maakte maar dat zoo als oorspronkelijk cliché affreus is. Zoo dra ik die belofte heb, zend ik je de proeven van den Bundel terug. Revizie van de laatste wil ik niet meer hebben. Ik ben suf en overstelpt met al die proeven: waarom me zoo in eéns alles gezonden. Je begrijpt, dat ik er maanden voor noodig heb om ze na te zien, vooral als de zetters zoo eigenwijs zijn. Ze krijgen de boel maar af te drukken voor zich en ze gaan nog altijd hun goddelijke gang. Wanneer moet nu de volgende bundel verschijnen; geef me een datum (niet te dicht) op en dan corrigeer ik naar dien datum toe. Prospectus, beste vriend, heusch, ik kan niet. Ik moet een beetje rust hebben, werk ook niet aan mijn OngelukkigeGa naar voetnoot201 en schrijf alleen maar mijn feuilleton (en corrigeer proeven!!) En dat is heusch genoeg voor het moment. Flans maar zelf wat samen. Antwoord dus spoedig, amice! Dan krijg je den Bundel!
Yours Louis Couperus
Het verlorene vel vond ik tusschen de andere proeven: hoe zouden ze ook in orde kùnnen blijven! | |
[pagina 162]
| |
542[16.V.14]
Amice. Zoudt ge zoo goed willen wezen aan Mevrouw Theo Mann-Bouwmeester te Amsterdam te doen toekomen een ex: van Langs Lijnen van Geleidelijkheid. Wij zagen mevr. Mann in Rome en daar zij veel voor de heldin van het boek voelt, zoû zij met mijn vrouw er een tooneelspel uit willen trekken: Roelvink voelt er ook voor, wij zagen hem ook in Rome.Ga naar voetnoot202 Wij gaan voor een paar weken naar Botzen en van daar naar München, oude adres.
Steeds t.à.v. L.C.
Bozen, poste restante | |
[pagina 163]
| |
544[z.j.]
Geachte Heer Veen, Gisteren van onzen morgen wandeling thuiskomend vond ik de heerlijke bezending papier! U heeft mij bedorven, hartelijk hartelijk dank! Van morgen ontving ik de autorisatie van Baroja, zonder dat hij eénige geldelijke voorwaarde maakte, dat is dus in orde. Hierbij het titelblad. Verleden week in het Vaderland lasGa naar voetnoot* een bizonder waardeerend woord over een Fr. roman verschenen in de Mercure de France van Piere Vigelin:Ga naar voetnoot202a mon enfant, ma soeur! Ik schreef dadelijk om permissie maar kreeg geen antwoord. Die Franschen zijn nog al op de penning, als U er iets in ziet, is het misschien beter als de aanvraag van U komt. Vandaag verzond ik ook eenige proeven Lydia terug. Met hartelijke groeten
Uwe dw. Elizabeth Couperus. | |
545München.
Geachte Heer Veen, Hierbij zend ik copie van de autorisatie van Baroja, welke hij mij schreef in zijn brief. Is dit voldoende, of moet het een officieele verklaring zijn? Zooja dan zal ik er hem nog om schrijven, maar wilt U mij dan even de bepaalde termen opgeven, die ik hem dan ter onderteekening zal opzenden, anders krijg ik weer een bloemrijke brief zonder praktisch nut. Maar misschien is dit wel voldoende, niet? Heeft U eenigszins idee wanneer U het wilt uitgeven, dan kan ik zorgen hetGa naar voetnoot* voor dien tijd klaar is. Met ons beider hartelijke groeten, ook aan Uw vrouw.
