Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
(1977)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
VII. Augustus 1907-November 1908 (Brief 443-452)Begin Augustus 1907 komt Couperus in Siena wat tot rust en bezinning. Hij ontdekt, dat hij in vergelijking met anderen bij Veen steeds hoge honoraria heeft genoten. In een bittere boutade (brief 443) besluit hij het schrijven er aan te geven, omdat de critiek hem slecht behandelt en het publiek zijn werk niet meer koopt. Voetstoots accepteert hij nu de som die Veen hem voor Aan den Weg der Vreugde biedt. In het voltooien van Imperia en Endymion heeft hij onder deze omstandigheden duidelijk volstrekt geen zin meer. Hij wenst geheel en al met schrijven op te houden. Maar dat is voor iemand die eerder in een vertrouwelijke bui gezegd heeft ‘ik schrijf, schrijf, schrijf maar. Wat wil je, het is het eenige wat ik kan’ een gevaarlijk besluit. Waar hij dan wel van denkt te leven meldt hij niet. De erfenis van zijn vader kan daartoe bepaald niet toereikend geweest zijn. Voor de winter vestigt hij zich weer te Florence in het pension Rochat. Uit een brief aan Maria Lodomez, die op dat ogenblik in het Grand Hotel te Livorno verblijft, blijkt, dat nog andere zorgen hem begin September 1907 kwellen: Elisabeth ligt in het ziekenhuis. Maar: ‘Ma chère reconvalescente s'est levée hier et samedi elle rentrera à la pension! Elle compte les heures! Nous espérons bientôt vous revoir, n'est-ce pas?’. Wat Elisabeth, die zes jaar later in München een gevaarlijke operatie zal ondergaan, gemankeerd heeft, is onbekend. Een korte tijd kan Couperus het financieel nog wel uitzingen, maar dan moet er toch iets gebeuren. Over de maanden October 1907 tot Maart 1908 hebben wij helaas nauwelijks gegevens. Al die tijd heeft Couperus zo te zien als adres het pension Rochat te Florence. In April 1908 keert hij terug naar Nice. Het echtpaar heeft besloten daar zelf een pension te openen. Volgens Van Booven doet Couperus het ‘om met allerlei typen in aanraking te komen’. De waarheid is, dat er geld verdiend moet worden.Ga naar voetnoot92 Aan Emma Garzes schrijft hij op 21 April 1908: ‘Nous avons déjà vu des appartements; demain nous irons voir une villa avec beau jardin, paraît-il! Je vous tiendrai au courant. Mon frère et sa femme, un peu dépaysés en Europe, sont cependant très gentils, très simples malgré la grandeur (déchue) d'autrefois. Ils habiteront peut-être avec nous. Il nous faudra une très grande habitation, vous comprenez! Nous avons tous les deux le coeur déchiré, d'avoir quitté votre chère Italie. Quand j'y pense, je pleurniche’. Het nieuwe adres te Nice wordt tenslotte 8 Avenue Beaulieu, maar Veen ontvangt het pas begin Augustus 1908 (brief 448). In Juni verblijft Couperus te Viareggio, vanwaar hij op een ansicht aan Maria Lodomez - die dan opnieuw in Hôtel Continental te Bagni di Lucca verblijft, wellicht zonder Emma - schrijft: ‘je vous écris ma première cartolina! Nous sommes très contents à Viareggio et la plage est encore très animée. Nous avons pris una capanna et nous prenons | |
[pagina 94]
| |
Caricatuur van Couperus uit 1907, gebaseerd op het portret door H.J. Haverman uit 1897
| |
[pagina 95]
| |
notre sieste dans le sable! C'est une volupté!’. Viareggio is in die dagen een mondaine badplaats, waar ook Rilke een paar jaar eerder gelogeerd heeft, die ons een precieze beschrijving van zulk een strandhut heeft nagelaten.Ga naar voetnoot93 Terug in Nice, waar hij tijdelijk weer in Villa Jules verblijft, slaakt hij een maand later aan Emma de verzuchting: ‘Comme toujours nous étions si contents de recevoir de vos nouvelles; vos chères lettres nous prouvent que là bas - en Italie - nous avons des amitiés très précieuses, et cela nous console un peu beaucoup dans les jours de tristesses, des jours de noir à l' âme, qui