Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
(1977)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 223]
| |
XIV. April 1902-November 1902 (Brief 298-319)In April 1902 verschijnt Het Late Leven, dat dunner uitvalt dan de auteur vermoedde, een misrekening waar hij duidelijk het land over heeft. Zijn plan vóor eind Mei Het Heilige Weten te voltooien mislukt door gebrek aan rust, die hij nodig heeft om optimale concentratie te bereiken: ... ‘de slotscènes pakken mijzelf erg aan ...’ Op 1 Juni wil hij op reis gaan - Wiesbaden, Luzern, Genève -, maar de schatkist is alwéer leeg: er ontbreekt ditmaal ƒ 2000,-, die Veen zal moeten fourneren. Niet erg aardig is Couperus' opmerking: ‘Ik zal nooit rijk worden - gij wel, mijn vriend! en man van zaken - en Mieke wordt rijk van mijn manuscripten, later!’ Couperus heeft Veen dikwijls zijn handschriften afgestaan, en zint op mogelijke verkoop, ‘later’, door Veens amper éenjarige dochtertje. (Mieke blijft overigens niet alleen, eind Mei krijgt Veen er een zoontje bij, dat helaas echter maar tien maanden zal leven). In Wiesbaden schrijft hij verder aan Het Heilige Weten, dat hij daar tussen 10 en 14 Juni voltooit. Jhr. J.H. Ram wordt ingeschakeld voor adviezen omtrent ritmeester Gerrit in Zielenschemering, een aanwijzing dat die figuur althans ten dele op Ram geïnspireerd kan zijn (brief 305 en 310). Voor het overige is Couperus steeds bezig met Veen te onderhandelen over de sprookjes Over Lichtende Drempels. Nog in Wiesbaden, nauwelijks twee weken na het voltooien van de viermaal twee delen De Boeken der Kleine Zielen, begint Couperus aan De Zonen der Zon, waaraan hij volgens zijn zeggen ‘heel rustigjes’ werkt, ‘om niet heelemaal te verzomeren’ (brief 306). Hoewel zijn vader dan al ziek is, een verzwakking die de dood ten gevolge zal hebben,Ga naar voetnoot203 gaat Couperus niet naar Den Haag terug. In Zwitserland wordt de zomervakantie voortgezet, en van daar keert hij per 1 September terug naar Nice: via Genève, waar hij met Van Nouhuys een belangrijke bespreking heeft. Begin September vraagt Veen hem raad over het overnemen van het tijdschrift Woord en Beeld, klaarblijkelijk Couperus tevens polsend over mogelijke regelmatige bijdragen van diens hand daarin. In een wat kort en kryptisch briefje raadt Couperus dit af (brief 312), om niet lang daarna juichend mee te delen, dat hij zelf met Van Nouhuys en Cyriel Buysse de redactie zal gaan voeren van een nieuw tijdschrift, Groot Nederland. Dit verschaft hem permanente publicatiemogelijkheden en zekere vaste financiën. Van de besprekingen hierover met Van Nouhuys te Genève heeft Veen niet eerder mogen horen. Toch heeft het plan ook voor Veen consequenties, wat Couperus zich terdege bewust geweest is (brief 313). Couperus zal in Groot Nederland als eerste bijdrage zijn De Zonen der Zon publiceren. Hiermee treedt voor hem een nieuwe fase in, temeer daar hij in De Boeken der Kleine Zielen met een flink stuk verleden moet hebben afgerekend. | |
[pagina 224]
| |
Het Heilige Weten eindigt met de dood van de oude mevrouw Van Lowe, zij die als enige de uiteen vallende familie nog wat had weten samen te houden. In October krijgt Couperus bericht, dat zijn eigen vader stervende is. Met diens dood op 13 October 1902, 86 jaar oud, staat Couperus voorgoed alleen: op de drempel van de middelbare leeftijd. Het slaat hem maar ten dele uit het lood. Ruim drie weken later deelt hij Veen mee: ‘Mijn grootere roman voor het volgende jaar zal zijn Oude Menschen’ (brief 319). Vermoedelijk zit ook in dit boek een zekere hoeveelheid autobiografisch materiaal verwerkt. Hoofdmotief van de roman is het sterven van de oude generatie, met haar eigen geheimen die voorgoed voorbij zijn. | |
298Nice
