schen, die stijgt, die stijgt, die stijgt... met trappen, terrassen en torens...! Cyrus, wees Opperbouwmeester zelve! Cyrus, Cyrus, wees Baäl! Wat blonk je toe, in de herdersnachten, als je je terugtrok van je zingende broeders? Was het niet Baäls glans zelve? Was het niet Baäl? Was het niet Baäl? Cyrus, Cyrus, wees god! Cyrus, laat onze gloed je koude hart verwarmen! Cyrus, stijg hooger! Cyrus, bouw hooger! Zie, beneden in den nacht! Zijn het niet als volkeren, die opgaan? Dat zijn de Bouwmeesters, die stijgen: Cyrus, beveel ze allen! Laat ze slaven zijn van jezelven! Laat ze uitbeelden hun torenspitsen en luchtbruggen en Cyrus... wees Baäl gelijk! Cyrus, wij zullen om je zijn, wij zullen om je dienen en om je schitteren! Wij zullen om je zingen en om je stralen! Wij zullen om je dansen en je voeten kussen! Wij zullen duizelen als een glanzende regen, een regen van sterren om je hoofd heen, Cyrus! Wij zullen je diadeemen en je pad bevloeren, als wij nu Astarte en Baäl doen! Onttroon ze, Cyrus! Cyrus, kom tot ons; Cyrus, bouw voort... Zie, Baäl verbleekt en Astarte... zij zinkt in het niet...
---------------------------------------
De nacht der starren was eindeloos, en de starren zongen eindeloos, maar zij zongen tot den dooden hoogmoed...
En ook beneden was de nacht eindeloos, want een zee scheen aan de trappen van Babel weêr te spoelen en op te golven, ruischende... Nog duidelijker dan op de lage terrassen was hier, op de hooge, die zee te aanhooren als een bruischende stem van tienen en van honderden duizenden. Uit de diepte van den warren nacht naar de hoogte van den starrennacht luisterde Cyrus, naar het klagen, aandruischende, als sloeg het op tot de hemelen, tot het verstierf weg in de diepste diepte, suizende...
- Cyrus! Cyrus! Cyrus! klonken nu klaardere stemmen uit de klacht. Cyrus, zie niet naar de starren, die liegen en lokken en lonken! Zie naar beneden... De Bouwmeesters stijgen omhoog, de slaven stijgen omhoog, om hooger Babel te bouwen! Cyrus, zie rijzen uit den warren nacht naar de onbereikbaarheid van den starrennacht de kubieken hooger en hooger, op het bevel der