se comptent bien souvent, malgré le soleil radieux’. Ook verder is het een zwartgallige brief, slechts opgelicht door de hoop, dat Emma vroeg of laat naar Nice zal komen. Smeekbeden in deze richting blijven echter vergeefs, ook na 1 October, als de gasten heten toe te stromen (zie echter wat die vermeende toeloop betreft brief 451!). Voor Veen heeft Couperus niets meer dan zijn in Groot Nederland verschenen vertaling van Angelopoulos' tragedie Aristodemos. De publicatie van het onvoltooide Imperia raadt hij af (brief 450). De brieven aan zijn uitgever, in deze tijd, zijn kort en schaars. Er valt over en weer in dit stadium niet veel te zeggen. Om gasten in het pension te lokken plaatst Couperus een advertentie in de New York Herald, wat hem half November een familie van 3 Russen oplevert, zoals uit een brief van 7 November 1908 aan Emma Garzes blijkt. Daarna echter vertoont de correspondentie met de Italiaanse dames een lacune van 8 maanden. Die met Veen stokt zelfs een klein jaar. Er is nauwelijks iets van bekend, hoe het Couperus de eerste helft van 1909 is vergaan. | |
443Siena
Amice Na onze laatste briefwisseling heb ik mij tot Van Nouhuys gewend om zijn raad in te winnen, en hem te vragen of ik waarlijk te hooge honoraria eischte. Hij antwoordde mij zeer uitvoerig. Hij meende, dat je altijd genereus met mij gehandeld had en voegde erbij, dat de laatste jaren over het algemeen de boekhandel - laat ons zeggen, de verkoop van romans - zeer slecht ging. Hij sprak mij van honoraria, die Buysse genoot, en die b.v. waren ƒ 150.- voor een bundel novellen. | |
[pagina 96]
| |
Het schijnt dus wel, dat ik de goede jaren gekend heb, want zulke honoraria zijn mij nooit geboden. Ik wil mij niet verdiepen in de redenen, waarom romans en litterair werk in het algemeen, en mijn boeken in het bizonder den laatsten tijd zoo slecht gingen, maar wel wil ik je bekennen, dat ik van plan ben mij geheel en al terug te trekken. Dit voornemen doet mij zeker leed; ik heb mijn werk altijd zeer lief gehad; ik ben mij niet bewust, dat mijn talent in den laatsten tijd verminderde: integendeel behooren voor mij boeken als God en Goden, Dionyzos en De Berg van Licht onder de beste, de allerbeste, die ik geschreven heb. De onverschillige houding der critiek schreef ik toe aan nijd (iedere recensent is bij ons een gemanqueerd auteur) en het troostte mij altijd, dat het publiek mij waardeerde en deze waardeering bleek uit den verkoop van mijn werken. Nu het publiek zich terug trekt, trek ik mij ook terug, hoewel ik nooit een regel om geld heb geschreven en het nooit heb kunnen doen (je zult je herinneren, dat je mij een 5de boek der Kleine Zielen vroeg, hetgeen ik weigerde te schrijven).Ga naar voetnoot94 Hoewel het mij dus leed doet en het een leêgte in mijn leven zal worden voortaan niet meer te schrijven, weiger ik te arbeiden voor tot onder de helft verminderde honoraria. Wat mijn laatste boekje betreft, Aan den Weg der Vreugde (een voor mij met liefde geschreven novelle, die geheel als pendant van Extaze mag staan-) het werkje is geschreven, het is af (wat Imperia en Endymion niet zijn, die dus onuitgegeven blijven) en mocht je het dus voor de door jou berekende som willen uitgeven als het laatste boek, waarmeê ik je lastig zal vallen, dan is het mij goed. Ik zelf heb het gaarne als boek in handen en dat ik er voor uit dépit om een toestand, die jouw schuld niet is, naar een anderen uitgever zoû loopen, zoû te mal zijn. Je bent te eerlijk, dan dat je niet zuiver zoû hebben berekend, wat je er mij voor geven kunt. En hiermeê, amice, heb ik je, geloof ik, alles gezegd wat ik te zeggen had. Met mijn besten groeten
Steeds t.à.v. L.C. | |
444Florence
Mijn beste wenschen met de vermeerdering van je gezin!Ga naar voetnoot95 Ik voeg hierbij ons adres voor den winter. Hartelijke groeten.