Amice. Ik ontving Het Late Leven; ja, het is een slank boekje geworden en ik heb er wel het land over; het is een drommelsche toer manuscript te transponeeren in druk! Ik had nooit gedacht dat het eerste Boek zoo dik zoû zijn geworden, maar ook nooit gedacht dat het tweede zoo slank zich zoû voordoen! Ik stelde mij de Boeken voor ± als Stille Kracht; nu, het een is er boven, het ander er onder ... Ik had liever dat ze gelijk waren geworden, maar qu'y faire. De Kleine Zielen 200 bl.manuscript Het Late Leven 160. - Zielenschemering 185. - Het Heilige Weten ± 200. - Ik hoop dus, dat de volgende Boeken U, wat kwantiteit betreft, weêr mogen meêvallen. Ik zal U de manuscripten zenden; zeker, bind ze in, en bewaar ze; ik hecht er niet aan; misschien maakt kleine Mieke er later een hoop geld van! Ik zend U ook een paar bladzijden van Zielenschemering : laten wij het eens probeeren of het drukken zoo gaat. Hebt ge gezorgd voor presentexemplaren: ge kunt het lijstje van het eerste Boek volgen, dat is meer dan genoeg. De perkamenten editie is weêr heerlijk mooi - alleen te dun, maar dat is mijn schuld! -; verder prefereer ik toch het grijs van de Zielen. Zend mij kritieken etc, niet waar; ik lees hier zoo weinig Hollandsche couranten. Borel heb ik hier gehad: hij kwam gewoon eens kennis maken.Ga naar voetnoot204 | |
[pagina 225]
| |
Verder geen reden tot meer; hartelijke groeten aan Uwe vrouw, en onze beste wenschen voor de Tweede Editie van het Evenement! In Mei? Het beste!
Met een handdruk gaarne Uw dw.Ga naar voetnoot*
Zend ge eens een Rekening-Courant, als ge wilde doen; dat is goed.- Wilt ge de contracten opstellen voor de andere Boeken? | |
299Brief Van Hall niet noodig terug te zenden.
Amice. Van Hall zal U het handschrift van De Astrale Dood zenden: de novelle komt niet in De Gids: de redaktie vond het verhaal te theosofiesch en daarbij onzedelijk, en hoewel ze, uit égards voor hun oude mede-redakteur de novelle niet weigeren wilde, heb ik geschreven, dat - als het Juni-nummer geen gevaar liep - ik liever na hunne bedenkingen de novelle terug wilde hebben. Waarop Van Hall mij bijgaand epistel zond. Bewaar dus het manuscript tot gelegener tijd. Zouden wij De Astrale Dood niet in de Sprookjes kunnen opnemen zoodat de bundel een dik boek wordt, of prefereert ge liever twee boeken te houden, als dit voordeeliger is? Nemen wij eén bundel, dan zoû ik een titel nemen, als: Sproken van Leven en Dood. of iets dergelijks. De Astrale Dood heeft iets sprookjes-achtigs, en zoû dus wel in het kader passen. Maar zeg mij of ge prefereert twee boeken te houden. Ik hoop van den zomer de Sprookjes, die ik nog in petto heb, te schrijven. Het Heilige Weten vordert goed, maar ik zal het niet afkrijgen voor wij op reis gaan: denkelijk 1 juni. Het is echter nog zoo koud, zelfs hier, dat onze reisplannen zwevende zijn. Het komt alles van Martinique! Verleden las ik de twee laatste Boeken over, en was er wel tevreden over: ik geloof, dat de twee laatste de mooiste zijn, voor zoover ik er zelf over kan oordeelen. Gekke dingen zeggen de kritieken toch soms: verbeeld je: iets van Italiaansche schilderijen in Het Late Leven en iets van Italiaansche lucht!!! Terwijl in àl de boeken de Hollandsche lucht grauw en angstig dreigt! Heeft de man ooit een Ital: schilderij gezien! Enfin, hij meent het goed! Ik zond U nu zeven bladzijden, maar hoor nog niets: als papiers d'affaires, en goed gefrankeerd, ten minste, ik vroeg het aan het postkantoor. Ja, een kwartje strafport per drie bladzijden ... dat is te bar!! Mille excuses! | |
[pagina 226]
| |
Verder geloof ik niet U meer te schrijven te hebben. Onze beste groeten en beste wenschen met ‘Mama'tje’. Ik hoop, dat ze het goed maakt en dat de gebeurtenis goed afloopt: geen voorbeeld nemen aan onze arme Willemien!
