wrok, voed geen wrok. Heb geen
verwijtingen meer. Alles komt nu terecht, mijn kind. Ik ben zoo blij... Het
zijn andere menschen dan wij, kind, niet zoo ruim van opvatting, en heel
orthodox, en streng op hun principe's. En wat ze indertijd gewild hebben, kind,
dat Van Welcke je trouwde... kind, het was een opoffering voor hen: het brak de
carrière van hun zoon.
- Waarom? riep Constance fluisterend, maar heftig. Het brak zijn
carrière... Waarom? Waarom moest hij uit de diplomatie gaan...!
- Kind, het was zoo moeilijk... voor hem er in te blijven... na het
éclat...
Constance lachte schamper.
- In hun kringen... waar niets dan éclat is... dat zij
weêr sussen.
- Stil kind: wees niet zoo heftig... wees niet zoo nerveus, Cony...
Ik, ach, ik ben zoo blij... Ik zoû die oude menschen kunnen omhelzen...
Ik wil ze ook opzoeken, als je er geweest bent... om hen te omhelzen...
Mama weende. Constance drukte de handen op de borst: zij stikte.
- Goed mama, zeide zij zacht, koel. Ik zal dankbaar zijn... Mijn
leven lang, aan papa en mama Van der Welcke, aan Henri, aan u, aan u
allemaal...!