Steeds gaarne Udwd Elizabeth Couperus. | |
[pagina 164]
| |
Zoo juist ontving ik Lydia keurig ziet zij er uit! Hartelijk dank. Mag ik U vragen 1 ex te zenden aan mijn moeder? Dan heel gaarne, aan dit adres s.v.p. Mevrouw R. Baud Suikerfabriek ‘Tjandi-Sewoe’ Djokjakarta Java. Dus dan hoor ik wanneer U Pio Baroja wacht, niet waar? Nogmaals beste groeten
Elizabeth C. | |
546[23.VI.14]
Waarde Heer Veen, Heeft U de autorisatie van Baroja ontvangen? Vindt U het goed als ik U de vertaling zend einde Augustus? Baroja vroeg mij of ik niet tegelijk de Dama ook vertaalde daar de Ciudad eigenlijk een vervolg is hier van. Nu dacht ik een paar hoofdstukken er uit te nemen en bij de Ciudad te voegen, heeft U hier iets op tegen? Met hartelijke groeten
Udwd. Elizabeth Couperus. | |
547[VII.14]
Waarde Heer Veen, Is het indiscreet als ik vraag om 1 ex Ouwe Menschen en 1 Majesteit-Wereldvrede? gewone editie natuurlijk, niet ingebonden. Met de Lijnen kunnen wij niets doen voor Theo Mann, nu wou ik zoo graag zien iets uit die andere te trekken als ik er kans toe zag. Zendt U ze dan maar als drukwerk, of kan dat niet? Zoo'n postpakket moet je weer heelemaal gaan halen aan de andere kant van de stad. Die vervelende Baroja zendt me zijn Dama Errante nog maar niet, en het is zoo gek werk als je het begin nog niet hebt vooral voor de indeeling van de hoofdst: Gelukkig schiet het werk vlug op op. Ciudad is klein en groot gedrukt. Met vele hartelijke groeten en bij voorbaat dank
Udwd. Elizabeth Couperus | |
[pagina 165]
| |
548[28.VII.14]
Waarde Heer Veen, Tot nu toe nog niets ontvangen uit Parijs, heel vervelend, intusschen dank voor de moeite en ook voor de toezending der andere romans, die ik in orde ontvangen heb. Houdt U een oogje in 't zeil op Hitchen of KellermanGa naar voetnoot203 voor 't volgend jaar. Dan kan ik daar de winter aan wijden. Met hartelijke groeten
Udw Elizabeth Couperus. | |
550Pension Rochat
Waarde Heer Veen, Heeft U misschien nog wat buitenlandsche kritiekjes over de vertaalde boeken van mijn man? Wij zijn zoo'n beetje en pour parler met Pathé over een film,Ga naar voetnoot204 en dan zouden enkele buitenlandsche persstemmen wel goed zijn om hem te toonen dat L.C. datGa naar voetnoot* de eerste de beste is! Als U misschien iets heeft, zou U ze dan even willen laten overtypen, dan zoudt U mij een heel groot genoegen doen! Wat doen we nu eigenlijk met Baroja? Het boek is af en ligt daar. Of wilt U liever wachten? Heeft U niets actueels voor mij te doen uit Engelsch, Duitsch of Fransch? Of zijn de tijden te slecht? Afschuwelijke tijden, dàt is zeker, en wan- | |
[pagina 166]
| |
neer zal dat krankzinnige werk uit zijn?? Enfin, als ze òns er maar buiten laten, moeten wij al blij zijn! Hoe gaat het met vrouw en kinderen? Mijn hartelijke groeten aan U beiden.
Steeds gaarne Uwe Elizabeth Couperus.
| |
551[z.j.]
Amice. Ik verzend heden de proeven: afdrukken. Goed, begin met Rome. Ik beken nederig, dat ik niet begrijp je brief over de titelbladen. Waarom is de titel nu in eens leelijk?? Ik dacht, dat je de titel juist aardig vondt. Ik voor mij vind de titelbladen nu goed en begrijp niet wat verwarring kan geven. Alleen had ik wel vermeld op de een of andere manier, dat het een serie is. bv. ter zijde op den omslag een groot nummer, dat iedere kooper dadelijk kan zien, of hij iets nog niet door hem gelezens koopt. Maar doe in Godsnaam nu maar wat je wilt met die titelbladen. Ik weet het dan niet en wil niets op mijn verantwoording hebben. Is de andere titel dus niet verkoopbaar, ga je gang dan maar... Ik ben misselijk van alles, van drukproeven, van ‘uitgeven’, misschien nog niet van schrijven... Als ik het kon, scheidde ik met de heele boel uit. Maar ik kàn niet en moet wel tot aan mijn dood doorgaan. Enfin, doe wat je wil. Mijn vrouw wacht nog steeds de Dama Errante die Pio haar zelve zoû zenden. Ze zal nu het boekje maar zelve bestellen. De combinatie die ze uit de twee boeken wil maken, wil ze noemen: Op een Dwaalweg Misschien zal ik een kort voorredentje schrijven, als je wil.Ga naar voetnoot205 Ik heb je nog niet bedankt voor je handteekening en voor je bijdrage aan mijn ‘huldeblijk’. Ik ben je zeer erkentelijk, beste vriend, dat je meê hebt gedaan. Verder geen reden tot meer. Ik ga door met de proeven. Wij zijn in groote zorg over Van Nouhuys.Ga naar voetnoot206 Adieu, hartelijke groeten van ons beiden aan U beiden.
t.t. L.C. | |
[pagina 167]
| |
[pagina 168]
| |
Paspoort van het echtpaar Couperus waarmee zij in 1915 repatrieerden
|
|