Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
(1977)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 84]
| |
VI. Juni 1906-Juli 1907 (Brief 427-442)De periode die nu aanbreekt wordt zowel door Van Booven als Van Tricht bestempeld als betrekkelijk onbekend. Zowel de brieven aan Veen, maar meer nog een kleine groep recent teruggevonden brieven en briefkaarten, gericht aan een Florentijnse familie, helpen deze lacune wat opvullen.Ga naar voetnoot75 Toch blijven er problemen. Wij kunnen Couperus niet meer steeds van maand tot maand volgen, zoals dat tot nu toe toch vrijwel het geval was. De Florentijnse familie werd gepresideerd door een sierlijk oud dametje, Maria Lodomez, dat met haar dochter Emma Garzes-Lodomez en haar kleindochter Bona Garzes eveneens te Bagni di Lucca in het Hôtel Royal Continental logeerde.Ga naar voetnoot76 Couperus voelde zich tot het dametje aangetrokken, en zonder te vertellen wie hij was maakte hij nader kennis met de familie. Hij kwam, zoals gezegd, van Venetië en wilde de zomermaanden Juli en Augustus van 1906 in de koele bossen van die omgeving doorbrengen. Het hotel heeft gestalte gekregen in Aan den Weg der Vreugde. Daar Couperus later over Bagni di Lucca gezegd heeft dat dit oord vooral dan te waarderen viel als je er ‘in de eerste vlaag van verliefdheid’ was,Ga naar voetnoot77 is het niet geheel uit te sluiten, dat hij hier bovendien ‘Orlando’ heeft leren kennen, wiens naam haast een anagram lijkt van de Aldo Ardo figuur in het zojuist genoemde boek.Ga naar voetnoot78 Dit werk heeft Couperus zelf bovendien in brief 443 een | |
[pagina 85]
| |
pendant van Extaze genoemd. Indien de Quaerts uit Extaze iets met Jhr. Ram te maken heeft, ligt het voor de hand, dat Aldo Ardo iets met ‘Orlando’ te maken zou kunnen hebben.Ga naar voetnoot79 Te bewijzen valt dit echter niet. Wel is het op vele gronden aannemelijk, dat Emma Garzes in grote lijnen model heeft gestaan voor de literaire ‘Elettra’ figuur. Daar ‘Elettra’ als broer de fameuze ‘Orlando’ heeft, is het hierboven staande zeker geen zinledige constructie. Emma Garzes was de weduwe van een Italiaanse toneelspeler en theaterdirecteur, die in 1894 ten gevolge van een dreigend faillissement zelfmoord heeft gepleegd.Ga naar voetnoot80 Kan ‘Orlando’ de voogd van de dan nog minderjarige Bona geweest zijn?Ga naar voetnoot81 Uit dit hotel schrijft Couperus aan zijn vriend Ram:Ga naar voetnoot82 ‘Wij blijven hier nog wat en gaan dan naar Florence, den winter in Rome. Ons plan is om in het voorjaar naar Sicilië te gaan. De Italiaansche zomer is heerlijk - ik heb hier veel gewandeld in prachtige bosschen. De maand Augustus is intusschen als geheel zwoel en wij smachten nu naar regen. Ons appartement in Nice hebben we niet meer, maar de vagebonden zullen er toch den winter na dezen komenden winter weer een eigen “tampat” nemen, maar kleiner en goedkooper om meer te kunnen wegvliegen. De meubels staan nu rustig op een zolder te wachten. Misschien zal ik even een portret van me laten maken (je weet, ik doe dat nooit gaarne), maar nu moet de wereld mij toch zien in mijn nieuw type. Gladgeschoren en met méér lokken (!!!). Twintig jaar jonger!!!’ Waarop berust deze jeugd, vraagt men zich af. Is er verband met het motief verjonging-door-bevrijding dat ook Aan den Weg der Vreugde beheerst? Van September 1906 treffen wij Couperus in Florence aan, waar hij na een kort verblijf in een hotel weer eens zijn intrek neemt in het pension Rochat in Palazzo Niccolini.Ga naar voetnoot83 Begin December reist hij volgens plan naar Rome, en schrijft vandaar uit pension Castellani, in de Via Sistina, aan Emma Garzes o.m.: ‘L' Aurore aux doigts de roses vous apporte toute notre sympathie, ainsi qu' à Madame Lodomez, et à Mademoiselle. Nous sommes très contents d' être à Rome, mais nous regrettons nos chers amis, et surtout la charmante “Etrangère”, qui ne tardait pas à captiver nos coeurs!! Que le prochain printemps nous rassemble plus souvent!’ De | |
[pagina 86]
| |
