Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
(1977)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 169]
| |
XI. Mei 1900-Februari 1901 (Brief 226-260)Maart 1900 terug in Den Haag, onderhandelt Couperus met Veen op de gebruikelijke wijze over de uitgave van zijn nieuwe boeken. Veen treedt in het huwelijk met Clara Paehlig, ontvangt als cadeau een Rozenburgse pul en is enige tijd op huwelijksreis: de brieven 230-232 zijn aan een zaakwaarnemer gericht. Als Veen terug is, wil hij met zijn jonge vrouw een dag in Den Haag komen. Helaas blijft Elisabeth sinds de Indische reis kwakkelen met haar gezondheid, zij kan er niet de hele dag bij zijn. Later zal zij herstellen, door middel van een therapie met suggestie en hypnose (brief 240). Eind Juli/begin Augustus maakt Couperus zijn testament en overweegt het sluiten van een levensverzekering. Elisabeth raadt het hem echter af, zij kan rekenen op ca. ƒ 2400,- rente per jaar als hij mocht komen te vallen, ‘voor bepaalde armoede behoeft zij dus niet te vreezen’. Zij erft bovendien de rechten op de herdrukken van Couperus' boeken na zijn eerder overlijden. Uit brief 240 blijkt, dat Couperus zijn hele inboedel naar Nice denkt mee te nemen. Hij spreekt over grote uitgaven in verband met verhuizing en inrichting. Via Wiesbaden, Baden-Baden en Lausanne reist hij naar het zuiden. Van Lausanne uit stuurt hij Veen de gebruikelijke lijst voor presentexemplaren (Langs Lijnen van Geleidelijkheid en De Stille Kracht). Daaruit blijkt, dat Jhr. J.H. Ram intussen als attaché-militaire naar Zuid Afrika vertrokken is (blijkbaar heeft hij een rol gespeeld in de Tweede Transvaalse oorlog van 1899-1902). - In Nice verblijft Couperus eerst in een hotel, daar het appartement in de Villa Jules nog ingericht moet worden. Curieus zijn de brieven 249 en 250, waarin Couperus zijn hartstochtelijke woede lucht over het feit, dat de drukker in Langs Lijnen van Geleidelijkheid in plaats van de salon steeds het salon heeft durven zetten: hij overweegt een stuk in Het Vaderland, in tweede instantie zelfs in De Groene Amsterdammer. Later ziet hij daar toch maar van af (brief 253). Zijn geest wordt alweer in beslag genomen door nieuwe ideeën voor een boek, dat Babel zal gaan heten. Intussen blijken door de Indische reis en de verhuizing zijn financiën dermate in de war te zijn, dat hij bij Veen de forse lening van ƒ 5000,- moet sluiten. Hierdoor raakt Couperus achterop. Met Babel alleen kan hij dit gat niet dichten. - Wat dit laatste boek betreft, uit brief 259 blijkt, dat Couperus het weliswaar zeer snel heeft geschreven, maar dat het resultaat hem niet bevredigt. Wat hij zelden doet, hij werkt het verhaal om. - Bijna terloops, als badinerend, kondigt hij dan op 3 Februari 1901 (brief 260) het plan voor een nieuw werk aan: een trilogie. Het zal de tetralogie De boeken der Kleine Zielen worden. Het eerste deel daarvan kan ... met het najaar al af zijn! Later zal Veen hem vragen er nog een vijfde boek aan toe te voegen, maar Couperus wijst dit voorstel van de hand. | |
[pagina 170]
| |
226Den Haag.
Waarde Heer Veen. Ik heb tot mijn leedwezen niet meer een copie aan U [kunnen] zenden, maar zal U voor de twee vervolgen de copie zenden. Wil dus voor het 1ste gedeelte maar een Gids nemen. Van Hall reserveert Sept. en Oct. voor De Stille Kracht. U behoeft dus niet te vreezen de Gids verorbert alles nog dit jaar, en U kan voór St. Nic. alles gereed hebben. Als het U dus convenieert mij de 3 maandelijksche bedragen dit jaar over te maken bij Scheurleer, ben ik U zeer verplicht. Zoû U willen zenden 1 ex. Majesteit, adres den Heer G. VerschuurGa naar voetnoot151 2 Rue d'Angleterre, Nice. U zoû mij daar veel pleizier meê doen. Doe ik U pleizier met het manuscript Langs L. van Gel.; als alles gedrukt is in de Gids?? Dan sta ik het U gaarne als souvenir af. Het doet mij pleizier dat de Rozenburgsche pul in genade is ontvangen,Ga naar voetnoot152 en wij komen U volgaarne eens in Amsterdam opzoeken.
Steeds gaarne Uw dw. Louis Couperus
Sept, en Oct. (Stille Kracht) staan vast. | |
227Den Haag.