La patte en gaarne t.à.v. L.C. | |
300Nice
Amice. Eindelijk mocht ik iets van U hooren. Wij waren al een beetje ongerust, vreezende, dat er iets zoû zijn met Uw vrouw. Ik hoop van harte, dat de hoop nu spoedig verwezenlijkt wordt. Merci voor het aperçu Rekening-Courant. Dat is alles in orde. Wat de Bundel betreft (als ge ten minste de Astrale Dood niet alleen wilt uitgeven, en in principe voór den Bundel zijt), mijn idee was een dikke bundel Sprookjes, b.v. 300 bladzijden druks, waarmeê ik zoû inloopen de ƒ 2000.- die nog zweven. Ik zoû dan van den zomer schrijven twee sprookjes( de ideeen ervoor dwarrelen al lang) van ± 25 bladzijden copie ieder. Dan wordt het een aardig boekje en over de grootte zult ge wel tevreden zijn, want komt er van den zomer nog een ander sprookje bij, dan voeg ik er dat aan toe, inédit. Vindt ge dit dan goed? Wat het afkrijgen der Serie betreft, dat hebt ge niet goed begrepen: Zielenschemering is voltooid, dat kunt ge dus laten drukken, maar zend mij spoedig de proeven; ik zend U dan telkens zeven bladzijden; er zal veel werk zijn aan het corrigeeren. Let er op, dat wij 1 Juni weggaan, ik meld U nog nader ons adres. Maar ik had gedacht Het Heilige Weten af te hebben vóor 1 Juni, en dat zal niet zijn, denk ik, de slotscènes pakken mijzelf erg aan, en ik ben een beetje bang er nu - (dat wij al half opgepakt zitten) aan te schrijven. het is me niet rustig genoeg om te werken. Van den zomer komt het boek echter af - wil ik hoopen. Hoe gaat het met Majesteit illustré? Toch geen décepties? Nu wilde ik U nog vragen: kunt ge mij van dit jaar nog ƒ 2000.- voorschieten. Mijn budget opmakende, zie ik, dat ik nog ± ƒ 2000.- hebben moet, en ik vraag het U liever, dan dat ik het bij Scheurleer opneem; de bankier van de familie vindt dat niet goed van me, en verleden kreeg ik een vaderlijke vermaning van den eersten boekhouder: die vond bepaald dat ik een slechte kant uitging!! Toch wel aardig! De storting einde 1901 maakte toen alles goed, maar nu wil ik dit jaar die mooie indruk behouden. Het is een beroerde boel, dat geld. Ik zal nooit rijk worden - gij wel, mijn vriend! en man van zaken - en Mieke wordt rijk van mijn manuscripten, later! Maar onze familie helaas, is niet des gelds!! Toch hebben wij heele brave plannen | |
[pagina 227]
| |
van zuinigheid, en het is ook al veel beter: verleden jaar zat ik erg ‘dans la purée’ zooals ze hier zeggen. Ik vraag U echter dat geld niet in het wilde: het geld en de arbeid moeten balanceeren. Als ge mij dus niet overstelpend vind, zoû ik U mijn zomerwerkplannen meêdeelen. Maar het is misschien beter ze U nog niet heelemaal te vertellen, en alleen te zeggen, dat de frissche ƒ 2000 zullen opwegen tegen den zomerschen arbeid. Niets uit te voeren, dat kan ik nu eenmaal niet: ik verveel me al deze ellendige pak-dagen! Het heele huis ligt overhoop en alles ruikt naar de naftaline! Kunt ge mij dus die ƒ 2000, dit jaar voorschieten, bv. ƒ 1000- 1 Juni (aan nader adres) en ƒ 1000, later in het jaar, dan neemt mijn Minister van Financien afscheid van U voor 1902.