dames wonen in Florence, Via Martelli 8.Ga naar voetnoot84 In Rome maakt Couperus kennis met de archeoloog H.M.R. Leopold, die daar sinds 1906 verblijft, getuige een briefkaart in het Pier Pander Museum waarop de beeldhouwer over hem spreekt.Ga naar voetnoot85 (Leopold is een jongeman met niet veel geld en Pander zoekt voor hem een goedkoop onderdak te Athene). In Januari 1907 laat Couperus aan Leopold een exemplaar van De Berg van Licht zenden. De relaties over en weer zijn dan zeer hartelijk. ‘In de morgenuren, na elf, ontmoetten zij elkander dikwijls op het Corso of voor het café Aragno’, zo vertelt Van Booven, en hij voegt daar aan toe dat zij er 's middags na vier uur ook wel samenkwamen.Ga naar voetnoot86 Maar doorlopend contact heeft Couperus met de 14 jaar jongere geleerde toch niet onderhouden. Dit neemt niet weg, dat hij zeker veel van Leopold zal hebben opgestoken in de opgravingen, ruïnes en musea. Voor het voorjaar staat dan Sicilië op het programma (brief 434). Intussen heeft Couperus een ‘nieuw romannetje’ geschreven, misschien nog in het najaar van 1906. Aan dit boek, dat in 1907 als Aan den Weg der Vreugde in Groot Nederland verschijnt, heeft Couperus naar eigen zeggen met liefde gewerkt. Het manuscript schenkt hij aan Leopold.Ga naar voetnoot87 Intussen zijn in dit tijdschrift in 1906 een groep I-XI genummerde sonnetten verschenen, gevolgd door de I-III genummerde sonnetten Nachten, de I-VI genummerde Venetiaanse sonnetten die n.b. nog uit 1896 stammen, de I-III genummerde sonnetten uit Bagni di Lucca en tenslotte in 1906 nog de XLIII-LIV genummerde Endymion-vervolgen. Hierop volgen in 1907 de I-X genummerde sonnetten ‘aan den leerling’, en 3 losse sonnetten uit Florence, gedateerd 1906. In de loop van 1907 zullen de I-VIII genummerde sonnetten Nachten geschreven zijn, die in 1908 in Groot Nederland verschenen als de laatste reeks gedichten van deze tamelijk grote groep. Dit wil zeggen, dat Nachten vermoedelijk geschreven is omstreeks dezelfde tijd dat Couperus, volgens brief 437, presentexemplaren van Dionyzos en De Berg van Licht laat zenden aan de jonge Luigi Siciliani, ‘een Italiaansche schrijver, die Hollandsch wil leeren’. Strikt te bewijzen valt hier overigens wederom niets.Ga naar voetnoot88 | |
[pagina 87]
| |
Omstreeks half Maart is Couperus in Napels, om vandaar naar alle waarschijnlijkheid de boot heen en terug naar Sicilië te nemen. Eind Mei weer terug in Napels, reist hij vrijwel onmiddellijk door naar Florence. Intussen stelt hij Veen de uitgave van Aan den Weg der Vreugde in boekvorm voor. Diezelfde week trekt hij alweer verder, naar Venetië. Daar ervaart hij wederom aan Veen te veel gevraagd te hebben met een honorarium van ƒ 1500,-. Koppig en trots weigert hij echter zijn werk voor minder dan dat bedrag af te staan. Hij besluit ‘dat wij voortaan maar van alle samenwerking moeten afzien’ (brief 442). In een brief aan Emma Garzes van 28 Juni 1907 deelt hij mee per 1 Juli naar Siena te gaan, tot in September. Adres voorlopig onbekend (het wordt weer een pension). ‘Je m' achète un château pour l'été prochain et je vous invite!’, besluit hij schertsend. Men vraagt zich naar aanleiding van deze woorden af, of hij recent soms met Emma-Elettra op een ander château heeft gelogeerd: de Quattro Torre van ‘Orlando’? - Via Bologna, treffen wij het echtpaar in de loop van Juli inderdaad te Siena aan. De familie Garzes-Lodomez brengt de zomer echter in Zwitserland door. | |
[pagina 88]
| |
429Bagni di Lucca
Amice. Ik weet waarlijk niet welk fragment U aan te raden - ook heb ik het boek niet meer hier -; kies dus zelve iets; gij zult dat even goed kunnen doen als ik. Het A - werk is nog niet geschreven,Ga naar voetnoot89 en misschien zal het ook wel niet geschreven worden. Mijn vrouw zit rustig aan mijn zijde, en is niet in Holland geweest. Wij zijn hier heel tevreden, in een heerlijk boschrijk oord: ik maak iederen dag groote wandelingen en het is niets te warm; de avonden zijn zelfs heel frisch.
Vale! L.C. | |
430Pensione Quisisana
Amice. Doe mij het genoegen, en zend de volgende werken als prezentexempl: aan Mr. Ch. Huguenin DezotGa naar voetnoot90 prof. de Français Le Châtelaine. Genève (die vertalen wil) Psyche en Dionyzos. - Aan Mevrouw Biberle de la Valette Brünn. Oostenrijk. Reisimpressies en Dionyzos. - en God en Goden Wilt ge met Huguenin in correspondentie treden omtrent voorwaarden??