Waarde Heer Veen Wat de grootte van de beide romans betreft, ik heb expres dit een weinig in het vage gelaten, omdat het zoo moeilijk is het juist uit te rekenen. Wanneer U het mij nu vraagt, zoû ik zeggen: Langs L.v.G. wordt een roman grooter dan Majesteit: (als U het verkiest, kan U het werk in 2 deelen uitgeven, daar het niet een bepaalde ‘bouw’ heeft als bv: Metamorfoze, en eenvoudig in 2 gelijke gedeelten is | |
[pagina 171]
| |
te verdeelen); De Stille Kracht stel ik mij voor als een boek tusschen Wereldvrede en Metamorfoze in. Het eene Ms. is met kleinere letter geschreven op voller bladzijde dan het andere. Het is mij waarlijk heel moeilijk het U juist te zeggen: zoo dikwijls valt dat meê en tegen. Ik had bijvoorbeeld nooit gedacht, dat Fidessa geworden zoû zijn, wat het werd, mijn Ms. in aanmerking genomen. Voor Langs Lijnen meende ik U eerst ƒ 3000.- te vragen; later dacht ik echter beter te doen voor beide romans, als type ‘groote roman’ ƒ 2500. te vragen; zonder zoo precies op den omvang te letten. Ziedaar mijn oprechte gedachtengang. U kan er natuurlijk op aan dat De Stille Kracht een flink boek wordt maar U precies te zeggen: zooveel bladzijden wordt het, dat is waarlijk te moeilijk. Zelfs met de Gids weet ik nooit precies hoeveel bl.druks overeenkomen met een zeker aantal bl.Ms; omdat dit ongelijk is. Laten wij dus - dit is mijn slotsom - De Stille Kracht - een boek, dat zeer zeker in Indië veel gelezen zal worden - houden als type ‘groote roman’, en stellen op ƒ 2500.- Ik zal zorgen dat U de copie van alles zoo spoedig mogelijk ontvangt, ongeveer 14 dagen voor het verschijnen in De Gids. Meer kan ik U niet belooven, daar ik overkropt ben met overschrijven en ... steeds lijdende aan koortsen etc. Ik ken Bauer niet: woont hij in Den Haag. Hij is een subliem artist: vraagt U het hem eens. Als ik weet waar hij woont, en ik ga weêr uit, zal ik hem eens opzoeken. Ik kreeg een verzoek van Anna Franchi om Majesteit te vertalen in het Italiaansch,Ga naar voetnoot153 de Ital: uitgever wou geen geld geven, omdat De Amicis, wiens boeken bij hem uitkomen, ook zonder vergoeding in het Holl: vertaald wordt. Ik heb dus maar toegegeven: qu'y faire? Komt U eens in Den Haag? Zeer gaarne zoû ik U eens mondeling willen spreken. Als U eens komt, vergeet dan vooral niet eens bij mij te komen.
Steeds gaarne Uw dw. L.C. | |
228Pension Boelen.
Waarde Heer Veen. Ik zend U hierbij het contract De Stille Kracht geteekend terug; tevens verzend ik U een gedeelte Ms. (het Tweede Gedeelte van de Gids, maar nog niet alles.) Voor U naderen nu spoedig de groote dagen: gaat U een groote huwelijksreis maken, en is U lang afwezig? | |
[pagina 172]
| |
Ik hoop U later eens persoonlijk te spreken over iets, wat mij al lang aan het hart ligt. Ik wensch U van harte gelukkige, zonnige dagen toe!
Uw dienstw. Louis Couperus | |
229Den Haag.
Waarde Heer Veen Ik weet niet of dit epistel U volgt op de huwelijksreis, of U thuis afwacht, te Amsterdam. Intusschen, van harte nogmaals, wenschen mijn vrouw en ik U beiden een groot geluk toe en een mooi leven!- De proeven gaan maar slapjes, maar dat zal zeker wel beter worden als U terug is.- Zoû U zoo vriendelijk willen zijn Fidessa te zenden aan Mr. Georges Khnopff, Bodeghem St Martin, chez Mr. E. Marlier. De heer Khnopff vertaalt nu en dan wat in het Fransch en doet het heel goed: hij wilde ook Fidessa vertalen. Finantieel geeft het wel nooit iets, maar daar leg ik mij maar bij neêr. Verder zal ik U niet meer lastig vallen; geloof mij steeds
Uw dw. L.C. | |
230Den Haag.
Weled. Geb. Heer. Ik zond den heer Veen reeds de copie van het Tweede Gedeelte, maar misschien gaat het drukken en corrigeeren vlugger, als U maar een Gidsnummer neemt, en Thieme op het hart drukt zorgvuldig na te drukken.
Gaarne Uw dw. L.C.
Dank voor de toezending Telegraaf; ik hoû mij aanbevolen, als U weêr eens iets ziet.- | |
[pagina 173]
| |
232Den Haag
WelEd. Heer. Waar blijven de verdere proeven?? Nu het slot verschenen is in de Gids, moeten wij maar spoedig voortmaken, als mijn beide romans in het najaar moeten verschijnen. De Stille Kracht is reeds voor een gedeelte overgeschreven, en er zoû ook al een begin mee gemaakt kunnen worden: de copie moet dan later aan den Heer van Hall worden verzonden voor de Gids, waarin de roman verschijnt in Sept. en Oct. Wanneer komt de heer Veen terug?
Steeds Uw dw. Louis Couperus. | |
233Den Haag.
Waarde Heer Veen. Ik zend U alles ter afdrukken daar de proeven zeer schoon zijn. Wil nu echter zorg dragen, dat er geen fouten in blijven en dat de nummers der hoofdstukken elkaâr goed opvolgen. Ik had gaarne revizie laatste vel of bladzij, voor den datum, die te groot gedrukt is. Gaarne ontving ik de afgedrukte vellen, om te zien of alles zuiver wordt. Heeft U al gedacht over een bandje? Niet meer zoo iets geels als Fidessa, dat vond ik niet mooi. Laat nu maar spoedig De Stille kracht beginnen. Wij blijven hier tot 1 Aug. dan gaan wij weg, waarheen is nog niet bepaald. Mijn vrouw is niet heel wel, den laatsten tijd. Hoe gaat het met U? Is U beter? Ik had zoo gaarne U eens gesproken, maar kan nu niet in Amsterdam komen. Misschien schrijf ik U spoedig uitvoerig. Als U iets leest van kritiek zend het mij dan. Van Hall schreef, dat de Lijnen groote sensatie maken en zeer besproken worden! Adieu, mijn eerbiedige groeten aan Uw vrouw,
en steeds Uw dw. LC. | |
[pagina 174]
| |
234Den Haag.