Onze beste groeten en gaarne t.à.v. Louis Couperus | |
301Nice
Heel aardig artikel van Borel; mooi stuk van Nouhuys over Het L. Leven.Ga naar voetnoot205 Van harte onze beste wenschen met den stamhouder! Hoera! Dat zijn rijke-luis-wenschen vervuld, een meisje en een jongen!Ga naar voetnoot206 Wij zijn in onze schik dat alles zoo goed afliep. Hulde aan de moeder!! Wij vertrekken morgen naar Wiesbaden, Promenade-Hôtel. Zend het bewuste slijk s.v.p. naar Scheurleer, dat is het beste. Ik zal uit Wiesbaden grootere gedeelten copie in eens zenden, maar alles, dat gaat niet; ik moet het hier en daar nog wat bijkrabbelen, anders is het onleesbaar. Waarlijk, het gaat niet anders. Zoudt ge niet het beste vinden: De Astrale Dood, alleen, in het najaar; later de bundel sprookjes: twee boekjes dus?? Mij dunkt van wel.- We zouden ons gaarne inteekenen op Onze Kunst,Ga naar voetnoot207 zend dat naar Wiesbaden. Wat een mooie bibliofilische Bibliotheek! | |
[pagina 228]
| |
302Wiesbaden
Amice. Ziehier mijn idee: nu de Astrale Dood zoo een klein boekje wordt (het ligt zeker aan mijn nieuw papier, dat ik mij telkens zoo vergis) zoû ik zeggen: geef het niet apart uit; kleiner dan Fidessa is te klein; in een bundel is het een mooi hoofdverhaal: de titel Sproken etc is goed: laat het alles dan liever rusten tot het volgende jaar; ik voeg er dan enkele verhalen en sproken aan toe; wij maken er een flink boek van en houden dan den heelen boel op ƒ 2000.-; over den omvang van het boek zult gij tevreden zijn. Maar zoo een klein boekje, nauwelijks 100 pagina's, dat wordt te kinderachtig. Laten wij dan toch maar drukken (als dat kan); ik zal de proeven nazien, en dan wachten wij er meê. Geeft dat geen last met de drukkerij? Waarlijk, zoo een heel dun boekje, en dan ƒ 500.-, dat heb ik liever niet. Ik zond U gisteren een deel copie Zielenschemering, zal dit iederen dag doen, en hoop, dat de zetter niet dol er van wordt, arme man! Onze Kunst ontvangen, maar wacht nu liever met het zenden ervan tot wij weêr thuis zijn: het wordt te zwaar in de koffers: wil ik U een postwissel zenden; hoeveel is het dan precies. We zijn blij te hooren, dat alles goed gaat; mijn vrouw maakt het heel goed, merci; maar we hebben beide wat rust noodig na een drukken Nice'schen winter. Hier ga ik 's morgens en 's avonds uit, en werk 's middags een beetje, maar niet veel. Overwerk je ook maar niet, dat hoeft nu toch niet, en ga nu maar een tijdje rustig soezen, buiten, met vrouw en spruiten. Onze beste groeten over en weêr!