Vele groeten! t.à.v. L.C. | |
[pagina 89]
| |
432Florence.
Amice. Huguenin vroeg mij verlof om Majesteit te vertalen, niet wetende dat de vertaling bestond. Ik suggereerde hem de andere werken. Ik geloof, dat ge zeer zeker in correspondentie met hem kunt treden (of met haar...) trouwens, ik verwees hem al naar U. Wilt ge mijn belangen hierin behartigen, dan ben ik daar zeer dankbaar voor. Ik verwijs altijd naar U.
Steeds gaarne t.à.v. L.C. | |
433Roma
Amice. Zoudt ge aan dit nieuwe adres mij willen zenden 1 exempl: De Berg van Licht, niet gebonden; ik wilde voor mij een ex: hebben in Romeinsche perkamenten band, die ik hier laat maken. Bij voorbaat van harte dank
en steeds gaarne t.à.v. Louis Couperus. | |
434Rome
Amice. Merci voor het ex: Berg van Licht, dit is voldoende; de binder heeft al meer ingenaaide boeken zeer goed voor mij gebonden. Wanneer mijn nieuwe romannetje in Gr.N. verschijnt, weet ik nog niet; ik laat eerst de plaats aan onze jeugdige vaste-medewerkers, en verschijn alleen bij gebrek aan goede copie. Wij blijven een paar maanden hier, en gaan dan naar Sicilië, dat ik nog niet ken.
Steeds yours L.C. | |
[pagina 90]
| |
435Rome
Amice Merci voor je wenschen, en van harte de onze voor U en allen die U lief zijn! Ik had gaarne een oningenaaid ex: van den Berg v. Licht, om te laten inbinden. En wees dan ook zoo vriendelijk een Berg. v.L. te zenden aan Dr. H.M.R. Leopold Via Clementi 58 int. 5. Rome.
Steeds gaarne t.t. L.C. | |
436Rome.
Amice. Van een uitstapje terugkomende vind ik een heele achterstallige correspondentie... Vooreerst onze zeer hartelijke deelneming in het verdriet, dat U beiden getroffen heeft: het deed mij leed deze niet eerder betuigd te hebben, maar mijne brieven zijn blijven liggen.- Ik sluit hierbij een epistel, met een verzoek, wat je raad is, om hier op te doen; in alle gevalle geef ik je carte-blanche, mocht je er iets in vinden.
Intusschen steeds t.à.v. Louis Couperus. | |
437Rome [7.III.07]
Amice Ik vind het uitstekend, en als ge dit wilt voorstellen, zal ik je bemiddeling zeer op prijs stellen, want ik, voor mij, vind die dingen altijd beroerd. - Verder dit verzoek: zend s.v.p. presentexempl.: van Dionyzos en Berg van Licht beide gebonden aan Luigi Siciliani.Ga naar voetnoot91 [Mario de' fiori 72 p. 2o]Ga naar voetnoot* Roma. Dat is een Italiaansche schrijver, die Hollandsch wil leeren. Ik ga over ± 10 dagen naar Napels: zendt mij brieven etc. na 10 Maart Napels, poste restante.
Steeds gaarne t.à.v. L.C. | |
[pagina 91]
| |
440Florence
Amice. Ik hoorde nog niets van je over de vertalingkwestie, waarover ik schreef: ontving je mijn brief?? Ik zoû gaarne dit jaar nog willen uitgeven mijn kleinen roman van Groot-Nederland: Aan den Weg der Vreugde: anders stapelt de boel zich zoo op. Het is een werk van eén deel: willen we dus ƒ 1500.- zeggen. Misschien wil je tot het najaar wachten, maar ik wachtte liever niet langer. Ik hoop van harte, dat het goed met allen gaat: onze beste groeten, ook aan je vrouw!
t.à.v. L.C. | |
[pagina 92]
| |
442Lido (Venezia)
Amice. Tot mijn leedwezen is het mij onmogelijk je voorwaarde aan te nemen, zoodat wij voortaan maar van alle samenwerking moeten afzien. Het doet mij zeker leed, dat mijn laatste werken je finantieel nadeel hebben bezorgd, hoewel ik mij niet verklaar, dat je, niettegenstaande dit feit de laatste jaren toch bereid was mij de gewone honoraria uit te betalen, en je zelfs een groote onmiddellijke opoffering getroostte, om eigenaar te worden van mijn geheele ‘Oeuvre’. Maar daar ik geen man-van-zaken ben, leg ik mij neêr bij de feiten, en betuig je nogmaals mijn groot leedwezen, dat wij, na zoo vele jaren samenwerking, van elkander afscheid moeten nemen. Ik doe het met een hartelijken handdruk, zonder rancune over zaken, die zeker ons beider schuld niet zijn.
Steeds gaarne t.t. Louis Couperus. |
|