Antiek toerisme
(1911)–Louis Couperus– Auteursrecht onbekend
[pagina 173]
| |
het water was lichter blauw als rimpelende zijde en de afnemende maan hing boven de palmengroepen en de landhuizen aan den boord der rivier als een groote, overrijpe vrucht, die dreigde in den hemel te barsten en wier sap reeds getappeld was in dikke oranje droppelen, die uit vloeiden over den Nijl. En terwijl der roeiers eentonige deun weêrklonk, met den regelmatigen klots der spanen, was Thrasyllus treurig, aan Lucius' zijde en sprak: - Egypte is Egypte niet meer.... Alexandrië is een handelsplaats; Memfis is de grootheid, die vervalt, en de priesters zijn veil en weten de Hermetische Wijsheden niet meer.... Ik heb vijf dagen gezocht tusschen de bestofte papyrus van de verwaarloosde boekerij in Ammons heiligdom: het is, of wat waard is te weten, zich verbergt.... - De priesters zullen opzettelijk de Hermetische Wijsheid verbergen, zei Lucius. - Zij deden het vroeger, voor Plato en Pythagoras, toen hunne zielen hoog waren en onomkoopbaar.... Nu toonen zij wat zij hebben en zeggen zij wat zij weten, voor geld. Maar wat zij hebben, is niet meer dan wij in Rome bezitten in den Isis-tempel, en wat zij weten, is niet de sleutel van het geluk. En toch.... toch geloof ik aan een heilig woord, overgeleverd in de wijsheid der Kaballa, mondeling, van vader op zoon. Maar ik heb het woord van geen priester nog vernomen, niet te Memfis, en niet in de Oaze.... Toch heb ik hoop.... | |
[pagina 174]
| |
Er is Thebe.... en er zijn de geheimen van Ethiopië.... tot de kolommen van Sesostris toe.... Lucius glimlachte zacht. - Het woord, zeide hij. De sleutel van het geluk.... Thrasyllus, is het geluk niet de hersenschim? Is het geluk niet vroom zich te schikken onder zijn Noodlot, en is het geheime woord niet dit trotsche: wees uw eigen godheid....?? De oude man schrikte. En hij fluisterde: - Jij ook? Heb jij óok dàt woord gehoord.... Als ik het hoorde te Saïs.... Ik telde het niet, het voldeed mij niet.... - Het heeft mij in de Oaze voldaan, omdat het een trotsch woord is van kracht en ik kracht en trots van noode had.... sedert ik weet, Thrasyllus.... - Sedert je weet, Lucius.... - Dat Carus mij Ilia ontroofd heeft. De oude man schrikte heftig op. - Je weet? Je weet? riep hij. Wie heeft gesproken? Wie heeft verraden? - De stem in mijn ziel zelve, die de orakels in mij deden spreken. Mijn eigen voort slingerende gedachte, die de orakels leidden. Van af de Sybille van Rhakotis, die slechts raadde mijn eigen gedachte, tot den ouden opperpriester van Ammon-Râ, die met mij sprak als een vader.... en die mij zeide het Woord: wees uw eigen godheid.... - Als Nemu-Fa mij, te Saïs.... Ik betaalde het woord met goud. | |
[pagina 175]
| |
- Ik betaalde het met goud, in de Oaze.... Maar wat doet dìt er toe, Thrasyllus. Het woord heeft mij kracht gegeven en trots. - O kind, zoo je zoû kunnen genezen van je leed, van je smart. - Zij zijn niet meer in mij. Ik heb geen smart meer en leed. Ik ben mijn eigen godheid.... - De goden lijden.... Isis leed om Osiris.... Alle goden lijden.... - Ik lijd niet meer. Mijn smart is niet meer in mij. De wereld, het leven zijn schoon. Zie, de tinten en het licht zijn schoon.... De lucht is donzig blauw als donker byssos; het water rimpelt als blauwe zijde, en de maan is als een groote, overrijpe vrucht, die barst aan den hemel en wier sap tappelt over den Nijl. Deze nacht is schoon. Morgen is de dag een andere schoonheid. In die op een volgende schoonheden, Thrasyllus, wil ik mijn eigen god zijn.... - O mijn kind, zoo ik je het woord niet zeide, ben ik toch zoó gelukkig, dat je zelve het woord hebt gevonden! In de nacht klonk de hoog opstijgende gamma van een harp, en toen Kora's hel parelende stem, die begeleidden andere harpen, andere stemmen. - Het woord van trots, het woord van kracht, Thrasyllus, zeide Lucius kalm, en de oude paedagoog zag dien rustigen glimlach, toen zijn jonge meester sprak: - En dat mij bijna gelukkig maakt.... |
|