Yours truly, L.C.
Nu, die Boeren! Daar hebben we ons allen zoo voor opgewonden! En nu laten de kerels zich toch inpakken!! Ze vechten goed maar bidden te veel! | |
303Wiesbaden
Amice. Laat mij beginnen U en den kleinen zoon, die het heeft ingefluisterd te bedanken voor het geschenk van Onze Kunst: het zoû niet aardig zijn het te weigeren, hoewel ik natuurlijk bedoeld had mij netjes te abonneeren en een postwissel te zenden, heel correct. | |
[pagina 229]
| |
Intusschen, vriendelijk dank, ook vanwege de vrouw, voor Uwe zoo hartelijke attentie. De manuscripten Kleine Zielen krijgt ge later, alle vier tegelijk. Pakjes maken is niet mijn fort; en wij hadden dezen keer te Nice al zoo veel te bedisselen: de M.S. zijn dus te Nice gebleven.- De Astrale Dood zit mij dwars in de maag. Zie hier: het eerste plan was: Een bundel sprookjes ƒ 1000. De Astrale Dood ƒ 1000. Nu zie ik zelf, dat ik De Astrale Dood overschat heb, en dat het verhaal te novellistisch is voor ƒ 1000.- ... maar ook te novellistisch om alleen te worden uitgegeven. Een finantieele tegenvaller. Maar er is niets aan te doen. Maar waarlijk, dat dunne boekje alleen, daar blijf ik tegen. Ziehier dus een tegenvoorstel: voeg er de reeds verschenen sproken aan toe: reken uit, hoe dik het dan wordt en hoeveel ge geven kunt. Maar ƒ 500 à 550 ... dat is nog niet eens de maatstaf Fidessa, en die vonden we beiden, al wat klein indertijd. De titel kan dan blijven bestaan. En kan dat niet, dan stop ik het verhaal in de doofpot ... of zullen wij nog eens later zien, als er weêr iets theosofisch bij is gekomen. Maar is dit niet jammer, nu het al in druk is gezet. Wat vindt ge dan van de vier Gidssprookjes erbij?
Yours L.C.
Spoedig meer copie Zielenschemering, maar zend dan ook proef! Het Heilige Weten is bijna af, ik werk er hier des middags heel rustig aan. | |
304Wiesbaden
Ik denk me ziek aan een titel! Waarom is nu Sproken van Leven en Dood ook niet goed? Ziehier Over Lichtende Drempels. Dit is de mooiste, die ik vind; ook als diepere titel voor de kleinere sprookjes is deze wel goed. Of vindt ge beter: Weêrschijn. Mij dunkt de eerste. Het Heilige Weten is af: de vrouw heeft er om geweend! Nu zal ik heusch copie gaan zenden.
Adio. L.C.