Waarde Heer Veen. Ik zal den brief van St. Helena antwoorden: vindt U het goed aan ieder der drie jongelui te zenden een ex. met een kaartje van mij? De copie Stille Kracht zal ik U langzaam aan, ‘langs lijnen van geleidelijkheid’, zenden want ik moet alles zelf overschrijven, daar mijn vrouw niet heel wel is. Maar er is nu toch wel alle tijd: U kan mij de proeven zenden waar ik ben. Het oorspronkelijk Ms. Lijnen zal ik U gaarne als een souvenir geven. Ik zoû het zeer aangenaam vinden U eens te zien. Hoe gaarne ik ook eens Uw mooie woning kwam bewonderen, ik laat liever mijn vrouw niet een heelen dag alleen, daar zij wat nerveus is. Ik zoû zeggen, Woensdag, en doe ons het genoegen, met Mevrouw Veen, onze gast te zijn in de restauratie van het Kurhaus. Ik hoop dan dat mijn vrouw ook meê zal komen. Is er iets, dan telegrafeer ik U. Hoe gaarne mijn vrouw echter een geheel gezellig dagje met de Uwe zoû doorbrengen, zal haar dat te vermoeiend zijn: kan U het dus arrangeeren dat Mevrouw Veen om zeven uur ongeveer, (of zes uur) bij ons komt, dan rijden wij allen gezamenlijk naar Scheveningen? Kan ik U dan 's morgens spreken? Wil U dan bij ons lunchen, dan is ons dit ook heel aangenaam. Wij hopen beide van harte U beiden te zien. Die goedkope editie Wereldvrede begrijp ik niet goed, maar dat kunnen wij dan bepraten. Maakt U de Lijnen [ook] weêr geel?? Enfin, dan wordt het de modekleur! Van Hall schreef: de Lijnen maakten groote sensatie en werden heftig bestreden en warm verdedigd! Wat wil U meer voor het debiet! Handelsblad ontving ik niet: ik ken alleen de noodkreet van Ch.B.:Ga naar voetnoot* die las ik al. Andere kritieken heb ik helemaal niet. U zal wel de ex. registreeren laten bij de posterijen, niet waar? Misschien Vrijdag in plaats van Woensdag: willen wij dat dan nog decideeren. 1 Aug. gaan wij weg, als mijn vrouw wat beter is.- In de hoop U Woensdag te zien - wij zullen in Scheveningen U wel wat matig houden!!-
Steeds gaarne Uw dw. Louis Couperus.
U kan de kaartjes misschien bevestigen in de ex:?? Adres:- Samenthaler Prisoner of War Headwood Camp. St. Helena. | |
[pagina 175]
| |
235Den Haag.
Waarde Veen. Laat mij beginnen met de verzekering, dat ook ons beiden Uw bezoek en de kennismaking met Uw vrouw een alleraangenaamste dag bezorgd heeft! Hartelijk dank voor Uw vriendelijke toezendingen van testament en conceptcontract. Ik ging er meê gisteren naar mijn zwager ... maar mijn hoofd duizelt nog van al de juridische geleerdheid en onlogica waarmeê ik overstelpt ben. Dat is eéns maar nooit weer! Mijn zwager Vlielander Hein beweert het volgende: Daar ik met U overeenkomsten gesloten heb, blijven - juridisch gesproken - voor de wet de verplichtingen, die Gij volgens deze overeenkomsten op U neemt, altijd geldig, ook wanneer gij het recht van uitgave mocht verkoopen aan een ander. Dus: gij kunt verkoopen wat gij wilt,... gij blijft mij altijd verschuldigd het toegezegde voor iedere nieuwe uitgave (ook al wordt die bezorgd door Uw opvolger). Mijn zwager vindt dus - zoodra mijn vrouw mijn erfgename is en er een testament bestaat - alle bizondere overeenkomst overbodig. Hierop komt zijne redeneering neêr. In de auteurswet schijnt geen bizondere aandacht gewijd aan het eventueele geval, maar volgens het gewone recht, blijft gij altijd verplicht de nieuwe drukken te betalen. Mijn zwager voegde er bij: natuurlijk kunt gij daarmee Uw maatregelen nemen, wanneer gij het recht van uitgave der werken eens mocht verkoopen. Het is mogelijk, dat dat alles zoo is, maar het kwam mij nieuw voor. Zoudt gij van Uwe kant ook eens een advocaat willen raadplegen in Amsterdam, maar neem dan een heele hooge meneer, anders is mijn zwager beleedigd! Hij zeide echter, dat hij er niets op tegen had, als ik een anders advies inwon.- Ik had zoo gaarne, voor mijn vertrek - 4 Aug. - eenige zekerheid in deze zaak gebracht. Morgen, in alle gevalle, zal ik mijn testament maken, bij notaris Eikendal. Mijn vrouw is wel - volgens huwelijkscontract - reeds mijn erfgename; maar het is beter nog maar een testament er bij te nemen. Is er geene zekerheid te krijgen, voor de wet, wat die herdrukken na mijn overlijden ten bate van mijn vrouw betreft, dan denk ik over te gaan tot het nemen van een levensverzekering. Meld mij nog eens waar U de Uwe heeft gesloten. Ik ben vandaag een beetje in de war door al die juridische geleerdheid van gisteren, en weet niet wat ik er van denken moet. Een volgende keer ga ik ook naar een vreemden advocaat: familie is altijd het best als familie alleen te beschouwen. Ik zend U morgen de Ms. van Fidessa en Lijnen. Ik ben overtuigd, dat ge mij in deze zaak wel zult willen helpen, met Uw oude vriendschappelijkheid. Mijn vrouw loopt iets beter, maar is erg neêrslachtig en heeft melancholieke buien; wij toeren maar veel, gisteren Voorschoten om: dat doet haar goed. | |
[pagina 176]
| |
Ons beider hartelijke groeten aan Uw vrouwtje en met een handdruk
Steeds t.à.v. L.C.
