Nieuwe geluiden(1924)–Dirk Coster– Auteursrecht onbekendEen keuze uit de poëzie van na den oorlog (1918-1923) Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Urbain van de Voorde [De nacht gloort koud als gepolijst zwart marmer.] DE nacht gloort koud als gepolijst zwart marmer. De sterren, wier geheim geen droom meer teelt, maken mij nog een lieve illuzie armer met het precieze van hun roerloos beeld. o Mathematische Orde, niets verheelt ge nog van 't Leêg des drooms aan een Beschermer; mijn bloed vloeit niet meer inniger en warmer, als toen 'k mij, zalig, dacht door 't licht gestreeld, dat op mij, stillen knaap, uw diepten stortten. - Dat slechts de dood ons weedom kan verkorten weet nu de man, wiens laatste heildroom vlood. o Sterren, macht van ruiten en trapezen, uw strakke lijning is het die mijn wezen onwrikbaar spreekt van 't eeuwge van den Nood... Vorige Volgende