Ik had gaarne de volgorde der verhalen als volgt: I Prinses Bl. Haren. II. Krist. Torens. III Astrale Dood. IV. Dagen Seizoenen. V. Erfenis. | |
[pagina 230]
| |
305[Wiesbaden]
Amice. Verandering van adres: van af 1 Juli, 20 Rheinstrasze, (alhier) bij Frl. Grattenauer.- De zetter is een meester in zijn vak: geleidelijk zend ik terug. Maak eens contracten op Boek III en IV wilt ge, en laten wij beslissen omtrent het bundeltje. Het wordt nu een aardig deeltje: de titel ook doet goed. Hoe jammer dat Majesteit niet klaar komt: het is erg vervelend, vind ik. Ja, wij zijn vlug, maar dat is niet iedereen! Ik moet de reviezies Zielenschemering eerst zenden aan mijn vriend Ram, om hem te laten zien of ik domheden doe met mijn ritmeester! De kritiek Nouhuys las ik reeds: heel mooi. Met Borel het beste wat er over verscheen.Ga naar voetnoot208 De anderen kletsen zoo een beetje. Adio
t.à.t. L.C. | |
306Wiesbaden
Amice. Eén contract geteekend terug. Nu niet brommen dat Het Late Leven wat kort is uitgevallen: waarachtig, ik kan het toch niet op een bladzij uitrekenen, en De Kleine Zielen is héél groot uitgevallen. We moeten dat verschil over en weêr deelen. Ik hoop en vertrouw dat Het Late Leven de kleinste van de vier is: 160 bl. manuscript. Zielenschemering is 185 bl. ms. Het Heilige Weten is 200 bl.ms. Met de vier boeken te samen hebt ge een mooie serie, waar ge wel over tevreden zult zijn. de boeken III en IV zakken volstrekt niet: dat zult ge wel zien. Boek IV is misschien het mooiste: het ligt nu in een brandkast van een Duitschen vriend! Goed: wij zullen het contract Prinses Blauwe Haren dan houden voor: Over Lichtende Drempels. Dat is ƒ 1000.- niet waar, als ik mij niet vergis. Ik wilde den titel Astralen Dood maar ook veranderen in dien van Over Lichtende Drempels; dus heet het boekje naar de grootste novelle en maakt het een goed figuur, | |
[pagina 231]
| |
bijna geheel märchenhaft. Aan de proeven ben ik bezig: spoedig krijgt ge wat terug. Copie zal ik weêr zenden, als nu alles in druk gezet is, niet waar. Ik hoop, dat ge met vrouw en kinderen een prettig sejour te Velp zult hebben: wat is daar Uw adres, of moet ge rusten en mag ik niet schrijven ... Roman van Augusta de Wit in de Gids niet schitterend, vind ikGa naar voetnoot209 ... Proeven ook aan Thieme zenden? Ik ben begonnen aan een grooter symbolistisch verhaal (sprookje als ge wilt, maar het wordt grooter dan Babel) De Zonen der Zon. Wat dunkt ge: zoû ik er bij gelegenheid over schrijven aan Van Hall, of wilt ge liever de primeur ... Ik weet het zelf niet: ik geloof toch wel, dat het mij finantieel beter uitkomt als het eerst in de Gids komt. Zeg mij eens Uw idee, bij gelegenheid, het heeft geen haast. Ik werk hier heel rustigjes: een uurtje per dag, om niet heelemaal te verzomeren.
Une bonne poignée t.à.v. L.C. | |
308Lucerne.
Waarde Heer. Mag ik U verzoeken geene proeven meer te zenden, naar Zwitserland: reizende heb ik toch geen gelegenheid ze na te zien, en gaan ze misschien verloren. Zend mij dus s.v.p. de andere proeven na 1 September te Nice, Villa Jules, Avenue St. Maurice. Zoodra ik thuis ben, zal ik mij aan de proeven zetten. Wil dit s.v.p. ook aan den heer Veen mededeelen, wiens adres ik op het oogenblik niet vind.
Hoogachtend L.C. | |
[pagina 232]
| |
309Genève.
Ja, ik ben lui geweest! Spoedig zend ik U Over Lichtende Drempels! Verder de belofte in September alles af te doen van Zielenschemering, zoodat mijn werk 1 Oct. geeindigd is. Ik keer 1 Sept. terug naar mijn hok.
Vale! L.C.