Testament zend ik U spoedig terug.- | |
237Den Haag.
Waarde Veen. Ik zend U heden in vriendelijken dank Uw testament terug. Zoowel Vlielander Hein als notaris Eikendal menen dat een contract tusschen ons, in dien zin, geen verplichtingen kan opleggen aan een derde: volgens raad van Eikendal zal ik echter in een testament aan mijn vrouw legateeren de benefices der herdrukken na mijn dood. Daar de contracten tusschen U en mij van kracht blijven ook voor onze erfgenamen, is de zaak daarmeê dan afgedaan. Ik had liever wel iets wat op vaster voeten stond, maar het schijnt niet te kunnen. Wat een levensverzekering betreft, mijn vrouw zelve ziet daar geen heil in. Zij heeft in alle geval na mijn dood het vruchtgebruik van mijn kapitaaltje (een ƒ 1200 rente 's jaars) en komt mijn vader te vallen, dan wordt dit ongeveer verdubbeld. Voor bepaalde armoede behoeft zij dus niet te vreezen; maar ik doe natuurlijk voor haar liefst zoo veel mogelijk. Maar de levensverzekering wil zij niet. Intusschen dank ik U van harte voor de moeite, die Gij hadt willen nemen en hoop ik, dat - mocht ik komen te vallen vóor haar - zij in U den zelfden trouwen vriend moge bezitten, die ge altijd voor ons waart. En doet ge ooit mijn werken over,- na mijn dood - doe het dan op de meest voordeelige manier voor haar, zoo ge Uwe en hare belangen vereenigen kunt. Zij is iets beter, maar van het huwelijk in de familie hebben wij niets gezien. Ik voel me vandaag wat nerveus en heb een beroerde zenuwhoofdpijn: zoodra ik beter ben, ga ik echter aan de proeven Stille Kracht. Wordt de gebatikte band mooi?Ga naar voetnoot154
Yours L.C. | |
[pagina 177]
| |
240P.Boelen.
Amice. De vrouw is in zooverre beter, dank zij suggestie en hypnose van Dr. Bende, dat wij Dinsdag a.s. 14 Aug. vertrekken, eerst 6 dagen naar Wiesbaden: Promenade-Hôtel. Daarna meld ik U nader adres; wil mij dus de proeven maar opzenden, manuscript krijgt ge ook geleidelijk weg. Om nog eens tot ons gesprek van verleden terug te komen: ik maak heden mijn testament en dat is dan geregeld. Daarin is nog een clausule gevat, waarin ik ten overvloede de benefices der herdrukken na mijn dood aan mijn vrouw legateer - misschien is dat onnoodig, maar de notaris had er geen bezwaar in het er nog eens in te zetten. Verder peinst mijn zwager nog steeds om mijn vrouw te beschermen tegen de een of andere ontwijking, die Uw opvolger zich zoû kunnen veroorloven. Enfin, laat ons hopen, dat die fictieve man nog heel lang in het Nirwana moge blijven. Zoudt gij er iets op tegen hebben het geld, dat ik dit jaar nog in termijnen van U zou ontvangen, wat spoediger bij Scheurleer te storten? Ik heb groote uitgaven met verhuizing, inrichting, en ge zoudt mij er zeer meê helpen. Ik kan bij Scheurleer wel altijd opnemen wat ik noodig heb, maar het maakt een beter indruk als er van de andere kant ook wat invloeit. Als het dus kàn, zoudt ge mij zeer verplichten. Ik sprak verleden De Jong over Majesteit: hij zou er nog wel eens over denken, maar ik kreeg geen indruk dat hij er tijd toe hebben zoû: Enfin, schrijf hem nu nog eens zelf. | |
[pagina 178]
| |
Verder, geloof ik, geen reden tot meer. Wij verwachten U vast van den winter eens in Nice; dan herberg ik U beiden ergens in de buurt, en ge komt bij ons steeds dejeuneeren en dineeren. Zie dus maar eens een paar weken vrij te maken. Mijn adres in Nice is, van af October: Villa Jules, Avenue St. Maurice. En nu, heel veel groeten van ons beiden aan U beiden, en met een hartelijke handdruk
tt. Louis Couperus. | |
241Wiesbaden.
