Nieuwe geluiden(1924)–Dirk Coster– Auteursrecht onbekendEen keuze uit de poëzie van na den oorlog (1918-1923) Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] Verdwaald DE bladerval ontrust het park, de stad Verheldert van de maan; eentonig spat Het laatst gesijpel op 't plat slijk der wegen. Omheinde tuinen en verpuinde stegen! De wijzers tergen 't scherp getuur, genaderd Aan 't weerziensuur. De toren, brons-dooraderd, Slaat galm. Een voorspel. Antwoord, zonder telbaar Toon-reeksen. Steeds weer muren. Onherstelbaar Verdwaald! Steeds helt het ruig hout heen in veen. De poort is onbereikbaar. - Overscheen Een glimp de diepten, zoo onthulde 't water De vorschen, die verhoopt met zwak geschater De biezen vullen. - Op de dijkweg trekt Een spoortrein, onvermoeibaar, schril-doorvlekt. Vorige Volgende