N.B. Let op dat men den titel overal goed verandert: Over Lichtende Drempels. Revizie van vel 5. naar Nice. | |
310Nice
Amice. Ik ben terug en heb U reeds proeven gezonden, ook de rest van het manuscript, op de twee laatste bladzijden na, waaraan iets veranderd moest worden. Zend mij nu gauw alles, dan zal ik zorgen voor vlugge correctie. De revizies echter moeten nog eerst even naar mijn vriend Ram; hij moet zien of er fouten in het militaire in zijn; maar ik heb hem verzocht heel vlug te zijn met lezen en doorzenden. Wij zullen dus wel op tijd klaar komen: aan mij zal het niet liggen. Ge herinnert U, dat ik nog gaarne ƒ 1000.- dit jaar had opgenomen; zoudt ge mij die met een chèque kunnen zenden, zoo spoedig mogelijk?? Ik ben blij weer terug in mijn huis te zijn: het is nog heel warm, maar drie maanden zomeren inhalen is mij te bar! Ik schreef U reeds, dat Het Heilige Weten af is, niet waar? Zond ik U reeds de manuscripten der beide eerste Boeken? Ik herinner het mij niet - de ouderdom komt met gebreken - maar ik vind de manuscripten niet ... D. Boswijk had mij gaarne opgenomen in een bloemlezing en schrijft me om hulp ... tegenover U! Ik weet, dat ge er tegen zijt, maar is dat principe vol te houden? Die boekjes bestaan toch en ieder auteur van beteekenis moet er toch in ... Enfin, als ge niet wilt, zal ik hem schrijven, dat ik er niets aan doen kan, daar ik natuurlijk niets wil geven, als ge er tegen blijft. Wat een mooi tijdschrift is Onze Kunst: prachtige reproducties: ik ontvang, lees en bezie het met groot genot; hartelijk dank ervoor!
Adio, en gaarne t.à.v. L.C. | |
[pagina 233]
| |
312Nice
Amice. In orde ontvangen de chèque, merci. Ik werk tevreden aan de proeven en zend U ze in eens, zoodra er een pakje af is. Laat Het Heilige Weten nog rusten: zoodra ik met de proeven Boek III gereed ben, kunt ge het Vierde Boek laten zetten. De manuscripten zijn terecht en zult ge ze alle vier ontvangen. Wat Uw verzoek betreft ... waarom zoudt ge U steken in dat ding?Ga naar voetnoot210 Ik weet, dat er veel geld meê verloren is. Heeft het wel een toekomst? Ik geloof ook niet, dat ik er iets voor zoû hebben - hoe gaarne ik je ook een dienst doe. Hierbij een raad: doe het niet.
Steeds gaarne t.à.v. L.C.
Vele groeten van ons beiden aan Uw vrouw | |
313Nice
Amice. Nu mag ik het zeggen: 1 Jan. verschijnt bij Warendorf, Groot Nederland, onder redactie van v. Nouhuys, Buysse en mijn persoon; het tijdschrift is opgericht op cooperatieven grondslag: de Redaktie is mede-eigenaar. De zaak is nu beslist. Ik heb er lang over nagedacht; àls het een toekomst heeft, kan het echter finantieel wel iets zijn. Daàrom waarschuwde ik je met een onderschrapt woordje Woord | |
[pagina 234]
| |
en Beeld niet te nemen: ten eerste is het een verloren zaak, waarmeê duizenden zijn verloren; ten tweede zoû ik er geen letter in kunnen schrijven! Ook verlaat ik de Gids, het geen mij wel aan het harte gaat. Maar de geldduivel overheerscht dikwijls in 's menschen hart. Toen Van Nouhuys mij er in Genève over spreken kwam, was mijn eerste gezegde, dat ik in niets ter wereld iets wilde doen, het geen aan U - zoowel mijn uitgever als mijn vriend - onaangenaam kon zijn of schade zoû berokkenen; maar ik kon U het plan niet eerder mededeelen; anders had ik gaarne Uw raad eens gevraagd. Intusschen, in onze verhouding brengt het geen verandering; alleen zal ik U nu moeilijk iets inédit kunnen geven. Enfin, wees tevreden met de serie De Kleine Zielen - Daarbij, Groot Nederland zal in den eersten tijd wel minder gelezen worden dan de Gids; dus ge profiteert er nog bij. Ziedaar. De Zonen der Zon verschijnen nu eerst in het nieuwe tijdschrift. De proeven Zielenschemering schieten goed op, zoodra ik de revizie IIde deel compleet heb, gaat het naar Ram, die het vlug zal verzenden. Is het gedrukt, dan kunt ge dadelijk Het Heilige Weten laten drukken. Mijn vrouw en ik, we vinden dat boek het mooiste! Adio, groeten over en weêr, ik hoop dat het U en de familie goed gaat.