Amice. Merci voor Uw brief: ik heb nog niets van Sch.Ga naar voetnoot* gehoord, maar het zal wel in orde zijn. Als het kan en niet indiscreet is, heel gaarne dan direct ... het overige. Anders gaarne dit jaar nog. Ik zend U Manuscript, en proeven ter afdrukken. Het Manuscr. moet dan later aan Van Hall gezonden worden. Spoedig meer, ik kan nu aan het overschrijven gaan. Met de vrouw gaat het langzamerhand beter. Wij rekenen er vast op U te zien van den winter in Nice: het zal heel gezellig zijn. Adio, eerbiedige groeten aan Mevrouw Veen.
Yours L.C. | |
242Wiesbaden.
Cher ami. Twee deelen ... dan wordt ieder deel dus zoowat 182 bl., en ge snijdt het Vierde Hoofdstuk doormidden. Alles kan natuurlijk, maar ik vind het niet mooi. Als een deel zal het een boek worden als Wereldvrede of Metamorfoze. Ik zal verplicht zijn U spoedig mijn origineel manuscript te moeten zenden, daar ik onmogelijk klaar kom met overschrijven, en mijn vrouw grève maakt; ik zend U dan telkens een paar bladzijden, aangeteekend; meld mij dan per ommegaande goede ontvangst; en laat mij eerst eén proef zenden; daarna kunt ge een revizie aan Van Kampen zenden; anders vrees ik twee heele vuile proeven te moeten nazien, want het Ms. zal geen genot voor den zetter opleveren.
Adio L.C. | |
[pagina 179]
| |
244Baden-Baden.
Ik zend U heden een gedeelte oorspronkelijk MS.; wil s.v.p. bij iedere bezending éen woord telegrafeeren bv: goed, of terecht. Na ieder telegram zend ik U dan weder een hoofdstuk. Gaat ge tot de 2 deelen over?? Enfin, ik vind het niet mooi, maar als het niet anders kan, dan moet het maar. Ieder deel is dan nog geen 200 bl: het 1ste deel snijdt midden in het Vierde Hoofdstuk af ... Denk er nog eens over na.
Steeds t.à.v. L.C. | |
245Hôtel Beau-Site
Amice! Zoû het mogelijk zijn, dat ge mij de ƒ 1000, die ik dit jaar nog zoû ontvangen, ongeveer den 15den van deze maand overmaakte, of liever, dat geld zond aan het volgende adres: Den Heer Van Deurse Meubelmaker en Antiquaire, Molenstraat. Den Haag. Zoo ja, meld het mij dan even, anders moet het van Scheurleer komen. Ge zoudt mij er zeer meê verplichten. Als de Gidsproeven klaar zijn, zal ik de Uwe afmaken. Met mijn vrouw gaat het gelukkig veel beter! Ons beider hartelijke groeten aan U beiden en
steeds t.à.v. Louis Couperus | |
[pagina 180]
| |
[pagina 181]
| |
247[Hôtel Beau Site Lausanne, z.j.]
Amice! Zie hier een lijstje van de prezentexemplaren. Ik zal nu werk maken van de proeven en ze spoedig opzenden. Zend aan mij een vijf exemplaren van ieder boek. Adres Nice, na 1 Oct.: Villa Jules Avenue St Maurice.
Adio, met een hartelijke handdruk, L.C.
Beide boeken aan: Mr. J.R. Couperus, Surinamestraat, Den Haag. Mevr. Ricus Baud-Steenstra Toussaint, Gabroe, Blitar, Java. HoogEd. Gestr. Heer G. Valette, Rezident, Passoeroean Mevrouw G. Valette-Couperus, Rezidentie-Huis, Passoeroean. Hoog Ed. Gestr Heer J.R. Couperus, Rezident, Bezoeki, Java. Hooggel. Heer Prof. J. ten Brink Leiden Hoogedel Gestr. Heer Jhr. J.H. Ram (adres: Jhr. Ram van Bottestein, Zeist) attaché-militaire in Zuid-Afrika. Mejonkvr. Minta Baud, adres den heer Ch. Riesz, Trompstraat, Den Haag Frans Netscher, Rotterdam. Dr. A. Ellinger,Ga naar voetnoot155 Tegal (De Stille Kracht). Java | |
[pagina 182]
| |
250Nice.
Amice. De laatste vellen Stille Kracht heb ik nog niet ontvangen: anders zou ik ze al teruggezonden hebben. Ik ontving de ex: Langs Lijnen. Voor ik U er iets anders van zeg, kan ik niet nalaten dadelijk U te melden dat ik hoogst onaangenaam gestemd ben door het volgende. Ik zie namelijk door den geheelen roman het woord salon, dat ik altijd en overal mannelijk heb genomen: de salon, veranderd in het salon: iets, waarvan ik kippenvel krijg; terwijl ik tevens niet begrijp wie de rustige brutaliteit heeft om dit het geheele boek door op eigen gezag te hebben veranderd. Want dat gezelve de schuldige zijt, kan ik niet aannemen: in al mijn boeken is salon altijd mannelijk genomen. Zeg mij dus s.v.p. wie dit gedaan heeft, of vorsch het voor mij uit: is het een corrector of een zetter, meld mij dan s.v.p. adres; want ik ben niet van plan het erbij te laten en wil dien vriend persoonlijk een reprimande toedienen. Ook ben ik van plan in het Vaderland in een artikel die onzijdigheid van salon te herroepen. Ik heb geen lust die bêtise te slikken. Ze | |
[pagina 183]
| |
bederft mij het geheele boek, dat ik niet meer heb ingezien en niet meer van plan ben in te zien. Misschien vindt ge dit overdreven, maar zoo zijn nu soms de zielen van ons, arme romanciers. Ik kan het boek niet meer zien. Laat me U nog zeggen, dat ik het mooi gedrukt vind, en dat het mooi openvalt bij iedere bladzijde. De band vind ik niet erg: mijn vrouw vindt dien echter niet leelijk.Ga naar voetnoot156 Maar het boek ligt in een kast, en ik kijk er niet meer naar. Zend mij spoedig de laatste vellen Stille Kracht, en zorg met gestrengheid, dat dergelijke eigendunkelijkheden niet meer plaats hebben.