L.C. | |
[pagina 97]
| |
445Florence
Amice Ik ontving de proeven van Weg der Vreugde op vel 3. na, dat zeker verloren is geraakt onderweg: zend s.v.p. daar duplicaat van. Ik ontvang ook proeven van een nieuwe editie Hooge Troeven: dit kan echter eenvoudig nagedrukt worden, en is dus werk voor den corrector. Ik zal de vellen bij gelegenheid dus weêr terugzenden. Onze beste dank voor Uw wenschen; het beste wensch ik van mijn kant toe aan U en Uw huisgezin.
Steeds t.à.v. L.C. | |
446Florence.
Amice Ik verzond gisteren de proeven, komt het boek uit, zend s.v.p. dan een present ex: aan mijn adres te Nice: Villa Jules Avenue St.Maurice. Gaarne ontving ik alhier 1 ex:; ten minste als het boek uitkomt voór 10 April. Na 10 april is mijn adres weêr Nice.
Steeds t.à.v. L.C.
Gaarne vernam ik van U wanneer ik het honorarium bij Scheurleer tegemoet kan zien. | |
447Florence
Amice Ik zond de proeven terug, zonder eenige bijvoeging, maar dit beteekende natuurlijk: ‘afdrukken’. Nu zendt men mij revizie. Daar het niet noodig is, iets te veranderen, kunt ge echter wel laten afdrukken: ik zend die revizie dus maar niet meer terug, nietwaar.
Steeds gaarne t.à.v. L.C. | |
[pagina 98]
| |
4508 Avenue Beaulieu
Amice. Zoû je de uitgave van Aristodemos op je willen nemen, het Nieuw-Grieksche drama, dat ik in Groot-Nederland vertaald heb. Zoo ja, wat zoû je mij dan hiervoor willen geven. (vijf bedrijven.) Mocht je geen heil in deze uitgave zien, dan kan ik mij wel tot een ander wenden. Je schreef mij indertijd over een uitgave van Imperia. Het gedicht is onvoltooid en heeft weinig belangstelling verwekt: ik kan je die uitgave dus niet aanraden.
Steeds t.à.v. Louis Couperus. | |
[pagina 99]
| |
rarium: kan je mij ƒ .500.- geven dan heb ik dat liever dan ƒ 400.- Verder laat ik het aan je over: geef me wat je geven kunt. Over Imperia later; in alle gevalle proeven, hoor! Ik weet niet of ik je al schreef over de plannen van mijn vrouw: in alle gevalle hierbij een kaart, die je op de hoogte brengt.Ga naar voetnoot96 Als er eens kennissen naar het Zuiden gaan, denk dan aan ons en we zijn je dankbaar. Kan je het sommetje voor Aristodemos nu al aan Scheurleer zenden, dan gaarne: ik woon in een mooie villa, word bediend als een prins, maar de contanten zijn schaars en een beetje is altijd weêr wat.
Steeds t.à.v. L.C. | |
452Nice
Amice. Je brief verwondert mij eenigszins: je vroeg mij het honorarium zelve te stellen, terwijl ik het al in den eersten brief aan je overliet. Met 2 à ƒ 300.- was ik ook tevreden geweest. Je schreef mij, ‘als het niet veel is, kan het wel’: Wat had het dan moeten zijn? Vijf-en-twintig, misschien? Als je het echter liever niet doet, laten wij er dan niet meer over schrijven. Je schreef over Endymion: kijk eens s.v.p. na, wanneer en op welke voorwaarden ik je dit zoû hebben afgestaan. Het zoû mij interesseeren dit te weten. Want ik herinner mij wel Imperia te hebben afgestaan, maar van Endymion heugt het mij niet.Ga naar voetnoot97
Steeds t.à.v. L.C. |
|