Yours. L.C. | |
314Nice
Zend mij de twee laatste bladzijden van: Zielenschemering: ge ontvingt er toch de copie van?? Ik wacht op die bladzijden om alles te verzenden aan Ram. Zoo gaat er onnoodig tijd verloren, want ik ben klaar op die twee slotbladzijden na.
T.à.v. L.C.
Zoudt ge zoo vriendelijk willen zijn prezentexemplaren van de Boeken der Kleine Zielen te willen zenden aan mijn Duitschen recensent: Dr. Paul Raché, 6 Heinrich Barthstrasse Hamburg.- Hij vroeg er om ... | |
[pagina 235]
| |
Geschilderd portret van Couperus' vader John Ricus Couperus. Anoniem.
| |
[pagina 236]
| |
Anders was alles al lang in Uw bezit, maar ik kan niet verzenden voor ik het slot heb geverifieerd met het vorige.
Adio, yours L.C. | |
316Den Haag
Amice. Mijn vader is heden gestorven en wordt Woensdag begraven.Ga naar voetnoot211 Zoo ge Donderdag komt, zal ik U gaarne ontvangen; meld mij dan het uur, en kom in de Molenstraat 26, bij Mr. B.M. Vlielander Hein, daar logeer ik. Ik zoû zoo gaarne eens bij je komen, maar weet niet of ik er gelegenheid toe hebben zal, in deze drukke en verdrietige dagen.
Yours L.C. | |
318Nice
Amice De proeven zijn terecht, ze waren niet verzonden in de verwarring van mijn plotseling vertrek. Ik hoop nu dat er alles is; lees het zelf eens over; mijn arm hoofd is niet heel helder dezer dagen. Ik ben zeer verlangend Uw berekeningen te krijgen en hoop, dat ze meêvallen: anders zoû ik die groote editie maar laten rusten.
Adio. yours L.C.
Het beste met je kleinen jongen! | |
[pagina 237]
| |
Woonhuis van de familie Vlielander Hein, Molenstraat 26, Den Haag.
| |
[pagina 238]
| |
319Nice
Amice Ik zond U het begin van Het Heilige Weten: spoedig zend ik weêr een grooter gedeelte: meld mij goede aankomst met een woordje. De Zonen der Zon is gereed: misschien, dat ik nu schrijf Jahvé: gebeurt dit, zoo zoudt ge deze verhalen misschien samen kunnen uitgeven onder eén titel: of prefereert ge twee boekjes, ± als Babel? Mijn grootere roman voor het volgende jaar zal zijn Oude Menschen. Maar tot nog toe is dit alles in embryonalen staat! Meld mij eens wat gij nog denkt van de algemeene uitgave, of van de tweede uitgave der Kleine Zielen? Komt er nog een uitgave van Psyche? In begrijp nu wel wat ge mij van Wereldvrede hebt gezegd, maar het is toch vervelend zoo te zien geannonceerd: tweede druk, en er geen cent voor te krijgen! Zoudt ge voor mij willen zenden een presentexemplaar van de geillustr: Fidessa aan: Madame F.C. de Kuczynska 12 Georgstrasse München. Zet er echter ook goed Uw adres of het mijne op, want ik weet niet geheel zeker of dat adres wel het juiste is. Adio, meld mij eens wat pleizierigs omtrent die Algemeene uitgave; dan vrolijkt ge mij wat op en dat heb ik wel noodig.-
Steeds t.à.v. L.C. |
|