Vale. L.C. | |
251Gd. Hôtel Continental & de Genève
Amice, Heden ontving ik Uw briefkaart: de boeken zijn terecht, maar waarom ze mij niet dadelijk naar Nice gezonden? Enfin, ik heb ze nu, en heb mij gisteren kunnen ergeren aan al die onzijdige salons. Ik heb U gisteren vlug geschreven en wil het vandaag nog eens kalmer doen. Ik had namelijk [gaarne], dat ge zoo spoedig mogelijk uitvorscht wie al die eigendunkelijke veranderingen zich heeft aangematigd. Zoowel mijn vrouw als ik vinden het eenvoudig van zulk een ongehoorde brutaliteit, dat wij er versteld van staan. Het is mij iets onbegrijpelijks, van arrogante eigendunkelijkheid en brutaliteit, dat als ik de revizie-vellen verzend ter afdrukken iemand anders er op zijn eigen houtje in gaat zitten knoeien. Was het éen keer, in den beginne, veranderd, ik zoû nog kunnen gelooven aan een zetter of corrector, die dacht, dat ik mij vergist had en die mij ten beste die vergissing wilde veranderen. Maar dat eenvoudigweg door den geheelen roman een woord, dat ik steeds zoowel in mijn spreektaal, als in al mijne werken mannelijk nam, veronzijdigd is geworden door iemand, die het niet met mij eens was, neem ik niet aan. Ik verlang, dat men afdrukt, precies naar mijn laatste revizie, en afdrukt precies zooals het er staat, zonder er tittel of jota aan te veranderen. Ik wil liefst zelve de verantwoordelijkheid van mijne woorden dragen. Ik vraag U dus dringend: vind voor mij uit wie mij dit heeft geleverd, opdat ik mij beklagen kan. Zooals ik U zeide, zal ik in de pers dat onzijdige geslacht herroepen. Het mooiste is, dat in het begin het woord nog eenmaal mannelijk gehouden is. Verder is er ook geknoeid met het lunch en de lunch. Ik zeg het eerste: hier en daar is dit mannelijk genomen. | |
[pagina 184]
| |
Ik denk, dat ik mijn stukje naar den groenen Amsterdammer zend. Ik hoû liever niet van die histories in het publiek, maar dit is mij te bar. Wij maken het goed: morgen gaan wij over in ons huis, maar wij wachten nog onze meubels; en zitten dus met een beetje een primitief comfort om ons heen. Mijn vrouw maakt het veel beter: het heerlijke klimaat hier doet haar goed. Wij hopen van harte dat gij beiden eens gelegenheid hebt bij ons te komen van den winter bv. in Januari. Zooals ik schreef, de laatste vellen Stille Kracht ontving ik niet: zouden zij verloren zijn gegaan?? Zoodra ik ze heb, zal ik ze per ommegaande verzenden.- Met het oog op het gebeurde is het misschien goed, dat ge mij ook de afgedrukte vellen van De Stille Kracht hierheen zendt opdat ik nog eens kan zien en des noods errata er aan kan toevoegen. Het gebatikte bandje zal wel origineel zijn. Dat van de Lijnen vond ik nu niet zoo heel mooi, maar het boek valt goed open. Het is alleen jammer van dat ellendige onzijdige woord; ik kan het eenvoudig niet zien.
Vale! L.C. | |
253Nice
Amice. Thieme heeft zijne verontschuldigingen aangeboden. Ik zal de tijdschriften maar niet met het zaakje vervelen en het publiek zal er wel over heen glippen. Verklaren kan ik mij de betweterij van een corrector echter niet. Wij maken het goed en zijn, op gordijnen na, bijna klaar met de inrichting. Nu ge echter al naar een gewichtige datum uitziet, zal ik maar niet de hoop koesteren, U met Uwe vrouw eens hier te zien ....?? | |
[pagina 185]
| |
Ik zoû U eens willen schrijven over een geldkwestie. Dit jaar namelijk is mij buitengewoon zwaar geweest door onze Indische reis en door onze inrichting. Nu kan ik altijd geld opnemen bij Scheurleer, maar dat kost verbazend duur. En daarom zoû ik U gaarne willen vragen: zou het mogelijk zijn, dat ge mij vijfduizend gulden leende, maar natuurlijk tegen vergoeding van een rente, die ik aan U over zoû laten te bepalen? Bij Scheurleer betaal ik 6% en dat is wel een beetje erg veel. Zoo ge kans ziet mij hierin te helpen, zoudt ge mij bizonder verplichten. Nu de inrichting achter den rug is, moet de zuinigheid beginnen, want zooals het dit jaar geweest is, is wat bar geweest. Zeg mij dus oprecht of het U mogelijk zoû zijn, of niet: het laatste geval zoû ik natuurlijk best kunnen begrijpen. Zoodra ik wat op orde ben, ga ik beginnen aan Babel, heel rustigjes aan. Is er nog niets bepaald van den herdruk Wereldvrede? Wereldvrede wordt in het Italiaansch vertaald door de gravin Dina de Sordevolo, over wie Verga mij schreef;Ga naar voetnoot157 en Langs Lijnen ... in het Fransch, voor de Echo de Paris, door Teodor de Wyzewa. Beiden hebben mij de helft van hun hon: aangeboden: dus dat is heel aardig. En nu adio; het zoû ons spijten U niet hier te zien ... Het is hier prachtig weêr: de zon schijnt, we zitten met open ramen en ik loop in een flanellen pakje. Mijn vrouw kwikt gelukkig hier weêr op, en geniet, na al ons hôtelleven, van haar eigen huis.
Adio, van harte gegroet! Louis Couperus
Laat het maar eens ergens drukken, dat de twee boeken vertaald worden: dan zien mijn preutsche landgenooten, dat ze me in het buitenland nog wel mogen .... | |
[pagina 186]
| |
natuurlijk zeer redelijk. Ik heb het juist noodig om uitgaven van onze installatie te bestrijden. Maar ik had liever dat ge het mij direct deed toekomen, bv. door middel van le Crédit Lyonnais, en het niet aan Scheurleer zond: anders geeft dat maar onnoodige schrijverij op mijn Rekening-Courant, omdat ik het geld toch dadelijk moet gebruiken. Vindt ge het dan goed, dat wij het langzamerhand afrekenen? Ik denk voor het volgende jaar te hebben een roman: Babel., en zal een beetje denken aan Hollandsche preutschheid: ik geloof, dat Van Hall ook geschrikt is, maar is het heusch zoo erg?? De eventueele herdruk Illuzie heb ik al van U genoten. Fidessa II behoeft aan niemand gezonden te worden, alleen een paar exemplaren naar Nice. (twee) De critieken kreeg ik; Nouhuys heb ik een brief geschreven. Het is vreemd zooals men zulk een boek in Holland zonderling beoordeelt, als ik bedenk dat de Wyzewa mij oogenblikkelijk een langen brief schreef en verzocht het boek te vertalen in het Fransch. Als ze het nu beschouwen als de studie van een vrouw, die zich in drie mannen als in drie spiegels anders ziet, en toch de zelfde blijft, dan zouden ze het misschien meer waardeeren .... Enfin, in alle gevalle wordt het niet doodgezwegen ...
Onze hartelijke groeten aan Uw vrouw en gaarne t.à.v. Louis Couperus.
Zoudt ge het volgende jaar Babel direct willen hebben (zonder dat het eerst in de Gids verschijnt), schrijf het mij dan, dan schrijf ik niets aan v.H. er over. | |
255Nice.
Amice. Ik ontvang zoo even Uw brief en chèque en zeg U mijn hartelijken dank voor Uw groote bereidwilligheid en genomen moeite. Kunt ge mij niet eens die bladen zenden, waarin Van Hall op zijn kop krijgt?? Ik leef hier in groote onbekendheid en las alleen Handelsblad en Schaepman.Ga naar voetnoot158 Is er nog meer? | |
[pagina 187]
| |
(Ik ontving nu ook de Stemmen Waarheid, Vrede: in 10 jaar, zegge tien, is dat niet veranderd!!!) Als het zoo was, dan zoû Babel coûte que coûte in de Gids moeten verschijnen, want ik ben niet van plan me op den kop te laten zitten door de absurde preutschheid van ons publiek. Maar Van Hall schreef mij er zelve niets over, hoewel ik een langen brief van hem kreeg, antwoord op mijn brief over de proeven van het laatste gedeelte Gids; ik protesteerde nl, omdat Van Kampen in eens ophield met revizie te zenden, zeggende dat het te laat was. En Van Hall verdedigde zijn ‘braven’ Van Kampen, zooals hij hem noemde.- Maar ik denk, dat dat stormpje wel luwen zal. In alle gevalle zal ik Van Hall eens schrijven, wat er van is.- Ik zie in mijn boek: 21 Febr. '98. Psyche ƒ 1200; eventueele 2e editie van ƒ 300 = ƒ 1500.- Dus dat is Illuzie, zou ik zeggen.- De boeken zie ik tegemoet. Jammer van Majesteit! Ik sprak er nog over met de Jong: wil hij niet? Anders zoû ik maar een editie groot formaat nemen, als Psyche, zoû dat niet gaan? Ik vind dat een mooi formaat. Nogmaals hartelijk dank voor de chèque en hierbij een formeele schuldbekentenis.
T.à.v. Louis Couperus
Mijn brief is een paar dagen blijven liggen: ik ontving Fidessa; de teekening van TooropGa naar voetnoot159 is heel mooi en bevalt mij veel meer dan Psyche. Jammer van een drukfout op blz. 60 advies voor devies. Waarom moeten er toch zulke gekke dingen blijven staan?? De proeven van Illuzie ....., moet ik die nazien?? Brrr .....!!! Als ik het doe, gebeuren er toch dingen als: het salon, in Lijnen.
Vale! | |
256Nice.
Amice. De heer Georges Khnopff, uitstekend vertaler, maar zenuwachtig mensch, zanikt mij al lang om een verklaring, voor Mr. Ollendorff,Ga naar voetnoot160 in dien zin als ik U eens | |
[pagina 188]
| |
heb opgesteld. Toe, doe mij een dienst, teeken dit, en zendt het document aan zijn adres: Georges Khnopff Yellow House Ostende.
Vale! Louis C. | |
257[z.j.]
Amice. Georges Khnopff (Yellow Home, Ostende) zou gaarne Lijnen en Stille Kracht vertalen in het Fransch; de Lijnen heb ik echter al beloofd aan de Wyzewa, maar wilt ge deze autorizatie voor De Stille Kracht teekenen en doorzenden? Ollendorf wil altijd deze autorizatie. Dank voor de kritieken; de Indische roman schijnt nog al genade te vinden. In haast!
Gaarne Uw dw. L.C. | |
258Nice
Amice. Wij zijn beiden verrukt over De Stille Kracht, die gisteren in gebatikt katoen en fluweel zijn intocht deed!! Het is prachtig mooi; ik kan niet anders zeggen. Wij zijn er beiden in extaze over, en ik heb een kinderachtig pleizier dat mooie boek telkens in mijn hand te nemen. Ik dacht eerst aan een paar kennissen er een paar cadeau te geven, maar ik ben er te gierig toe en hoû al de exemplaren voor mijzelf! Hulde, hulde!! Ik zal zeggen, dat ze ze maar moeten bestellen. Kosten ze duur en de fluweelen, is die ook in den handel, of is dat maar iets buitengewoons voor mij?? Maar ik zal er over moeten hooren, over die ‘luxe’, waarin ge dat onfatsoenlijke boek hebt gekleed! Onfatsoenlijk en luxueus, dat is te erg, hoor, samen! Ze zijn bepaald heel mooi. De katoenen zijn bepaald lekker voor het oog en de fluweelen is net de vleugel van een kapel, met die aren er door. Wat doen ze dat mooi! Hulde aan allen, die er aan hebben meêgewerkt. En Fidessa's kopje vindt ik ook allerliefst. Nu hoop ik maar van harte, dat ge het luxueuze, onfatsoenlijke boek verkocht hebt! Vergeef me mijn krabbelpoot, maar ik schrijf op mijn knie, omdat de zon vlak | |
[pagina 189]
| |
op mijn schrijftafel schijnt. Verleden hebben wij een storm gehad, denzelfden waarin Krüger is aangekomen te Marseille. Wat een enthousiasme! Als het ze maar wat helpt, de arme kerels. Mevrouw Waszklewiz wil absoluut dat ik een ode schrijf voor haar album,Ga naar voetnoot161 maar daar kan ik niets van. Adio, ons beider groeten, ook aan de gemalin.
Gaarne Uw dw. Louis Couperus | |
259Nice
Amice. Merci voor de geregelde toezending der kritieken. Wat meent ge met presentex: S. K,Ga naar voetnoot* die gevraagd worden: door de pers?? Indië ... nee, daar heeft ieder zijn ‘leestrommel’; ieder leesgezelschap koopt natuurlijk het boek, maar verder ook niemand. Babel was al een maand geleden af .... Maar ik ben er niet tevreden over en heb het heele verhaal overgewerkt en nu wordt het goed. Mocht ge het dus in het voorjaar willen uitgeven, dan kan dat; anders zullen we maar er meê wachten. Ik zal de Gids er niet over schrijven. Het is iets als een droom, een cauchemar, maar anders erg braaf geschreven. Maar het is geen roman groot-type, zullen we maar zeggen: eerder type Psyche-Fidessa: ik denk van grootte daar tusschen in; maar daar ik het nu heelemaal overwerk, kan ik het nog niet zeggen.- Wat heb ik gesuft: ik dacht, dat ik de proeven Illuzie al lang had verzonden!!! En nu liggen ze nog in de kast. Ik en pakjes-maken zijn twee. Waarom zoudt ge niet eens denken over een editie Majesteit in het mooie formaat van de sprookjes; en dan met éen enkele teekening voor; zou dat niet gaan, bv. gevolgd door een dergelijke Wereldvrede? Of niet, zou het boek (2 dln) te dik worden? Ge hebt toch wel mijn brief gekregen na Nieuw-Jaar? Ik ben blij te hooren dat alles goed gaat. Ik wilde U nog vragen: hoe doen wij met de renten? Zendt ge mij daar een nota van, of hoe zullen wij dat doen? | |
[pagina 190]
| |
Als later alles goed gaat met Uw vrouw (wanneer is het evenement, sans indiscrétion?) komt ge dan niet eens overwippen? Ge weet, dat ge welkom zult zijn.
Steeds van harte t.à.v. Louis Couperus.
| |
260Nice
Amice. Ge vraagt me of ik plannen heb voor het najaar ... Plannen, ja plannen zijn er: voor een Hollandsche familie-roman, een soort trilogie, in 3 deelen misschien, maar met afzonderlijke titels, zoodat ge ieder deel apart kunt uitgeven .... Maar het zijn nog maar plannen, want eerst moet Babel af en goed zijn, en het is een moeilijk ding. Misschien is er 1 deel van de trilogie met het najaar wel af, want ik heb toch een 8 maanden om het te schrijven, maar natuurlijk kan ik U niets vasts belooven. Babel is een klein boekje; zoo iets tussen de twee sprookjes in, vermoed ik; als ge dus wilt, kan dat van het voorjaar. Over een paar weken zal het wel heelemaal af en in orde zijn. Beslis dus zelf, wat ge het beste vindt. In haast.
Yours truly Louis Couperus. |
|